4.1.Kraakman vordert, na wijziging van eis, om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair: WSHD te verbieden om op basis van de thans voorliggende gunningsbeslissing de opdracht te gunnen aan een ander dan Kraakman, althans WSHD te verbieden om op basis van de thans voorliggende gunningsbeslissing de opdracht te gunnen aan Zuidtec dan wel aan de volgens WSHD tweede inschrijver;
subsidiair: WSHD te gebieden de beslissing van 15 november 2021 in te trekken en, voor zover WSHD de opdracht nog wenst te gunnen, over te gaan tot herbeoordeling van de inschrijvingen onder de aanbesteding op het punt van de constructiesnelheid van de aangeboden tractoren, aldus dat uitsluitend gunning mag plaatsvinden aan een inschrijver op Perceel 1 die tractoren van het type T1b in de zin van de Verordening (EU) nr. 167/2013 heeft aangeboden, dan wel ten aanzien waarvan per aangeboden tractor ten tijde van de aanbieding een individueel goedkeuringsbewijs is verstrekt, dat wil zeggen tractoren met een constructiesnelheid van meer dan 40 km/u;
meer subsidiair: WSHD te gebieden de inschrijvingsprijs van Zuidtec aan Kraakman mee te delen;
aan elk van de verboden dan wel geboden als vorenomschreven telkens de verbeurte van een dwangsom van € 500.000,00 te verbinden voor iedere overtreding daarvan na bete-kening van het ten deze te wijzen vonnis, althans zodanige geboden of verboden aan WSHD op te leggen en daaraan zodanige dwangsommen te verbinden als de voorzie-ningenrechter in goede justitie passend acht;
alles telkens met veroordeling van WSHD in de kosten van het geding alsmede de na-kosten, met de bepaling dat als niet binnen twee weken na het wijzen van het vonnis aan de proceskostenveroordeling is voldaan daarover de wettelijke rente verschuldigd is.