In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Zilveren Kruis vorderde betaling van een openstaande zorgpremie van € 350,67, plus rente en buitengerechtelijke kosten, van de gedaagde, die in het verleden verzekerd was bij Zilveren Kruis. De gedaagde had zich per 1 januari 2021 aangemeld bij een andere zorgverzekeraar, maar had geen uitschrijfverzoek ingediend voor haar kinderen, wat leidde tot een premieachterstand. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de premie verschuldigd was en dat de vordering van Zilveren Kruis gegrond was. De gedaagde erkende de schuld, maar wilde een betalingsregeling treffen, wat niet verplicht kon worden opgelegd door de kantonrechter. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.