ECLI:NL:RBROT:2022:1775

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
C/10/612996 / HA ZA 21-130
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over leeftijdbepaling van bomen en benoeming deskundige

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een burengeschil, heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 maart 2022 een tussenvonnis uitgesproken. De zaak betreft de benoeming van een deskundige die zich zal buigen over de leeftijdbepaling van bomen die zich op minder dan twee meter van de erfgrens bevinden. Eerder, op 24 november 2021, had de rechtbank al een tussenvonnis gewezen waarin werd aangegeven dat er behoefte was aan deskundige voorlichting over de plaats van de bomen ten opzichte van de erfgrens en hun leeftijd. De partijen, [naam eiser] en [gedaagden], hebben hun standpunten over de benoeming van de deskundige en de te stellen vragen kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om [naam], Hoofd Boomtechnisch Advies bij idverde Bomendienst, als deskundige te benoemen. De deskundige zal de opdracht krijgen om de leeftijd van de bomen te bepalen en de relevante vragen te beantwoorden. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 3.617,90, welke kosten door beide partijen gelijkelijk moeten worden gedragen. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek en dat zij alle gevraagde informatie tijdig en naar waarheid moeten verstrekken. De verdere procedure zal worden voortgezet na indiening van het deskundigenrapport, waarna partijen de gelegenheid krijgen om een conclusie na deskundigenbericht te nemen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/612996 / HA ZA 21-130
Vonnis van 9 maart 2022
in de zaak van
[naam eiser],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.F. van Drenth te Gorinchem,
tegen

1..[naam gedaagde 1],

wonende te [woonplaats gedaagde 1],
2.
[naam gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagde 2],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. B. Cornelissen te Utrecht.
Partijen zullen hierna [naam eiser] en [gedaagden] genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 24 november 2021 (hierna: het tussenvonnis) en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de akte uitlaten deskundige van [naam eiser];
  • de akte uitlaten deskundige van [gedaagden];
  • e-mailcorrespondentie tussen partijen en het deskundigenbureau van de rechtbank.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De verdere beoordeling

In conventie en in reconventie
Het tussenvonnis
2.1.
In het tussenvonnis is uiteengezet dat de rechtbank voornemens is zich over de plaats van de bomen ten opzichte van de erfgrens en de leeftijd van de binnen twee meter van de erfgrens staande bomen te laten voorlichten door een deskundige. Partijen hebben zich bij akte uitgelaten over dit voornemen alsmede over de perso(o)n(en) van de te benoemen deskundige(n) en de aan deze deskundige(n) te stellen vragen.
De te benoemen deskundige
2.2.
[naam eiser] heeft aangegeven er vanuit te gaan dat een deskundige wordt benoemd met kennis van zaken op het gebied van leeftijdbepaling, maar geen met naam genoemde deskundige aangedragen. [naam eiser] heeft verder aangegeven ervan uit te gaan dat de leeftijd van de bomen wordt bepaald door middel van (onder meer) toepassen van de aanwasboor, inclusief jaarringanalyse. [gedaagden] refereren zich voor wat betreft de persoon en de expertise van de te benoemen deskundige aan het oordeel van de rechtbank.
2.3.
De rechtbank heeft partijen bericht over haar voornemen om [naam], Hoofd boomtechnisch advies bij idverde Bomendienst, als deskundige te benoemen. Partijen hebben de rechtbank bericht tegen deze benoeming geen bezwaar te hebben. Dit betekent dat de rechtbank [naam] als deskundige zal benoemen. [naam] heeft zich bereid verklaard om in deze zaak als deskundige op te treden.
De te stellen vragen
2.4.
[naam eiser] heeft niet toegelicht waarom de door hem genoemde methode voor leeftijdbepaling gehanteerd moet worden. De rechtbank kan dan ook niet beoordelen of dit de meest voor de hand liggende methode is. Het is aan de deskundige om te bepalen welke onderzoeksmethode in dit geval het meest geëigend is. De deskundige dient daarover ook te rapporteren. Gelet hierop vult de rechtbank de in het tussenvonnis opgenomen vragen aan op de in de beslissing te vermelden wijze.
2.5.
[naam eiser] heeft aanvullende vragen voorgesteld met betrekking tot de noodzaak van het bepalen van de leeftijd van alle bomen, dan wel een steekproef en de noodzaak om ondersteunend (fotomateriaal) te gebruiken. [gedaagden] hebben geen opmerkingen gemaakt over de in het tussenvonnis voorgestelde vragen, of aanvullingen voorgesteld.
2.6.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de door [naam eiser] voorgestelde aanvullende vragen over te nemen. Uit de vraagstelling volgt al dat alleen van de bomen die gedeeltelijk op de erfgrens staan, de leeftijd bepaald moet worden. Ten aanzien van die bomen kan, gelet op de formulering van vordering II van [naam eiser] (zie 3.1 van het tussenvonnis), niet met een steekproef worden volstaan. In het kader van de beoordeling van de verjaring dient voor elk van die individuele bomen de leeftijd te worden bepaald. Het is aan de deskundige om te bepalen welke middelen hij nodig heeft ter vervulling van zijn opdracht.
Voorschot
2.7.
[naam] heeft de aan het onderzoek en deskundigenbericht verbonden honorering en kosten, begroot op € 3.617,90 inclusief 21% btw. Partijen hebben de rechtbank bericht tegen deze begroting geen bezwaar te hebben. Het voorschot zal dan ook worden bepaald op € 3.617,90 inclusief btw.
2.8.
Zoals beslist in rechtsoverweging 5.33 van het tussenvonnis, dienen partijen ieder de helft van het voorschot, zijnde een bedrag van € 1.808,95 inclusief btw, te betalen.
Overige verplichtingen van partijen
2.9.
De rechtbank wijst partijen erop dat zij wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.10.
Indien een partij desgevraagd op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
Vervolg van de procedure
2.11.
Nadat de deskundigenrapportage definitief is en is ingediend bij de rechtbank, hebben partijen de gelegenheid om een conclusie na deskundigenbericht te nemen. Daarna komt de zaak in beginsel opnieuw voor vonnis te staan.
2.12.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1.
beveelt een schriftelijk deskundigenbericht ter beantwoording van de volgende vragen:
Welke bomen op het perceel van [gedaagden] staan met het midden van de voet op een afstand van minder dan 2 meter van de erfgrens? Gelieve deze bomen individueel in te tekenen in een zo nauwkeurig mogelijke situatietekening en elk te benoemen met een letter uit het alfabet;
Wat is, zo nauwkeurig mogelijk, de leeftijd van de onder vraag 1. vermelde bomen?
Op wiens erf stonden de twee zonder toestemming door [naam eiser] verwijderde bomen?
Voor zover de in vraag 3. bedoelde bomen geheel op het perceel van [gedaagden] stonden; wat was de afstand (gemeten vanuit het midden van de voet) tot de erfgrens?
Voor zover de onder vraag 4. vastgestelde afstand tot de erfgrens groter was dan twee meter; wat was de waarde van deze boom/bomen op het moment van verwijdering?
Voor zover de onder vraag 4. vastgestelde afstand tot de erfgrens kleiner was dan twee meter; wat was de leeftijd van deze boom/bomen op het moment van verwijdering?
Voor zover de onder vraag 6. vastgestelde leeftijd van de boom/bomen twintig jaar of meer bedraagt; kunt u een indicatie geven van de waarde van deze boom/bomen op het moment van verwijdering?
Welke methode heeft u gehanteerd bij de leeftijdbepaling en waarom?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
[naam]
Hoofd Boomtechnisch Advies bij idverde Bomendienst
Postadres: [postadres]
Telefoon: [telefoonnummer]
e-mail: [e-mailadres]
3.3.
gelast dat [naam eiser] binnen twee weken na deze beslissing het volledige procesdossier in afschrift aan de deskundige doet toekomen;
3.4.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op een in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;
3.5.
bepaalt dat de griffier aan de deskundige doet toekomen:
- een afschrift van dit vonnis;
- de Leidraad deskundigen in civiele zaken;
- de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken;
3.6.
bepaalt dat de deskundige in geval van onduidelijkheden, vragen of opmerkingen over dit vonnis, het onderzoek of de kosten, contact op zal nemen met de contactpersoon van de rechtbank;
3.7.
wijst de deskundige erop dat:
- hij het onderzoek pas dient aan te vangen na bericht van de griffier dat het voorschot is ontvangen;
- hij partijen gelegenheid moet geven opmerkingen te maken en vragen te stellen en dat hij in het rapport van die opmerkingen en vragen, alsmede van zijn reacties daarop doet blijken;
- uit het rapport moet blijken op welke stukken het deskundigenoordeel is gebaseerd;
- de rechtbank ervan uitgaat dat de aangeleverde informatie op betrouwbaarheid wordt getoetst en dat wordt gecontroleerd of informatie en stukken zich goed en logisch tot elkaar verhouden;
- hij een concept van het rapport aan partijen moet toezenden en partijen de gelegenheid moet geven binnen twee weken daarover opmerkingen te maken, en
- het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en de reacties van de deskundige daarop moet vermelden;
3.8.
wijst partijen erop dat zij wettelijk verplicht zijn mee te werken aan het onderzoek, wat onder meer inhoudt dat alle door de deskundige opgevraagde stukken en andere inlichtingen prompt en naar waarheid moeten worden verstrekt;
3.9.
bepaalt dat partijen binnen twee weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden;
3.10.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het bedrag van € 3.617,90 inclusief btw;
3.11.
bepaalt dat [naam eiser] en [gedaagden] het voorschot in gelijke delen, te weten ieder een bedrag van € 1.808,95 inclusief btw, dienen te deponeren overeenkomstig de betalingsinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) binnen twee weken na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van het LDCR;
3.12.
wijst partijen erop dat indien zij het voorschot niet binnen de bepaalde of eventueel verlengde termijn storten, de rechtbank daaraan de gevolgtrekking zal verbinden die zij geraden acht;
3.13.
draagt de griffer op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen zodra het voorschot zal zijn ontvangen;
3.14.
verwijst de zaak naar de parkeerrol van
5 oktober 2022en bepaalt dat de zaak weer op de rol van lopende zaken zal komen zodra het deskundigenbericht is gedeponeerd, om partijen, om te beginnen [naam eiser], de gelegenheid te geven een conclusie na deskundigenbericht te nemen;
3.15.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen:
- indien het voorschot niet binnen de in dit vonnis bepaalde of een verlengde termijn is ontvangen:
voor akte uitlating partijen over de daaraan te verbinden gevolgen op een termijn van twee weken; of
- na ontvangst ter griffie van het rapport:
voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [naam eiser] op een termijn van vier weken;
3.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Smits en door de rolrechter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022.
[3268/3195]