Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar.
4..Inleiding
Op 15 juni 2019 is namens de Stichting Strijd tegen Misbruik aangifte gedaan tegen de verdachte, [naam medeverdachte 1] en een toen nog onbekende persoon achter het Twitteraccount Kinderbevrijdingsfront (dit bleek de medeverdachte [naam medeverdachte 2] te zijn) vanwege de schending van het bepaalde in artikel 140 lid 2 Wetboek van Strafrecht (Sr).
5..Geldigheid dagvaarding
6..Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
7..Waardering van het bewijs
een enkele losse, niet symptomatische handeling te weinig is om als werkzaamheid te gelden. (…) Een onderscheid tussen hoofd- en nevenwerkzaamheid zou ik in dit verband niet willen maken en lijkt hier zelfs zonder belang.” [1]
Voor het antwoord op de vraag of artikel 140 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is op nieuwe werkzaamheid van oud-leden van een verboden verklaarde vereniging, acht ik doorslaggevend of de nieuwe groepering al dan niet duidelijk afstand neemt van de verboden werkzaamheid.” [2]
,onder meer door daaraan een financiële bijdrage te leveren. Met deze website is een online podium gecreëerd voor het plaatsen van video’s die uitlatingen bevatten zoals het ontkennen en bagatelliseren van de schadelijkheid van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen en het wegnemen van drempels en het steunen of voeden van de overtuiging dat seksueel contact tussen kinderen en volwassenen iets goeds is.
8..Strafbaarheid feit
9..Strafbaarheid verdachte
.Desondanks is hij doorgegaan met het plaatsen van publicaties op websites en het doen van uitingen via een mailinglist en Twitter terwijl die publicaties en uitingen tezamen vallen onder de werkzaamheid van de verboden vereniging Martijn. Gelet hierop is niet aannemelijk geworden dat de verdachte heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid en wordt het beroep op een verontschuldigbare rechtsdwaling verworpen. Ook overigens zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dus strafbaar.
10.. Motivering straf
11.. In beslag genomen voorwerpen
12.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.. Bijlagen
14..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;