Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte eiswijziging, met producties 14 tot en met 16,
- de aanvullende producties 17, 18 en 19 van [naam eiser],
- de aanvullende producties 9, 10 en 11 van Allianz,
- de mondelinge behandeling op 8 juni 2021.
2..De feiten
3..De vorderingen in conventie en reconventie
primair: Allianz te veroordelen tot betaling aan [naam eiser] vanaf 24 juli 2014, en derhalve met terugwerkende kracht, althans een andere in goede justitie te bepalen datum, van de maandelijkse uitkering op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 100 % althans een ander in goede justitie te bepalen percentage van de verzekerde som van € 2.933,- per maand, behoudens de reeds betaalde eenmalige uitkering;
4..De beoordeling
in conventie
niemand (…) naar een psycholoog [gaat]als hij zelf geen klachten heeft’, behoeven, bij gebrek aan een feitelijke onderbouwing, geen bespreking.
“Heeft u op dit moment of heeft u ooit geleden aan klachten, ziekten, aandoeningen en/of gebreken die niet onder bovengenoemde vraag geplaatst kunnen worden?”Deze vraag is echter in dusdanig algemene termen geformuleerd dat [naam eiser] redelijkerwijs niet heeft hoeven te begrijpen dat hij diende te melden dat hij zijn huisarts had geconsulteerd vanwege vermoeidheidsklachten. Daarbij is mede van belang dat de klachten zich geruime tijd (vijf en zeven jaar) voor het invullen van de gezondheidsverklaring voordeden. Ook zijn er, anders dan Allianz stelt, geen aanwijzingen dat sprake was van een chronische vermoeidheid. Immers, behalve het bloedonderzoek dat in 2005 plaatsvond, heeft geen (aanvullend) onderzoek naar deze klachten plaatsgevonden en [naam eiser] is voor deze klachten niet behandeld en heeft evenmin medicatie voorgeschreven gekregen.