Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[persoon A] ,
IDM Financieringen B.V.,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van een beslag dat IDM Financieringen B.V. op een woning had gelegd. De vereffenaar, mr. J. van der Wende, had het verzoek ingediend op grond van artikel 4:223 lid 3 BW, omdat er onvoldoende liquide middelen of activa in de nalatenschap aanwezig waren om de schulden te voldoen. De woning, die deel uitmaakte van de nalatenschap van de heer [persoon A], was eerder onderhands verkocht, maar het beslag op de woning belemmerde de afwikkeling van de nalatenschap.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat zolang er een vereffenaar werkzaam is, individuele executie door schuldeisers niet mogelijk is, tenzij zij de status van separatist hebben. IDM, die deze status niet had, kon dus niet individueel executeren. De rechter oordeelde dat een doeltreffende afwikkeling van de nalatenschap een opheffing van het beslag vereiste. De kantonrechter heeft het verzoek tot opheffing toegewezen en IDM veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing houdt in dat het beslag op de woning wordt opgeheven, zodat de vereffenaar de nalatenschap kan afwikkelen volgens de wettelijke rangorde. De kosten van de procedure zijn begroot op € 86,- voor griffierecht en € 150,- voor het salaris van de gemachtigde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.