ECLI:NL:RBROT:2022:1874

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
C/10/633382 / FT RK 22/57
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van faillissementsverzoek en proceskostenveroordeling

Op 9 februari 2022 heeft verzoeker, handelend onder de naam [X], een verzoek tot faillietverklaring van verweerder, handelend onder de naam [Z], ingediend bij de Rechtbank Rotterdam. Verweerder heeft op 7 maart 2022 een verweerschrift ingediend, waarin hij verzocht het faillissementsverzoek af te wijzen en verzoeker te veroordelen in de kosten van de procedure. Tijdens de zitting op 8 maart 2022 hebben beide advocaten, mr. A.P. van Elswijk voor verzoeker en mr. M. Huijzer voor verweerder, hun standpunten toegelicht. Mr. Van Elswijk heeft ter zitting mondeling aangegeven het faillissementsverzoek in te trekken, terwijl mr. Huijzer heeft verklaard dat het verzoek om kostenveroordeling wordt gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot faillietverklaring is ingetrokken en dat het verzoekschrift prematuur was, gezien de omstandigheden van de zaak.

De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de kosten van de procedure aan de zijde van verweerder moeten worden toegewezen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.126,--, conform het liquidatietarief voor rechtbanken en hoven. De beschikking is op 15 maart 2022 gegeven door rechter mr. J.C.A.T. Frima, in aanwezigheid van griffier J. Hillen-Huizer. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Rekestnummer: [nummer]
BESCHIKKING op het verzoek van:
[naam 1] ,
handelend onder de naam: [X] ,
wonende en zaakdoende te ’s-Gravenhage,
verzoeker,
advocaat: mr. M.M.H. de Ruijter-van den Brand
strekkende tot faillietverklaring van:
[naam 2] ,
handelend onder de naam: [Z] ,
wonende en zaakdoende te Rotterdam,
verweerder,
advocaat: mr. M. Huijzer.

1.De procedure

Op 9 februari 2022 heeft verzoeker een verzoek tot faillietverklaring van verweerder ter griffie ingediend.
Op 7 maart 2022 heeft mr. Huijzer een verweerschrift ingediend, waarin wordt verzocht het faillissementsverzoek af te wijzen, met veroordeling van verzoeker in de kosten van deze procedure.
Ter zitting van 8 maart 2022 zijn mr. A.P. van Elswijk, namens verzoeker, en
mr. M. Huijzer, advocaat van verweerder, verschenen.
Ter zitting van 8 maart 2022 heeft mr. Van Elswijk mondeling aangegeven het verzoek in te trekken.
Mr. Huijzer heeft ter zitting verklaard dat het verzoek om een kostenveroordeling wordt gehandhaafd.
Mr. Van Elswijk heeft ter zitting verklaard dat het verzoek tijdig is ingetrokken.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat – ter zitting - het verzoek tot faillietverklaring is ingetrokken.
De rechtbank is van oordeel dat, gezien de inhoud van het verweerschrift van verweerder en gezien het feit dat verzoeker het verzoekschrift ter zitting, maar voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling heeft ingetrokken, het ingediende verzoekschrift prematuur was. Het verzoek van verweerder om verzoekster te veroordelen in de kosten van deze procedure wordt daarom toegewezen. De rechtbank zal de kosten van deze procedure vaststellen conform het liquidatietarief voor rechtbanken en hoven.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat het verzoek tot faillietverklaring is ingetrokken;
- veroordeelt verzoeker in de proceskosten aan de zijde van verweerder, begroot op € 1.126--.
Deze beschikking is op 15 maart 2022 gegeven door mr. J.C.A.T Frima, rechter, in aanwezigheid van J. Hillen-Huizer, griffier. [1]

Voetnoten

1.