In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door verzoekster, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast. Verzoekster heeft een verzoek ingediend om een dwangakkoord te bewerkstelligen, waarbij zij een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. De schuldeisers, waaronder Ziggo Services B.V. en Elbuco B.V., hebben echter geweigerd in te stemmen met deze regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling niet goed en controleerbaar is gedocumenteerd en dat er onvoldoende bewijs is dat het aanbod het uiterste is waartoe verzoekster in staat is. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat verzoekster zich heeft afgemeld als gedupeerde in de kinderopvangtoeslagaffaire, wat mogelijk nadelige gevolgen heeft voor de schuldeisers. De rechtbank concludeert dat de belangen van de weigerende schuldeisers zwaarder wegen dan die van verzoekster en wijst het verzoek om een gedwongen schuldregeling af. De rechtbank zal in een afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.