Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
- mevrouw [persoon B] , werkzaam bij het Jongeren Perspectief Fonds (hierna: begeleidster).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 1 december 2021 een verzoek ingediend om een dwangakkoord te verkrijgen met haar schuldeisers, waaronder Stichting Prokino. Verzoekster had een schuld van € 21.657,08 en bood een regeling aan waarbij zij 18,54% aan de preferente schuldeisers en 9,27% aan de concurrente schuldeisers zou betalen. Prokino, als grootste schuldeiser, weigerde echter in te stemmen met deze regeling, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vond en stelde dat de regeling niet goed gedocumenteerd was. Tijdens de zitting op 6 januari 2022 was Prokino niet aanwezig, maar de rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zes van de zeven schuldeisers akkoord gingen met de regeling en dat het voorstel goed gedocumenteerd was. Verzoekster, die een BBL-opleiding volgt, is gemotiveerd om haar financiële situatie te verbeteren en heeft geen nieuwe schulden gemaakt sinds haar aanmelding bij schuldhulpverlening. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster en de schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van Prokino. De rechtbank heeft daarom Prokino bevolen in te stemmen met de schuldregeling en de kosten van de procedure aan Prokino opgelegd, terwijl het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen.