ECLI:NL:RBROT:2022:1828

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
C/10/633015 / JE RK 22-285
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 februari 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind], geboren in 2007, momenteel verblijft in een gesloten groep bij Harreveld en dat er sprake is van kind-eigen problematiek, waaronder ASS, ADHD en oppostioneel-opstandig gedrag. De ouders van [naam kind] zijn verwikkeld in een complexe echtscheiding, wat de communicatie tussen hen bemoeilijkt en de situatie voor [naam kind] ongunstig maakt. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een periode van zes maanden, omdat er geen passende vervolgplek beschikbaar is en een open groep niet wenselijk is voor [naam kind].

De kinderrechter heeft de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel [naam kind] als de ouders en vertegenwoordigers van de GI zijn gehoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de huidige gesloten plaatsing noodzakelijk is, maar heeft de machtiging voor een kortere periode van vier maanden verleend, in plaats van de gevraagde zes maanden. Dit om de GI de gelegenheid te geven om een passende vervolgplek te vinden en om de situatie van [naam kind] te monitoren. De kinderrechter heeft benadrukt dat er op korte termijn duidelijkheid moet komen over het perspectief voor [naam kind]. De beslissing is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 10 maart 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/633015 / JE RK 22-285
datum uitspraak: 15 februari 2022

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] ,
advocaat: [naam curator] , te [plaatsnaam] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] ,

[naam curator] ,

hierna te noemen: bijzondere curator, kantoorhoudende te [plaatsnaam] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 2 februari 2022, ingekomen bij de griffie op 2 februari 2022
- de verklaring d.d. 2 februari 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder
- de instemmende verklaring d.d. 14 februari 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- het emailbericht van de bijzondere curator d.d. 12 februari 2022 met als bijlage een verslaglegging d.d. 29 november 2021
- het emailbericht van de vader d.d. 14 februari 2022.
Op 15 februari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan de zitting ook apart is gehoord, bijgestaan door
[naam curator] ,
- de vader,
- de moeder,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Harreveld.
Bij beschikking van 4 maart 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst bij beschikking d.d. 31 augustus 2021 tot 4 september 2022.
Bij beschikking van 2 december 2021 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 4 december 2021 tot 4 maart 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is nog altijd sprake van een complexe echtscheiding en de ouders lopen vast in de communicatie. Bij [naam kind] is sprake van kind-eigen problematiek. De huidige plek is een te zware maatregel voor [naam kind] . Een open groep is echter niet wenselijk. Eerder is gebleken dat een open groep tot veel onrust en instabiliteit leidt bij [naam kind] . Er wordt daarom gezocht naar een gezinshuis voor [naam kind] , maar binnen de organisatie van Harreveld is geen passende plek gevonden. Binnenkort zal de Zorgbemiddelingstafel (Team Zorgbemiddeling) zich over de casus buigen en kijken of zij in de regio Rotterdam een passende plek voor [naam kind] kunnen vinden. De GI heeft ter zitting verzocht een trajectmachtiging te verlenen, zodat er niet opnieuw een zitting hoeft plaats te vinden, zodra er een vervolgplek beschikbaar is voor [naam kind] .

Het standpunt van [naam kind]

wil het liefste weer bij zijn moeder gaan wonen, maar als dat niet mogelijk is wil hij wel
naar een gezinshuis. Hij zou graag een gezinshuis met een hond willen. [naam kind] wil ook
graag op ski-vakantie met zijn vader.
De advocaat van [naam kind] en tevens bijzondere curator heeft ter zitting aangegeven dat het perspectief van [naam kind] nog niet duidelijk is. Harreveld heeft al veel informatie over [naam kind] , maar een breder onderzoek is noodzakelijk. Het KSCD onderzoek, dat helaas lang op zich laat wachten, zal meer duidelijkheid geven. Tot die tijd is het niet in het belang van [naam kind] dat hij nog veel wisselt van plek. [naam kind] is op Harreveld uitgegroeid, waardoor de plek eigenlijk niet meer passend is. Een alternatief voor Harreveld zou een open groep zijn, maar dat wil hij zelf niet en dit zou gezien de eerdere ervaring ook niet in zijn belang zijn. [naam kind] houdt van allebei zijn ouders, maar de voortdurende strijd tussen de ouders en de kind-eigen problematiek van [naam kind] maken dat een terugplaatsing bij een van hen op dit moment niet verstandig is. [naam kind] staat daarom open voor een plaatsing in een gezinshuis. De advocaat benadrukt dat het wel een perspectiefbiedend gezinshuis moet zijn. Nu [naam kind] klaar is voor een vervolgplek, verzoekt zij een machtiging voor de duur van vier maanden te verlenen.

De standpunten

De vader heeft ter zitting aangegeven dat hij het zeer betreurt dat [naam kind] nog langer in een gesloten instelling moet verblijven, doordat er nog geen vervolgplek beschikbaar is. Hij ziet wel dat [naam kind] rustiger is geworden bij Harreveld. De vader betreurt het nog meer dat het hem en de moeder niet lukt om de thuissituatie voor [naam kind] voldoende te stabiliseren, zodat hij weer thuis zou kunnen wonen. De vader zou hier aan willen werken samen met de moeder. In het verleden hebben de ouders een poging tot mediation gedaan, maar dit is bij één gesprek gebleven.
De moeder heeft naar voren gebracht dat [naam kind] geen baat heeft bij de gesloten plaatsing en zij denkt dat zij het wel aan zou kunnen als [naam kind] weer bij haar zou komen wonen. Verder heeft zij haar ongenoegen geuit over de inzet van de GI de afgelopen periode. Zij wil niet dat [naam kind] middels een trajectmachtiging zomaar op een vervolgplek geplaatst wordt. Zij wil liever dat er dan eerst nog een zitting plaats vindt. Volgens de moeder is de communicatie tussen haar en de vader niet goed en zou het beter zijn als er zo min mogelijk communicatie zou zijn.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter oordeelt als volgt.
Bij [naam kind] is sprake van kind-eigen problematiek. Er is een diagnose ASS, ADHD, oppostioneel-opstandig gedrag en er was sprake van suïcidaal gedrag. Daarbij komt dat tussen de ouders sprake is van een complexe echtscheiding. Hoewel [naam kind] fijn contact heeft met beide ouders, lukt het de ouders nog onvoldoende om op een constructieve manier met elkaar over [naam kind] te communiceren en [naam kind] niet te belasten met hun strijd. [naam kind] verblijft momenteel op de gesloten Lagune 1 groep van Harreveld. Hij is hier gestabiliseerd en tot rust gekomen. Hij doet het goed op de groep en komt tot ontwikkeling. Alle betrokkenen zijn het eens dat de huidige plek voor [naam kind] inmiddels een te zware maatregel is. Een plaatsing op een open groep is echter niet haalbaar vanwege zijn kind-eigen problematiek, zo is eerder gebleken. De kinderrechter acht een terugplaatsing bij een van de ouders op dit moment evenmin in het belang van [naam kind] . Het risico dat [naam kind] decompenseert is groot nu [naam kind] kwetsbaar is en de strijd tussen de ouders nog altijd voortduurt. Het KSCD is ingeschakeld om onderzoek te doen naar de mogelijkheden rondom een passende vervolgplek voor [naam kind] , maar dat onderzoek is nog niet aangevangen. Een plek binnen een kleinschalig en perspectiefbiedend gezinshuis lijkt vooralsnog het meest passend als vervolgplek. Een dergelijke plek wordt door de GI gezocht, maar is nog niet gevonden.
Geconcludeerd kan worden dat een langere gesloten plaatsing voor [naam kind] op dit moment noodzakelijk is. De kinderrechter dringt er evenwel op aan dat op korte termijn duidelijkheid komt over het perspectief voor [naam kind] . Het is aan de GI om dit proces te waarborgen en waar mogelijk te bespoedigen. Om een vinger aan de pols te houden, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor een kortere periode dan verzocht, te weten een periode van vier maanden, en het verzoek voor het overige aanhouden. Een trajectmachtiging zal niet worden afgegeven, nu nog onduidelijk is naar welke vervolgplek [naam kind] kan gaan. De GI dient uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen datum een rapportage aan de kinderrechter te doen toekomen omtrent de huidige stand van zaken, waaronder de ontwikkelingen rondom het KSCD onderzoek en de vervolgplek voor [naam kind] , waarbij tevens dient te worden vermeld of het verzoek voor het overige wordt gehandhaafd dan wel gewijzigd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 4 maart 2022 tot uiterlijk
4 juli 2022 betreffende de minderjarige [naam kind] ;

houdt de beslissing voor het overige aan tot 1 juni 2022 pro forma;

bepaalt dat de GI, de vader, de moeder, [naam kind] en [naam curator] op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 maart 2022. De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.