Rechtbank Rotterdam
Parketnummer: 10/167613-21
Proces-verbaalvan de openbare terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam op 23 februari 2022.
Tegenwoordig als:
politierechter mr. W.S. Korteling,
officier van justitie mr. R.P.L. van Loon,
griffier mr. E.S. Roman.
De zaak tegen na te noemen verdachte wordt uitgeroepen.
De verdachte, op de terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de politierechter te zijn genaamd
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman M. Sculic, advocaat te Rotterdam.
De politierechter heeft door deze ondervraging de identiteit van de verdachte vastgesteld.
De politierechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
Als raadsman van de verdachte is aanwezig, advocaat te Rotterdam.
De officier van justitiedraagt de zaak voor.
De verdachteverklaart: u vraagt mij of de beschuldiging klopt. Ja, het klopt allemaal. Ik heb er buikpijn en klamme handen van. Ik heb stress en ik ben bang voor een straf. Ik wil absoluut niet naar de gevangenis. Mijn aanhouding, de dagen op het politiebureau en de periode tot nu ervaar ik al als een straf. Als ik eraan denk, word ik er naar van. U zegt dat ik bij de politie ook al een bekennende verklaring heb afgelegd. U vraagt mij waarom ik de wapens en munitie in bezit had. Het is een uit de hand gelopen hobby. Ik had bijvoorbeeld ook een paar zware buksen en ik vind het gewoon machtig mooi om te schieten. Ik ken een plek waar ik mag schieten. Ik heb de buksen al meer dan een maand geleden teruggekregen. Ik heb er ook weer mee geschoten op een plek waar het mocht. U vraagt naar het pistool dat bij mij is aangetroffen. Dat had ik, omdat het er leuk uitzag. Het pistool was overigens kapot en het is een hebbeding. Ik weet dat het niet mocht en ik ga het ook nooit meer doen. De persluchtgeweren vind ik hartstikke leuk om te hebben. U vraagt mij wat er is veranderd sinds ik ben aangehouden. Ik ga nooit meer iets doen wat niet mag, ook al vind ik die dingen mooi.
U zegt tegen mij dat de politie de slede van het pistool met veel moeite open en gesloten kreeg en dat er dus met moeite een proefschot kon woden gelost. Ik heb er zelf nooit mee geschoten. U vraagt mij waarom ik wapens leuk vind. Dat heb ik van kinds af aan. Ik kreeg het van huis uit mee. U vraagt naar de aangetroffen softdrugs. Dat was puur voor eigen gebruik. Ik gebruik het elke dag voordat ik ga slapen. De inbeslaggenomen paddo’s wilde ik met mijn vriend gebruiken, maar dat is er niet meer van gekomen. Ik heb de paddo’s via via gekocht. U vraagt mij wat de persoon waarvan ik het heb gekocht over de paddo’s zei. Die persoon had er zelf een chocoladereep van gemaakt. Je kan daarvan kweeksets kopen en die neerzetten. Na een paar maanden heb je paddo’s. Ik heb eerder paddo’s gebruikt, dus ik weet wat het doet. U houdt mij voor dat het Team Criminele Inlichtingen informatie heeft ontvangen waaruit volgt dat ik wapens bij mij zou dragen. Dat is echt niet waar. Ik ben niet achterlijk. Ik heb niet met de wapens over straat gelopen. Als ik een luchtbuks meeneem dan gaat het in mijn tas. Ik loop niet met die dingen te koop. Ik heb ook geen vijanden dus ik zou ook niet weten waarom ik ermee rond moet lopen. U deelt mij mee dat er tapgesprekken in het dossier zitten. Die taggesprekken gaan over de Biesbosch. Ja dat klopt, daar schieten we dan op blikken. Ik schiet niet op dieren. Zoals ik eerder zei, het is echt een hobby. U zegt tegen mij dat het voorhanden hebben van dergelijke wapens en munitie risicovol is. Sinds ik gepakt ben lees ik in de media dat er van alles gebeurd met wapens, maar zo ben ik niet. U zegt dat ik een tijd in het leger heb gezeten. Ik heb in de 13e bataljon gezeten. Ik ben een tijd militair geweest. Ik was twaalf jaar toen ik begon met schieten. Ik weet precies hoe geweren werken. U vraagt of ik heb nagedacht om de (vuur-)wapens en munitie in te leveren. Daar heb ik niet over nagedacht. Ik had ze thuis en ik deed er niks mee. Ik vind dat het absoluut niet mocht. Ik dacht dat als ik er niks mee doe, dan komt het vast wel goed.
De politierechtergaat over tot het bespreken van de persoonlijke omstandigheden.
De verdachteverklaart: u vraagt mij hoe het met mij gaat. Ik heb een hoop stress van deze zaak. Ik heb ook last van paniekaanvallen. Dit hele gebeuren helpt niet echt mee. Ik gebruik daarvoor geen medicijnen. Ik ben wel een paar keer naar de huisarts geweest. Ik heb als advies meegekregen om ademhalingsoefeningen te doen om de paniekaanvallen onder controle te krijgen. U vraagt mij waardoor de paniekaanvallen ontstaan. Ik weet niet hoe dat komt. Het is wel verstandig om daar achter te komen.
De politierechtergaat over tot bespreking van het reclasseringsrapport, gedateerd 23 september 2021.
De verdachteverklaart: u vraagt of ik open sta voor behandeling. In principe wel. Ik zou eerst graag naar mijn huisarts willen, want zij hadden een psycholoog. Ik ben bij de huisarts geweest maar ik ben nog niet in behandeling. Ik ben bereid mij aan de voorwaarden van de reclassering te houden. Mijn vrouw ervaart ook stress. Ze heeft mensenvrees. Ze gaat wel met mij buiten naar mij, maar verder niet. Ze heeft weinig anderen om haar heen, omdat ze niet veel naar buiten gaat. Ze heeft een zus in België waar ze iedere dag contact mee heeft. Ik doe alles wat zij normaal zou doen, waaronder boodschappen. Zij slikt antidepressiva. Zij is niet meer onder behandeling van een psycholoog. Ze vond de inval door de politie niet heel grappig. Ik schrok mij rot. Als je niet weet wat je verkeerd heb gedaan dan schrik je. Ik had geen idee dat ik iets kwaad deed. Ik zei nog tegen de aanwezige politie tijdens de inval: misschien moeten jullie bij de buren zijn. Ik wist dat ik de wapens niet bij mij mocht hebben. Ik ga nooit meer iets doen wat niet mag. Ik heb hier echt last van.
U vraagt naar mijn dagbesteding. Ik heb daar met de reclassering over gesproken. Ik wil niet zeggen dat ik de beste timmerman van Nederland ben, maar ik ben wel een goede timmerman.
Ik wil als zzp’er aan de slag. Via de reclassering heb ik iemand toegewezen gekregen die mij met mijn financiën zal helpen. We houden nu echt geen rooie cent meer over. Het klopt dat we fikse schulden hebben. Ik heb een eigen bedrijf gehad, maar dat is failliet gegaan. Ik heb vrijdag een afspraak met degene die mij gaat helpen met mijn financiën. U vraagt waarom ik niet eerder op zoek ben gegaan naar werk en of ik heb nagedacht om in loondienst te gaan werken. Ik zie het niet echt zitten om voor een baas te werken. Bovendien heb ik er vertrouwen in dat ik weer kan werken als zelfstandig timmerman. Ik word door oude opdrachtgevers gebeld voor werk. De financiële hulpverlener gaat mij helpen en we gaan samen kijken wat de mogelijkheden zijn. U vraagt naar mijn huisvesting. Het gaat goed met mijn huis. De dreiging dat ik uit huis moest is voorbij. Ik heb een brief van de burgemeester en de woningbouw ontvangen. Het is nu klaar. Ik heb een waarschuwing van de burgemeester gehad.
De officier van justitiehoudt het requisitoir en voert aan:
Allereerst wil ik stilstaan bij de bewezenverklaring. Alle vier feiten ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen. Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris bekend. Daarnaast bevat het dossier WWM-rapporten, de wapens zijn onderzocht. Hoewel is vastgesteld dat het pistool lastig schiet, is het niet onmogelijk om daarmee munitie af te vuren. Ten aanzien van de ten laste gelegde paddo’s wil ik het volgende opmerken. De paddo’s zijn langere tijd geleden aangeschaft en zijn niet door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzocht op werkzame stof. Ik verzoek u daarom verdachte op dit punt vrij te spreken. De rest van de feiten acht ik wel wettig en overtuigend bewezen. Het gaat om vier strafbare feiten en verdachte is daarvoor strafbaar.
Wat betreft de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit het advies van de reclassering volgt dat het schorsingstoezicht van verdachte goed loopt. Ik lees in het reclasseringsrapport dat de gevolgen van onderhavige zaak verdachte wakker hebben geschud. Uit het reclasseringsrapport blijkt ook dat verdachte paniekaanvallen heeft en mantelzorger voor zijn vrouw is. Voorts heeft verdachte een enorme schuldenlast. De reclassering vindt het daarom verstandig om bij een eventuele veroordeling bijzondere voorwaarden op te leggen. Ik vind dat ook verstandig. Ik vind het belangrijk om in een forensisch kader hulp in te kunnen schakelen. Ik houd ook rekening met het strafblad van verdachte. Daaruit volgt dat verdachte twee keer eerder is bestraft voor een wapenfeit. De vraag is wat een passende eis is. Verdachte heeft een fascinatie voor wapens. Daarvoor hoef je geen helderziende voor te zijn. Er zijn strafbare en niet strafbare wapens en munitie aangetroffen. Volgens de richtlijnen van het openbaar ministerie staat voor het voorhanden hebben van een vuurwapens zes maanden gevangenisstraf. Voor het voorhanden hebben van munitie staat een geldboete van honderden euro’s en dat geldt ook voor softdrugs. Ik zie op de zitting en ik lees in het reclasseringsrapport dat verdachte geen crimineel is, maar meer een hobbyist. Ik zal daarom geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf vorderen. Verdachte hoeft wat mij betreft dus niet naar de gevangenis, maar het moet wel duidelijk zijn dat het openbaar ministerie het voorhanden hebben van dergelijke wapens en munitie niet tolereert. Ik vorder daarom dat de verdachte wordt veroordeeld tot werkstraf voor de duur van 240 uur met aftrek en veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich meldt bij Reclassering Nederland, zo vaak en zolang de reclassering dat
nodig vindt, alsmede dat verdachte zich zal melden bij Fivoor of een soortgelijke zorgverlener voor ambulante behandeling; de verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan
begeleiding van MJD Fivoor of soortgelijke instelling te bepalen door de reclassering) en aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; de verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Ten aanzien van het inbeslaggenomen geldbedrag verzoek ik u de teruggave daarvan te gelasten aan de beslagene.
De raadsmankrijgt het woord tot verdediging en voert aan:
Ik hecht eraan te melden dat ik vanaf het begin goed contact heb gehad met de officier van justitie van de ZSM-dienst. Tijdens het opsporingsonderzoek heb ik samen met de officier van justitie de situatie van cliënt kunnen afstemmen.
Ik ben het eens met het standpunt van de officier van justitie. Ten aanzien van de bewezenverklaring en de bewijsoverwegingen refereer ik mij aan het requisitoir van de officier van justitie. Cliënt was heel bang om voor uw rechtbank te verschijnen. Een dergelijke zaak wordt doorgaans door een meervoudige kamer afgedaan, gelet op de hoeveelheid aangetroffen wapens en munitie en de locatie van de aangetroffen wapens en munitie.
Ten aanzien van de strafmaat refereer ik mij aan uw oordeel. Ik verzoek u om maatwerk te leveren. Dit onderzoek heeft veel impact op de levenssfeer van cliënt. Er zijn bijzondere opsporingsbevoegdheden toegepast en cliënt is zelfs getapt. Dat heeft veel indruk gemaakt op cliënt en zijn vrouw. Ik verzoek u bij de straftoemeting daarmee rekening te houden.
Wat betreft het inbeslaggenomen geldbedrag sluit ik mij aan bij het verzoek van de officier van justitie.
De verdachtewordt het recht gelaten het laatst te spreken en maakt hiervan geen gebruik.
De politierechter verklaart het onderzoek gesloten en zegt terstond mondeling vonnis te zullen geven.
De politierechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
Aantekening van het mondeling vonnis