ECLI:NL:RBROT:2022:2097

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
22 maart 2022
Zaaknummer
9648472 \ MB VERZ 22-138
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verantwoordelijkheid verhuurder voor verkeerd geparkeerde scooter door huurder

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. G.A.F.M. Wouters, gaat het om de verantwoordelijkheid van een verhuurder van scooters voor het verkeerd parkeren van een scooter door een huurder. De zaak is ontstaan na een sanctie die op 14 april 2021 aan de betrokkene is opgelegd, omdat een bromfiets op een niet-toegestane plek was geplaatst. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., heeft tegen deze beschikking beroep aangetekend. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna de betrokkene op 16 november 2021 in beroep ging bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 1 maart 2022, maar de betrokkene en haar gemachtigde verschenen niet. De kantonrechter beoordeelde de procedure en de argumenten van de betrokkene, die aanvoerde dat de bromfiets verkeerd was geparkeerd door de laatste huurder. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk was voor de gedraging, omdat de huurovereenkomst op het moment van de overtreding niet meer van kracht was. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene voldoende gelegenheid had om de scooter naar een toegestane plek te verplaatsen, maar dit niet had gedaan.

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd gedaan op 23 maart 2022, en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9648472 \ MB VERZ 22-138
cjib-nummer: [cjib-nummer]
registratienummer: [registratienummer]
uitspraak: 23 maart 2022
uitspraak van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
betrokkene: [naam betrokkene]
woonplaats: [woonplaats]
gemachtigde: mr. M. Lagas van Appjection B.V.

1..Het verloop van de procedure

Bij inleidende beschikking van 14 april 2021 is aan betrokkene een sanctie opgelegd van € 70,00, vermeerderd met € 9,00 administratiekosten. De beschikking is opgelegd voor ‘een bromfiets plaatsen op andere wijze dan is toegestaan’, begaan op maandag 22 maart 2021 om 19:46 uur te Schiedam aan De Akkers (feitcode R412B).
Tegen deze beschikking is betrokkene op 5 mei 2021 bij de officier van justitie in beroep gekomen.
De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 12 oktober 2021 aan betrokkene verzonden.
Tegen de beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene op 16 november 2021 beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 1 maart 2022, waar namens de officier van justitie een vertegenwoordiger van de CVOM is verschenen. Betrokkene noch haar gemachtigde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, verschenen.

2..De beoordeling

2.1
De termijnen en formaliteiten voor de procedure bij de kantonrechter zijn in acht genomen.
2.2
De beschikking is gebaseerd op artikel 27 RVV1990: ‘Fietsen en bromfietsen worden geplaatst op het trottoir, op het voetpad of in de berm dan wel op andere door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen’. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat hier van het woord ‘parkeren’ is afgezien omdat het woord ‘plaatsen’ beter aansluit bij het spraakgebruik.
2.3
Betrokkene voert aan dat de bromfiets verkeerd is geparkeerd door de laatste huurder van het voertuig. Gelet op artikel 8 sub b Wahv moet er sprake zijn van een huurovereenkomst waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder was van het voertuig. De verbalisant komt echter vele uren soms zelfs dagen nadat de huurder het voertuig heeft geparkeerd bij het voertuig terecht om vervolgens een boete uit te schrijven. Ter onderbouwing heeft betrokkene een “End Booking Contract” overgelegd. Hierop staan de datum en begintijd van verhuur samen met de naam van de klant. Verder verzoekt betrokkene een proceskostenvergoeding.
2.4
Op grond van artikel 8 Wahv dient de beschikking te worden vernietigd wanneer de betrokkene een huurovereenkomst in het geding brengt die bedrijfsmatig is aangegaan voor de duur van ten hoogste drie maanden en uit die huurovereenkomst blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het voertuig was.
2.5
Betrokkene heeft een “End Booking Contract” overgelegd. Uit dit stuk is gebleken dat het voertuig, een scooter, op de pleegdatum van 14:05:36 tot 14:20:28 uur verhuurd was aan [naam persoon] . De gedraging is vastgesteld om 19:46:00 uur.
De kantonrechter gaat er in het navolgende van uit dat
de huurderde scooter heeft achtergelaten op de plek waar de verbalisant deze heeft aangetroffen.
De gedraging deed zich niet alleen voor op het moment dat de huurder de scooter achterliet, maar ook in tijdspanne daarna tot aan het moment van vaststellen van de gedraging. Nu er vanaf 14:20:28 uur geen sprake meer was van een huurovereenkomst, is betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk voor de nadien voortdurende gedraging, mede gelet op het hiernavolgende.
De kantonrechter heeft tijdens de zitting – onweersproken – naar voren gebracht dat betrokkene de mogelijkheid heeft haar stilstaande scooters
real timete traceren. De kantonrechter leidt hieruit af dat betrokkene tussen 14:21 en 19:46 uur had kunnen bemerken dat de scooter was achtergelaten op een niet-toegestane plek. Zij had dan ook (voldoende) gelegenheid om de scooter naar een toegestane plek te verplaatsen. Dat zij dit niet heeft gedaan komt voor haar rekening en risico.
2.6
Het beroep is dan ook ongegrond.
2.7
Nu het beroep ongegrond is, zal het verzoek om een proceskostenvergoeding worden afgewezen.

3..De beslissing

De kantonrechter:
verklaart het beroep ongegrond;
wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare zitting.
48639
Wanneer de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer bedraagt dan € 70,00 of uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard op grond van het niet tijdig stellen van zekerheid, staat ingevolge artikel 14 Wahv tegen deze uitspraak hoger beroep open binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroepschrift dient ingezonden te worden bij de kantonrechter (Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht). Het is niet mogelijk om hoger beroep in te stellen per e-mail.
Datum toezending: