ECLI:NL:RBROT:2022:1830

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
C/10/632791 / JE RK 22-247
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige gedragsproblematiek

Op 15 februari 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die verblijft in een gesloten groep van Bergse Bos. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 28 januari 2022 een verzoek ingediend voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor [naam kind] voor de duur van zes maanden. Dit verzoek is gedaan omdat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de ouders als [naam kind] instemden met het verzoek. De ouders betreuren de situatie, maar achten een langer verblijf in de gesloten groep noodzakelijk voor het welzijn van [naam kind].

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds september 2020 bij Bergse Bos verblijft en ernstige gedragsproblematiek vertoont. Na een escalatie in december 2021 is besloten dat hij niet meer onbegeleid naar huis kan. De kinderrechter oordeelt dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind] zich aan de hulpverlening onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van 26 februari 2022 tot 26 augustus 2022, met de nadruk op het belang van een gestructureerde omgeving voor [naam kind].

De kinderrechter dringt aan op een spoedige evaluatie van de onderliggende problematiek van [naam kind], zodat passende behandeling kan worden geboden. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 10 maart 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/632791 / JE RK 22-247
datum uitspraak: 15 februari 2022

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2011 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 28 januari 2022, ingekomen bij de griffie op 28 januari 2022;
- de verklaring d.d. 28 januari 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder
- de instemmende verklaring d.d. 14 februari 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 15 februari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord op Bergse Bos, in het bijzijn van zijn advocaat mr. B.C.V.J. van Leur;
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft op een gesloten groep van Bergse Bos.
Bij beschikking van 10 november 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 26 november 2022. Daarnaast is tevens een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor [naam kind] verleend met ingang van 26 november 2021 tot 26 februari 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er liep een traject waarbij er gewerkt werd aan een thuisplaatsing bij de moeder, maar door een heftig incident in december is dit traject helaas stopgezet. Het is niet duidelijk waarom [naam kind] niet profiteert van de hulpverlening die wordt ingezet. Bij MC Kinderplein is [naam kind] afgewezen, omdat zijn gedrag te heftig is. De dagbesteding bij Horses&Co heeft ook aangegeven dat het gedrag van [naam kind] te heftig is, maar hij mag er nog wel halve dagen naartoe. Speltherapie is net gestart. De GI onderzoekt de mogelijkheid van observatie door een psychiater binnen zijn verblijf op de groep, zodat een beter beeld ontstaat van hetgeen [naam kind] nodig heeft. Hiervoor is de casus van [naam kind] aangemeld bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), de GGZ afdeling van Horizon. Er staat op 22 februari 2022 een intakegesprek gepland. Het is van belang dat de machtiging voor de duur van zes maanden wordt verlengd. Een machtiging voor kortere duur geeft spanning en onrust bij [naam kind].

Het standpunt van belanghebbenden

De ouders hebben instemt met het verzoek. Hoewel zij de situatie betreuren, achten zij een langer verblijf op een gesloten groep van Bergse Bos in het belang van [naam kind].
Namens en door [naam kind] is eveneens ingestemd met het verzoek. Op dit moment is er nog geen
perspectief en het is niet in het belang van [naam kind] als hij nu naar huis zou gaan. Er dient goed
onderzocht te worden wat er met [naam kind] aan de hand is, zodat hij behandeld kan worden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan nog sprake is.
[naam kind] verblijft sinds september 2020 bij Bergse Bos. Hij vertoont ernstige gedragsproblematiek en vindt het moeilijk om zijn emoties te reguleren. Hiermee brengt hij zichzelf en anderen in gevaar. De behandeling bij Bergse Bos was aanvankelijk gericht op een terugkeer naar de thuissituatie bij de moeder. Na een escalatie in december 2021 is echter besloten dat [naam kind] niet meer onbegeleid naar huis kan. Alle betrokkenen zijn het eens dat [naam kind] op dit moment nog de gestructureerde omgeving en specifieke pedagogische aanpak die Bergse Bos hem biedt nodig heeft, om zijn veiligheid en die van zijn omgeving zoveel mogelijk te kunnen waarborgen.
Er dient evenwel onderzocht te worden waar de problematiek van [naam kind] door veroorzaakt wordt en welke behandeling daarbij passend is. Door diverse omstandigheden, die buiten [naam kind] liggen, is het vooralsnog niet gelukt om een duidelijk beeld te krijgen van de onderliggende problematiek van [naam kind] en daarmee de behandelmogelijkheden. De kinderrechter dringt er dan ook op aan dat dit zo snel mogelijk gebeurt, zodat [naam kind] geholpen kan worden en zich in positieve zin verder kan ontwikkelen. In de tussentijd acht de kinderrechter het noodzakelijk dat het verblijf van [naam kind] bij Bergse Bos wordt verlengd.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor een periode van zes maanden, nu die periode naar verwachting nodig zal zijn en een korter durende verlenging ‑ vanwege de daarmee gepaard gaande onrust - niet in het belang van [naam kind] wordt geacht.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 26 februari 2022 tot uiterlijk
26 augustus 2022 betreffende de minderjarige [naam kind].
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 maart 2022. De griffier is buiten staat om deze beschikking mede te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.