Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- de heer [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekster, die te maken heeft met meerdere schuldeisers. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 6,6% aan de preferente schuldeisers en 3,3% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. Van de in totaal 29 schuldeisers hebben 28 schuldeisers ingestemd met de regeling, maar Elbuco B.V. heeft geweigerd in te stemmen. Elbuco heeft een vordering van € 1.375,60, wat 1,4% van de totale schuldenlast bedraagt, en heeft aangegeven dat de vordering niet te goeder trouw is ontstaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd is en dat verzoekster zich heeft ingespannen om haar schulden te voldoen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord is gegaan met de regeling en dat de vordering van Elbuco een gering aandeel vormt in de totale schuldenlast. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van Elbuco, die niet heeft ingestemd met de regeling. Daarom heeft de rechtbank Elbuco bevolen om in te stemmen met de schuldregeling en de kosten van de procedure aan Elbuco opgelegd, begroot op nihil.
De rechtbank heeft tevens bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.