3.1.[naam eiseres] heeft - na wijziging van eis - gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
[naam gedaagde 1] , [naam gedaagde 2] , [naam gedaagde 3] en [naam gedaagde 4] te veroordelen om met onmiddellijke ingang alle (financiële) bescheiden, waaronder bankafschriften, (financiële) overeenkomsten, archieven, de ledenlijst en goederen en bestanddelen (in de ruimste zin van het woord) die zij van [naam eiseres] onder zich hebben, alsook de geheimhoudingsverklaring die de kascommissie 2017 en 2018 moesten ondertekenen en alle documenten, codes en dergelijke genoemd in de punten 66 tot en met 69 van de dagvaarding aan de voorzitter en de penningmeester van het huidige bestuur van [naam eiseres] ter hand te stellen;
[naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 4] te veroordelen om binnen twee dagen, primair na de uitspraak van dit vonnis, subsidiair na betekening van dit vonnis, gespecificeerd te verklaren welke eigendommen van [naam eiseres] zij – ieder voor zich of gezamenlijk – op onder andere 2, 20 en 25 december 2021 en 7, 8 en 9 januari 2022 hebben meegenomen en waar deze eigendommen zich thans bevinden;
i. [naam gedaagde 4] met onmiddellijke ingang te verbieden zich voor te doen als ware hij nog secretaris en bestuurslid van het bestuur van [naam eiseres] , tot de eerste ALV waarin over zijn schorsing zal zijn beslist;
ii. [naam gedaagde 2] met onmiddellijke ingang te verbieden zich voor te doen als ware hij nog voorzitter van [naam eiseres] ;
iii. [naam gedaagde 1] met onmiddellijke ingang te verbieden zich voor te doen als ware zij nog penningmeester van [naam eiseres] ;
4. [naam gedaagde 1] , [naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 4] te verbieden zich – in ieder geval tot de volgende ledenvergadering – op te houden in de bestuurskamer van [naam eiseres] en hen verder te verbieden de voorzitter en de penningmeester van [naam eiseres] te verhinderen hun bestuurstaken naar behoren uit te voeren;
5. [naam gedaagde 5] te veroordelen om met onmiddellijke ingang aan de voorzitter en de penningmeester van het huidige bestuur van [naam eiseres] :
a. alle (financiële) bescheiden, waaronder bankafschriften, (financiële) overeenkomsten, archieven, de ledenlijst en goederen en bestanddelen (in de ruimste zin van het woord) die zij van [naam eiseres] onder zich heeft, een en ander als genoemd in punt 66 van de dagvaarding, aan de voorzitter of de penningmeester ter hand te stellen, en
b. aan het bestuur te verklaren wie er tot 19 januari 2022 naast zichzelf toegang had tot de e-boekhouding van [naam eiseres] , en
c. wie er in de periode net voor 15 januari 2022 heeft ingelogd in de e-boekhouding van [naam eiseres] ;
d. wat deze persoon in de boekhouding heeft gedaan,
e. alsook de beheerdersinlogcode van e-boekhouding van [naam eiseres] aan de voorzitter van het bestuur te verstrekken;
6. te bepalen dat [naam eiseres] aan het verzoek van [naam 3] van
14 februari 2022 namens een aantal (vermeende) leden om een buitengewone ledenvergadering te beleggen teneinde het huidige bestuur te ontslaan, welk verzoek mede is verzocht namens [naam gedaagde 1] , [naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 3] :
a) onder omstandigheden geen uitvoering hoeft te geven, dan wel
b) dat zij het verzoek om een buitengewonne vergadering kan opschorten tot de reguliere ledenvergadering (ALV) met de reguliere agendapunten, zodra is voldaan aan alle vereisten voor het bijeenroepen van een reguliere ALV, zoals het vereiste dat een kascommissie heeft gerapporteerd, een en ander zoals bedoeld in rechtsoverweging 5.6 van het vonnis van de voorzieningenrechter van 18 november 2021, dan wel
c) dat zij dit verzoek kan opschorten tot een door de voorzieningenrechter te bepalen tijdstip;
7. [naam gedaagde 1] , [naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 3] te verbieden tot de onder punt 1 bepaalde tijd aan een dergelijke vergadering hun medewerking te verlenen, te verschijnen en enig stemrecht uit te oefenen, op straffe van een dwangsom;
8. gedaagden te verbieden opruiende teksten en/of negatieve teksten over het huidige bestuur van [naam eiseres] , dan wel teksten die het huidige bestuur van [naam eiseres] in een kwaad daglicht stellen, op de Facebookpagina van [naam eiseres] te plaatsen of welk ander social media kanaal dan ook, dan wel een verbodsbepaling als uw rechtbank in dit kader passend zal achten;
9. [naam gedaagde 1] , [naam gedaagde 2] , [naam gedaagde 3] en [naam gedaagde 4] hoofdelijk en ook [naam gedaagde 5] te veroordelen tot verbeurte van een dwangsom, vast te stellen op de achter punt 12. van de ‘wijziging c.q. vermeerdering van eis’ genoemde bedragen.