Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- de heer R. van der Poort, werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een dwangakkoord, ingediend door verzoeker die kampt met financiële problemen. Verzoeker heeft vijftien schuldeisers, waarvan twee preferente en dertien concurrente, met een totale schuld van € 128.312,10. Hij heeft een schuldregeling aangeboden, waarbij hij 2,25% aan de preferente en 1,13% aan de concurrente schuldeisers zou betalen. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm en houdt rekening met verzoekers beperkte afloscapaciteit door zijn Participatiewet-uitkering en zijn gezondheidsproblemen.
Tijdens de zitting op 9 februari 2022 was de weigerende schuldeiser niet aanwezig, terwijl de overige veertien schuldeisers instemden met de regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de weigerende schuldeiser 36,7% van de totale schuldenlast bedraagt. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de instemmende schuldeisers zwaarder laten wegen dan die van de weigerende schuldeiser. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoeker kan bieden, gezien zijn gezondheidsproblemen en de verwachting dat hij in de toekomst geen hoger inkomen zal verwerven.
De rechtbank heeft het verzoek om de weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en deze schuldeiser veroordeeld in de kosten van de procedure. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de gedwongen schuldregeling in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen acht dagen na uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.