ECLI:NL:RBROT:2022:1955

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
C/10/630269 / HA ZA 21-1070
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident ondervrijwaring in vrijwaringszaak met betrekking tot schade aan kunstwerken

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een incident in een vrijwaringszaak. De eiseres, Doornekamp Woodspecials V.O.F., heeft een vordering ingediend om VMG Yachtbuilders B.V. in ondervrijwaring op te roepen. Dit incident is ontstaan uit een hoofdzaak waarin de gemeente Assen vordert dat [naam verweerder 2] en [handelsnaam] hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 92.305,68, voortvloeiend uit een tekortkoming in de nakoming van een aannemingsovereenkomst. Deze overeenkomst betrof de vervaardiging en het onderhoud van drie kunstwerken, waaronder het kunstwerk 'De hond Mannes'. De gemeente Assen stelt dat er schade is ontstaan aan deze kunstwerken, wat aanleiding heeft gegeven tot de vordering.

In het incident heeft Doornekamp betoogd dat VMG Yachtbuilders aansprakelijk is voor de schade, omdat zij in onderaanneming een coatingsysteem heeft geleverd en uitgevoerd. Rapportages van deskundigen ondersteunen de stelling dat de schade is ontstaan door de werkzaamheden van VMG Yachtbuilders. De rechtbank heeft geoordeeld dat Doornekamp voldoende recht en belang heeft om VMG Yachtbuilders in ondervrijwaring op te roepen, en heeft de vordering toegewezen. De rechtbank heeft verder bepaald dat de proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

De beslissing is op 16 februari 2022 openbaar uitgesproken door mr. M. de Geus, en de zaak is verwezen naar de rol van 30 maart 2022 voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/630269 / HA ZA 21-1070
Vonnis in incident van 16 februari 2022
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
[naam verweerder 1],
gevestigd te [vestigingsplaats verweerder 1],
2.
[naam verweerder 2],
wonende te [woonplaats verweerder 2],
3.
[naam verweerder 3],
wonende te [woonplaats verweerder 3],
verweerders in het incident,
advocaat mr. E. van Meulen te Naarden,
tegen
1. de vennootschap onder firma
DOORNEKAMP WOODSPECIALS V.O.F.,
gevestigd te Waddinxveen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AR-LYN B2B B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B3D B2B B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOORNEKAMP B2B B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. M.J.W. Hoek te Alphen aan den Rijn.
Partijen zullen hierna [naam verweerder 2] en Doornekamp genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in deze vrijwaringszaak blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 december 2021, met producties;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in ondervrijwaring;
  • de conclusie van antwoord in het incident tot oproeping in ondervrijwaring.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. Het geschil in het incident
2.1.
In de bij deze rechtbank onder zaak-/rolnummer C/10/614942 / HA ZA 21-232 aanhangige (hoofd)zaak tussen de gemeente Assen enerzijds en [naam verweerder 2] en [naam 1] h.o.d.n. [handelsnaam] (hierna: [handelsnaam]) anderzijds, vordert de gemeente Assen om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [naam verweerder 2] en [handelsnaam] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de hoofdsom van € 92.305,68, te vermeerderen met de wettelijke rente, met hoofdelijke veroordeling van [naam verweerder 2] en [handelsnaam] in de proceskosten en de nakosten, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente. De gemeente Assen heeft daarbij aan haar vordering een tekortkoming in de nakoming van de tussen haar en [naam verweerder 2] en [handelsnaam] gesloten aannemingsovereenkomst ten grondslag gelegd. Deze overeenkomst hield in grote lijnen in dat [naam verweerder 2] en [handelsnaam] in opdracht van de gemeente Assen drie werken van beeldende kunst zouden vervaardigen en gedurende tien jaar onderhouden, waaronder het kunstwerk De hond Mannes. Op dit kunstwerk kwamen al snel kalkstrepen en de mate van glans ging sterk achteruit.
2.2.
Ten aanzien van voornoemd geschil is [naam verweerder 2] bij incidenteel vonnis van 3 november 2021 toegelaten Doornekamp in vrijwaring op te roepen. Dat is vervolgens gebeurd bij voormelde dagvaarding van 7 december 2021.
2.3.
In dit incident vordert Doornekamp dat haar wordt toegestaan VMG Yachtbuilders B.V. (hierna: VMG Yachtbuilders) in ondervrijwaring op te roepen. Doornekamp heeft het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd. VMG Yachtbuilders heeft in onderaanneming voor Doornekamp een coatingsysteem geleverd en uitgevoerd. Uit een rapportage van [naam 2] van 22 januari 2020 – opgesteld in opdracht van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van [naam verweerder 2] – blijkt dat de door de gemeente Assen gestelde schade zou zijn ontstaan door aantasting in het voornoemde coatingsysteem en verkleuringen in de epoxyhars direct onder de dubbele laklaag. Uit een rapportage van COT B.V. blijkt eveneens dat de oorzaak van de beweerdelijke schade met name gelegen is in de werkzaamheden die Doornekamp aan VMG Yachtbuilders in onderaanneming heeft opgedragen en door VMG Yachtbuilders zijn uitgevoerd. Indien de aansprakelijkheid van Doornekamp wordt vastgesteld heeft zij recht, redenen en belang bij de vordering tot oproeping in ondervrijwaring van VMG Yachtbuilders teneinde te bewerkstelligen dat VMG Yachtbuilders jegens Doornekamp wordt veroordeeld tot betaling van al hetgeen waartoe Doornekamp in de procedure(s) tot vrijwaring jegens [naam verweerder 2] zal worden veroordeeld, met veroordeling van VMG Yachtbuilders in de kosten van de procedure tot ondervrijwaring.
2.4.
[naam verweerder 2] refereert zich in dit incident aan het oordeel van de rechtbank.

3..De beoordeling in het incident

3.1.
Een gedaagde in een vrijwaringszaak kan iemand in ondervrijwaring oproepen, indien hij voldoende gemotiveerd stelt krachtens zijn rechtsverhouding tot die derde recht en belang te hebben de nadelige gevolgen van een voor hem ongunstige afloop van – in dit geval – de vrijwaringszaak, geheel of gedeeltelijk op die derde te verhalen.
3.2.
Uit de stellingen die Doornekamp aan haar vordering tot oproeping in ondervrijwaring ten grondslag heeft gelegd, volgt, dat niet valt uit te sluiten dat zij, indien de beslissing in de vrijwaringszaak voor haar nadelig zal uitvallen, verhaal heeft op VMG Yachtbuilders. Nu [naam verweerder 2] zich daarnaast heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, zal de door Doornekamp aanhangig gemaakte incidentele vordering tot oproeping in ondervrijwaring worden toegewezen.
3.3.
De rechtbank ziet geen aanleiding één der partijen in de kosten van het incident te veroordelen, zodat de proceskosten in het incident zullen worden gecompenseerd aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4..De beslissing

De rechtbank
in het incident tot oproeping in ondervrijwaring
4.1.
staat toe dat VMG Yachtbuilders B.V. door Doornekamp wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 30 maart 2022,
4.2.
compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak (zijnde de vrijwaringszaak tussen [naam verweerder 2] en Doornekamp)
4.3.
verwijst de zaak naar de rol van 30 maart 2022 voor conclusie van antwoord aan de zijde van Doornekamp.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. de Geus. Het is door de rolrechter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2022.
3530/638