Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 17 december 2021 een verzoek ingediend om Felyx Sharing B.V. te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling, in het kader van de schuldsaneringsregeling. De schuldeiser, Felyx, weigerde echter mee te werken aan deze regeling. Tijdens de zitting op 11 februari 2022 was Felyx niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. Verzoeker had eerder een schuldregeling aangeboden aan zijn negen concurrente schuldeisers, waarbij hij 8,37% van zijn totale schuldenlast van € 20.916,20 wilde aflossen. Acht van de negen schuldeisers stemden in met de regeling, maar Felyx, met een vordering van € 675,63, vond het aangeboden bedrag te laag.
De rechtbank heeft beoordeeld of Felyx in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling. De rechtbank constateerde dat de vordering van Felyx slechts 3,2% van de totale schuldenlast vertegenwoordigde en dat de andere schuldeisers akkoord waren gegaan met de regeling. Bovendien was het voorstel goed gedocumenteerd en getoetst door de Kredietbank Rotterdam. De rechtbank oordeelde dat verzoeker zich maximaal had ingespannen om aan zijn verplichtingen te voldoen en dat de aangeboden regeling het uiterste was wat hij kon bieden.
De rechtbank kwam tot de conclusie dat de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers zwaarder wogen dan die van Felyx. Daarom werd het verzoek om Felyx te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Felyx werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil werden begroot, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en verzoeker niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank verklaarde dat het vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en wees het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af.