ECLI:NL:RBROT:2022:1979

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
FT EA 18/964
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling

Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De rechtbank had eerder op 18 juli 2018 de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. In de procedure is de regeling op 5 juli 2021 met zeven maanden verlengd om een tekortkoming in de sollicitatieverplichting te compenseren. De bewindvoerder heeft op 10 december 2021 verslag uitgebracht over de voortgang en op 3 februari 2022 de laatste stand van zaken voor de eindzitting ingediend. Tijdens de zitting op 9 februari 2022 zijn zowel de schuldenaar als de bewindvoerder gehoord.

De bewindvoerder stelde dat de schuldenaar niet volledig had voldaan aan de informatieplicht, omdat enkele documenten ontbraken, waaronder loonstroken en een polis ziektekostenverzekering. Tevens was er een tekortkoming in de sollicitatieplicht, omdat de schuldenaar een geblokkeerd telefoonnummer had gebruikt. De schuldenaar verklaarde echter dat hij niet op de hoogte was van de blokkade en had inmiddels een nieuw nummer aangevraagd. Hij had ook voldoende sollicitaties ingediend en werkte gemiddeld vijf tot zes uur per dag als chauffeur.

De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar niet toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder adviseerde om de schone lei te verlenen, en de rechtbank volgde dit advies. De rechtbank stelde ook het salaris van de bewindvoerder vast op maximaal € 3.693,00. De schone lei werd verleend, waardoor de onvoldaan gebleven vorderingen niet langer afdwingbaar zijn. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verlening schone lei
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 17 februari 2022
Bij vonnis van deze rechtbank van 18 juli 2018 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenaar],
[adres]
[woonplaats],
schuldenaar,
bewindvoerder: J.M. Hoogland.

1..De procedure

Bij beschikking van 5 juli 2021 heeft de rechter-commissaris de regeling van schuldenaar voor een termijn van zeven maanden verlengd om de tekortkoming in de nakoming van de sollicitatieverplichting te compenseren. Gedurende de verlenging waren alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen onverkort van kracht.
De bewindvoerder heeft op 10 december 2021 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Op 3 februari 2022 heeft de bewindvoerder de rechtbank de laatste stand van zaken ten behoeve van de eindzitting doen toekomen.
De beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling is behandeld ter terechtzitting 9 februari 2022. Ter zitting zijn verschenen en gehoord: schuldenaar en de bewindvoerder.

2..De standpunten

Voor de standpunten van de bewindvoerder en schuldenaren verwijst de rechtbank mede naar de desbetreffende gedingstukken en het verhandelde ter zitting van 9 februari 2022.
De bewindvoerder heeft in haar laatste stand van zaken van 3 februari 2022 gesteld dat verzoeker niet volledig heeft voldaan aan de informatieplicht. Enkele stukken ontbreken; de loonstroken over december 2021 en januari 2022, de polis ziektekostenverzekering 2022 en de beschikking zorgtoeslag 2022. Voorts heeft verzoeker opnieuw een tekortkoming in de nakoming van de sollicitatieplicht laten ontstaan. Bij beschikking van 5 juli 2021 is de regeling verlengd met zeven maanden om de daarvoor ontstane tekortkoming van 23 maanden te compenseren. Hierna zijn door verzoeker voldoende sollicitaties overgelegd, echter is in de sollicitaties tot en met november 2021 een telefoonnummer gebruikt waarop schuldenaar niet te bereiken was. De bewindvoerder adviseert de schone lei te verlenen, indien schuldenaar kan aantonen dat hij bereikbaar was ten tijde van de sollicitaties en de ontbrekende stukken overlegt.
Schuldenaar heeft ter zitting verklaard dat hij niet wist dat zijn nummer geblokkeerd was. Zodra hij door de bewindvoerder hiervan op de hoogte was gesteld, is hij meteen naar de telefoonwinkel gegaan om een nieuw telefoonnummer aan te vragen. Schuldenaar heeft vervolgens de werkgevers opgebeld waar hij gesolliciteerd had om het nieuwe telefoonnummer door te geven. Schuldenaar heeft voorts verklaard dat hij gemiddeld vijf à zes uur per dag werkzaam is als chauffeur. Hij heeft een contract voor onbepaalde tijd.
Gelet op het bovenstaande heeft de bewindvoerder ter zitting geadviseerd de schone lei te verlenen.

3..De beoordeling

De rechtbank oordeelt dat schuldenaar niet (toerekenbaar) in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten. Schuldenaar heeft immers, na het verhoor door de rechter-commissaris op 8 juni 2021, voldoende sollicitaties aangeleverd. Ter zitting heeft schuldenaar verklaard dat hij niet wist dat zijn telefoonnummer geblokkeerd was. Hij heeft direct een nieuw nummer aangevraagd en heeft vervolgens de werkgevers opgebeld om te zeggen dat hij op een ander nummer bereikbaar was dan aanvankelijk in de sollicitatiebrief vermeld stond. Bovendien heeft schuldenaar wel gemiddeld 5 à 6 uur per dag gewerkt als chauffeur en heeft hij een contract voor onbepaalde tijd. De bewindvoerder heeft ter zitting geadviseerd om de schone lei te verlenen. Geen van de schuldeisers heeft redenen aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. Aan schuldenaar zal daarom de zogenoemde “schone lei” worden verleend.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.

3..De beslissing

De rechtbank:
  • stelt vast dat schuldenaar niet toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
  • bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, doch dat de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van schuldenaar eindigen op 18 februari 2022;
  • verleent de zogenoemde “schone lei” waardoor de na de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn;
- stelt het salaris van de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op het aanwezig actief tot een bedrag van maximaal
€ 3.693,00;
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van
mr. N.A. Masrom, griffier, in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2022. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.