ECLI:NL:RBROT:2022:1685

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
623504 HA ZA 21-716
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Koopovereenkomst tussen Italiaans en Nederlands bedrijf betreffende mondkapjes met toepassing van het Weens Koopverdrag

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Italiaans vennootschap Medical S.R.L. en de Nederlandse besloten vennootschap E2C B.V. Het geschil betreft een koopovereenkomst voor 100.000 mondkapjes, waarbij Medical de koopprijs van € 90.000,- heeft betaald, maar de mondkapjes nooit heeft ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Weens Koopverdrag van toepassing is, aangezien beide partijen in verschillende staten zijn gevestigd en de verkoper in Nederland is gevestigd. De rechtbank oordeelt dat het risico op verlies van de mondkapjes is overgegaan op Medical op het moment dat de mondkapjes aan de eerste vervoerder zijn afgegeven. E2C is niet aansprakelijk voor het verlies van de mondkapjes, omdat het risico op dat moment al was overgedragen. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake is van dwaling of bedrog, omdat Medical op de hoogte was van de betrokkenheid van E2C bij de transactie. De vorderingen van Medical worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van E2C.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Dordrecht
Zaaknummer / rolnummer: C/10/623504 HA ZA 21-716
Vonnis van 9 maart 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van
de vennootschap naar Italiaans recht
MEDICAL S.R.L.,
gevestigd te Allessandria (Italië),
eiseres,
advocaat: mr. G.C. Haulussy,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
E2C B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. M.W. Schüller.
Partijen zullen hierna ‘Medical’ en ‘E2C’ genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van Medical van 16 juli 2021, met producties 1 t/m 9;
- de conclusie van antwoord van E2C, met producties 1 t/m 4;
- de brief van de rechtbank van 25 oktober 2021;
- de e-mail van de rechtbank van 2 februari 2022;
- de e-mail van Medical van 9 februari 2022, 14:54 uur, met productie 10;
- de e-mail van Medical van 9 februari 2022, 19:36 uur, met producties 11 t/m 13;
- de e-mail van Medical van 9 februari 2022, 19:43 uur;
- de spreekaantekeningen van Medical;
- de spreekaantekeningen van E2C;
- het ter zitting overgelegde stuk van E2C.
1.2.
Op 10 februari 2022 is de zaak op een mondelinge behandeling met partijen besproken. De uitspraak van het vonnis is bij vervroeging bepaald op vandaag.

2..De feiten

2.1.
E2C is een bedrijf dat zich richt de verkoop van goederen uit China binnen Europa. Op hetzelfde adres als E2C is het bedrijf [naam bedrijf 1] (hierna: [naam bedrijf 1]) gevestigd. [naam bedrijf 1] richt zich op de inkoop van goederen vanuit China. Medical is een bedrijf dat zich richt op het inkopen en verkopen van medische hulpgoederen aan ziekenhuizen.
2.2.
Medical en E2C hebben op 23 maart 2020 een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot 100.000 mondkapjes tegen betaling van een bedrag van € 90.000,-. Medical heeft dit bedrag op 25 maart 2020 betaald aan E2C. De mondkapjes zijn nooit bij Medical aangekomen.
2.3.
Medical had bij [naam bedrijf 1] in maart 2020 al drie eerdere bestellingen met mondkapjes geplaatst. De contactpersoon van Medical bij [naam bedrijf 1] was dezelfde persoon als de contactpersoon bij E2C. De drie eerdere bestellingen zijn wel bij Medical aangekomen.
2.4.
Medical en E2C communiceerden over de koop en het vervoer van de mondkapjes in de Chinese taal via de chatapp WeChat. Partijen hebben een vertaalde versie van het gesprek overgelegd in de Engelse taal. De vertaling is gemaakt met behulp van de vertaalfunctie van WeChat. De inhoud daarvan wordt, voor zover relevant, hieronder opgenomen. Medical wordt weergegeven als (M) en E2C als (E):
“30 March 202011:17(E): I’m just looking for logistics [1] .Why don’t I give it to you.You make your own arrangements.(M): If shipment is to be made this evening, it should reach our warehouse by tomorrow afternoon.You arrange it.Your forwarders are faster than you.Please ask the forwarder for me. If you send it out tonight, you should be able to come to our warehouse tomorrow.
11.21(
(E):Because the forwarder said if they get mugged on the road, they won’t pay for it.
You understand that, huh?
So far, I haven’t made a sound.
All I can do is send it to the fastest guy I can.
The trucking company. I’ve been looking for it. Have them pick it up by 5:00 this afternoon.
11.38(
(E): What’s it to us? We help out with the shipping. You buy an insurance policy.”
2.5.
E2C heeft voor het vervoer van de mondkapjes [naam bedrijf 2] (hierna: [naam bedrijf 2]) ingeschakeld. [naam bedrijf 2] heeft op haar beurt [naam bedrijf 3] (hierna: [naam bedrijf 3]) ingeschakeld voor het vervoer. Op 30 maart 2020 heeft [naam bedrijf 1] in Rotterdam de mondkapjes afgegeven aan [naam bedrijf 3]. [naam bedrijf 3] heeft hiervoor een vrachtbrief afgegeven, die E2C ter zitting heeft overgelegd. Op 30 maart 2020 heeft E2C Medical geïnformeerd over de verzending van de mondkapjes.
2.6.
Op 3 april 2020 heeft [naam bedrijf 2] aangifte gedaan van verduistering van de mondkapjes door [naam bedrijf 3].

3..Het geschil

3.1.
Medical vordert dat E2C wordt veroordeeld bij vonnis, indien mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) tot betaling van het bedrag van € 90.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 25 maart 2020 tot aan die van de algehele voldoening;
b) tot betaling van het bedrag van € 1.675,- voor buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf dag van de dagvaarding tot aan die van de algehele voldoening;
c) in de kosten van dit geding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het ten deze te wijzen vonnis tot aan die van de algehele voldoening;
d) tot betaling van de kosten van dit geding.
De rechtbank begrijpt de vordering zo dat onder c) en d) hetzelfde wordt gevorderd.
3.2.
Medical legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Medical heeft met E2C afgesproken dat E2C het vervoer van de mondkapjes naar Italië zou verzorgen. De mondkapjes zijn niet in Italië aangekomen. Dit betreft een tekortkoming aan de zijde van E2C waardoor Medical schade lijdt. E2C dient daarom de reeds betaalde koopprijs van de mondkapjes à € 90.000,- terug te betalen aan Medical. Subsidiair voert Medical aan dat er sprake is van dwaling dan wel bedrog, omdat Medical in de precontractuele fase dacht met een andere partij, namelijk [naam bedrijf 1], te handelen. Om die reden moet de koopovereenkomst door de rechtbank worden vernietigd. Na vernietiging van de koopovereenkomst is E2C gehouden tot betaling van een schadevergoeding van € 90.000,-.
3.3.
E2C voert verweer en concludeert tot niet ontvankelijkheid van Medical dan wel afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Medical in de proceskosten. Op het verweer wordt hierna – voor zover van belang – ingegaan.

4..De beoordeling

Toepasselijk recht
4.1.
Het geschil betreft een koopovereenkomst van roerende zaken tussen partijen die in verschillende staten gevestigd zijn. Zowel Nederland als Italië zijn Verdragsluitende Staten in de zin van artikel 1 lid 1 van het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (hierna: Weens Koopverdrag). Partijen hebben toepassing van het Weens Koopverdrag niet contractueel uitgesloten. Het Weens Koopverdrag is daarom van toepassing.
4.2.
Op grond van artikel 4 lid 1 sub a van de Rome I-verordening is aanvullend op het Weens Koopverdrag het Nederlands recht van toepassing, omdat de verkoper (E2C) is gevestigd in Rotterdam.
Omvat de koopovereenkomst tevens het vervoer?
4.3.
Gelet op artikel 30 Weens Koopverdrag rustte op E2C de verplichting de mondkapjes af te leveren. Artikel 31 Weens Koopverdrag specificeert wat de verplichting tot aflevering inhoudt in verschillende situaties. Om vast te stellen van welke situatie sprake is, moet allereest de vraag worden beantwoord of de koopovereenkomst tevens het vervoer van de zaken omvat. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en zal dat hieronder toelichten.
4.4.
E2C voert aan dat zij op basis van de koopovereenkomst niet gehouden was het vervoer van de mondkapjes te regelen en dat zij hiervoor ook niet heeft betaald. Daarom zou volgens E2C het vervoer geen onderdeel uitmaken van de overeenkomst. De rechtbank is van oordeel dat niet relevant is of E2C op basis van de koopovereenkomst gehouden was zorg te dragen voor het vervoer van de mondkapjes naar Italië. Vast staat dat E2C op 30 maart 2020 een onafhankelijk derde, [naam bedrijf 2], heeft ingeschakeld om het vervoer naar Italië te regelen. E2C heeft dus uiteindelijk het vervoer daadwerkelijk geregeld en hiermee is het vervoer onderdeel geworden van de koopovereenkomst.
Is het risico overgegaan op Medical?
4.5.
Artikel 67 lid 1 Weens Koopverdrag regelt dat het risico overgaat op de koper wanneer de zaken aan de eerste vervoerder worden afgegeven ter verzending aan de koper in overeenstemming met de overeenkomst. Gelet op lid 2 van het voornoemde artikel dienen de zaken duidelijk bestemd te zijn tot uitvoering van de overeenkomst door merktekens, door verzendingsdocumenten, door kennisgeving aan de koper of anderszins.
4.6.
De rechtbank stelt vast dat [naam bedrijf 1] op 30 maart 2020 de mondkapjes heeft afgegeven aan [naam bedrijf 3]. [naam bedrijf 1] was hulppersoon van E2C bij het afgeven van de mondkapjes. [naam bedrijf 3] heeft aan [naam bedrijf 1] een vrachtbrief afgegeven. Daarnaast heeft E2C Medical op 30 maart 2020 geïnformeerd over de verzending. De rechtbank is van oordeel dat met het afgeven van de zaken aan [naam bedrijf 3] het risico is overgegaan op Medical. E2C kan voor verlies of schade ontstaan na het moment van afgifte aan [naam bedrijf 3] niet meer aansprakelijk worden gesteld, tenzij het verlies of de schade te wijten is aan een handeling of nalatigheid aan de zijde van E2C, aldus artikel 66 Weens Koopverdrag. Dat laatste is gesteld noch gebleken.
Is er sprake van dwaling of bedrog?
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat de overeenkomst ook niet vernietigbaar is op grond van dwaling in de zin van artikel 6:228 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) of op grond van bedrog in de zin van artikel 3:44 BW. Ter zitting heeft Medical aangegeven dat de contactpersoon voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft aangegeven dat de factuur zou worden verstuurd vanuit een ander bedrijf dan [naam bedrijf 1], namelijk E2C. E2C heeft volgens de rechtbank dan ook geen onjuiste voorstelling van zaken gegeven en geen onjuiste mededeling gedaan.
Conclusie
4.8.
Het risico is op het moment dat de mondkapjes zijn afgegeven aan [naam bedrijf 3] overgegaan op Medical. Medical kan daarom E2C niet aansprakelijk stellen voor het verlies van de mondkapjes. Ook is er geen sprake van dwaling of bedrog bij het aangaan van de overeenkomst. De vorderingen van Medical worden afgewezen.
Kosten
4.9.
Medical wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van E2C worden begroot op € 2.228,- aan salaris advocaat (2 punten * tarief € 1.114).
4.10.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten worden dan ook toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5..De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst de vorderingen van Medical af,
5.2.
veroordeelt Medical in de proceskosten, aan de zijde van E2C tot op heden begroot op € 2.228,-,
5.3.
veroordeelt Medical in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- aan salaris voor advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 68,- indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. van den Wildenberg en door de rolrechter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022.
3426

Voetnoten

1.E2C heeft in haar conclusie van antwoord aangegeven dat de juiste vertaling ook zou kunnen zijn: