2.3.Op 26 augustus 2020 hebben De Staat en [verweerder] een gewijzigde vaststellingsovereenkomst gesloten (hierna: de uitruilovereenkomst). Deze overeenkomst luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
1. Door ondertekening van deze Uitruilovereenkomst komen partijen overeen dat het dienstverband van de ambtenaar door diens opzegging met ingang van 1 september 2022 eindigt. Het ontslagbesluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de VSO [van 3 oktober 2016] wordt hiermee niet geacht te zijn genomen.
2. Indien het dienstverband van de ambtenaar op een eerdere datum dan bedoeld in artikel 1, eerste lid van deze Uitruilovereenkomst om een andere reden eindigt, te weten door ontslag op staande voet, verwijtbaar handelen of nalaten van de ambtenaar of wanprestatie door de ambtenaar, wordt deze Uitruilovereenkomst geacht niet te zijn gesloten. De ambtenaar heeft alsdan geen vordering(en) uit hoofde van deze Uitruilovereenkomst.
Artikel 2 Stimuleringspremie/bijzonder verlof
(…)
2. Partijen komen overeen dat de uit hoofde van de VSO aan de ambtenaar toegekende stimuleringspremie met ingang van 1 september 2020 wordt omgezet in bijzonder verlof als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Cao Rijk en onder toepassing van de uitgangspunten bij uitruil stimuleringspremie voor bijzonder verlof.
3. Voor het bepalen van de hoogte van de stimuleringspremie wordt uitgegaan van het op de ingangsdatum van het bijzonder verlof geldende aantal ABP-pensioenjaren, het geldende bruto maandsalaris en de geldende arbeidsduur. Herberekening van de stimuleringspremie per de ingangsdatum van het bijzonder verlof leidt ertoe dat de werkgever aan de ambtenaar een stimuleringspremie betaalt ter hoogte van € 33.446,88 bruto. Dit bedrag is conform onderdeel 7B van hoofdstuk 1 van de PUB juncto artikel 49tt van het ARAR, zoals dit ten tijde van de ondertekening van de VSO van toepassing was, gebaseerd op de volgende berekening:
Rekenfactor 18 / 18 X 24 rekenkundige maanden X € 1.393,62 = € 33.446,88 bruto.
(…)
5. Het bedrag van de stimuleringspremie wordt niet aan de ambtenaar uitbetaald maar gedeeltelijk omgezet in bijzonder verlof van 24 maanden. Het keuzesalaris dat hiervoor wordt gebruikt, bedraagt € 1.196,95. (…)
Artikel 3 Geen recht op uitkering/terugvordering
(…)
2. De ambtenaar is verplicht het bedrag aan stimuleringspremie zoals bedoeld in artikel 2, derde lid van de Uitruilovereenkomst, terug te betalen indien:
a. het dienstverband op een eerdere datum dan bedoeld in artikel 1, eerste lid van deze Uitruilovereenkomst eindigt wegens één of meer van de gronden genoemd in artikel 1, tweede lid van deze Uitruilovereenkomst;
(…)”