Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam 1] ,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Waterweg Wonen en GNG Bewindvoering B.V., vertegenwoordigd door [naam 1]. Waterweg Wonen vorderde ontruiming van de woning van [naam 1] vanwege aanhoudende overlastsituaties. De procedure begon met een dagvaarding op 4 januari 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 januari 2022. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestaat tussen Waterweg Wonen en [naam 1] sinds 28 november 2007, waarbij de algemene huurvoorwaarden van toepassing zijn. Artikel 6.6 van deze voorwaarden verplicht de huurder om overlast voor omwonenden te voorkomen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat er meldingen van overlast zijn geweest, maar dat het niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat deze overlast direct aan [naam 1] kan worden toegeschreven. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Waterweg Wonen niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat [naam 1] verantwoordelijk was voor de overlast. De rechtbank heeft de vordering afgewezen en Waterweg Wonen veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde van de bewindvoerder. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.