Het Uwv mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft het dossier, met informatie van de bedrijfsarts, POH GGZ en psycholoog bestudeerd en hij heeft eiseres telefonisch gesproken. In dit gesprek zijn het dagverhaal, de medische situatie en de mogelijkheden van eiseres besproken.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in haar rapport van 2 augustus 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier bestudeerd en de informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft zij eiseres gesproken op de hoorzitting. Na de hoorzitting heeft eiseres nadere medische informatie, een onderzoeksrapport van de neuropsycholoog, opgestuurd. Dit rapport heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook meegenomen in de beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet geen aanleiding om andere beperkingen vast te stellen dan de verzekeringsarts en stelt dat er sprake is van een zorgvuldig onderzoek en dat er adequate en voldoende beperkingen zijn aangenomen. Over de toegezonden informatie stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat dit niet leidt tot wezenlijk andere medische inzichten die tot het aannemen van verdergaande beperkingen zou moeten leiden.
De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaren betrokken in hun beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de in bezwaar ingebrachte informatie ook meegenomen en afgewogen, en zij heeft gereageerd op de medische informatie die eiseres in beroep nog heeft ingebracht. Het is aan de verzekeringsartsen om te bepalen of informatie uit de behandelend sector moet worden opgevraagd, of dat al voldoende informatie aanwezig is om de beperkingen te kunnen vaststellen. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd waarom zij over voldoende medische informatie beschikte om de beperkingen te kunnen vaststellen.
Gelet op de onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiseres diabetes mellitus (type 1) heeft en dat sprake is van een depressieve episode. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor het persoonlijk functioneren, het sociaal functioneren, de fysieke omgevingseisen en de werktijden.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapportage van 2 augustus 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Zij stelt dat haar niet is gebleken dat de primaire verzekeringsarts een onjuist of onvolledig beeld heeft gehad van de gezondheidstoestand van belanghebbende en de daaruit voor het verrichten van arbeid voortvloeiende beperkingen. Ook is haar niet gebleken dat het door de primaire verzekeringsarts opgestelde belastbaarheidspatroon op onjuiste of onvolledige wijze de medische beperkingen van eiseres weerspiegelt, nu adequate en voldoende beperkingen zijn aangegeven voor wat betreft de psychische belastbaarheid. Over de informatie aangeleverd in de bezwaarfase stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat dit geen reden geeft tot het aannemen van verdergaande beperkingen en dat de beperkingen aangenomen door de verzekeringsarts voldoende zijn voor de psychische klachten van eiseres.
Eiseres meent dat verweerder ten onrechte geen verdergaande beperkingen heeft aangenomen voor haar psychische klachten. Om dit te onderbouwen heeft zij in beroep een brief overgelegd van de neuropsycholoog. Dit betreft een bericht ter afsluiting van de behandeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft hierop gereageerd en overwogen dat dit geen nieuwe medische inzichten oplevert: de vermelde depressieve stoornis was ook al genoemd in de eerder aangeleverde informatie van de neuropsycholoog.
De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep hiermee voldoende heeft uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen.
De arbeidskundige beoordeling
Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om haar geschiktheid voor de geduide functies in twijfel te trekken.
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 4 januari 2021 met de middelste van de geduide functies 76,32% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als TOA, zodat eiseres voor de overige 23,68% arbeidsongeschikt is.