Op 23 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een verzoekster, een notaris, die om benoeming van een vereffenaar heeft verzocht voor de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als erflater. De erflater is op 9 augustus 2021 overleden en had geen testament opgesteld. Hij was ongehuwd en had geen afstammelingen. De gemeente Rotterdam heeft de begrafenis verzorgd en de verzoekster gevraagd om de nalatenschap af te wikkelen. De verzoekster heeft kosten gemaakt en is daardoor schuldeiser van de nalatenschap, wat haar belanghebbende maakt in deze procedure.
De rechtbank heeft vastgesteld dat erflater geen erfgenamen in de eerste graad heeft, maar wel ongeveer 56 erfgenamen in de zesde graad, waarvan velen op hoge leeftijd zijn en sommige naar het buitenland zijn verhuisd. De nalatenschap omvat een woning die in zeer slechte staat verkeert, en de rechtbank oordeelt dat het van belang is om een vereffenaar te benoemen om de nalatenschap te beheren en de woning te verkopen en op te knappen. De verzoekster is bereid om als vereffenaar op te treden.
De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen en heeft de verzoekster benoemd tot vereffenaar. De benoeming moet bekendgemaakt worden in de (digitale) Staatscourant en de vereffenaar moet binnen drie maanden verslag doen aan de kantonrechter van de resultaten van het erfgenamenonderzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen om de benoeming in te schrijven in het boedelregister.