ECLI:NL:RBROT:2022:1491

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
633096 HA RK 22-148
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van een overleden persoon

Op 8 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van de heer [naam erflater], die op 10 oktober 2021 is overleden. De verzoekster, dochter van de overledene, heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard op 23 november 2021. De rechtbank is bevoegd om van de zaak kennis te nemen op basis van de woonplaats van de erflater, zoals bepaald in artikel 268 lid 1 Rv. De verzoekster heeft aangegeven niet in staat te zijn om de nalatenschap zelf te vereffenen, omdat deze te complex is en er mogelijk andere erfgenamen zijn. Daarom heeft zij verzocht om de benoeming van mr. B.H. Knoop-Bergsma als vereffenaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende belang is bij de benoeming van een professionele vereffenaar, die de rechten van de nalatenschap kan waarborgen en een nader erfgenamenonderzoek kan uitvoeren. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en mr. Knoop-Bergsma benoemd tot vereffenaar. De benoeming dient bekendgemaakt te worden in de (digitale) Staatscourant en de vereffenaar moet een nader erfgenamenonderzoek uitvoeren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen om de benoeming in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank.

Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag, binnen een termijn van drie maanden na de uitspraak voor de verzoekende partij en verschenen belanghebbenden, en binnen drie maanden na betekening voor andere belanghebbenden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: 10/633096/HA RK 22-148
Beschikking van 8 februari 2022 betreffende de benoeming tot vereffenaar
inzake het verzoek van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats verzoekster] ,
verzoekster,
advocaat: mr. W.H. Benard, Dordrecht.

1..Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
  • het verzoekschrift, ontvangen ter griffie op 3 februari 2022;
  • de overgelegde producties.
1.2.
Verzoekster en de beoogd vereffenaar hebben afgezien van het recht om door de rechtbank te worden gehoord.

2..De feiten

2.1.
Op 10 oktober 2021 is te Rotterdam overleden de heer [overledene] , geboren te [geboorteplaats] (Belgisch-Congo) op [geboortedatum] , laatst wonende te [woonplaats] , [adres] (hierna: erflater).
2.2.
Erflater, die in eerste echt gehuwd is geweest met mevrouw [naam persoon 1] en in tweede echt gehuwd is geweest met mevrouw [naam persoon 2] , was ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner. Uit het huwelijk met mevrouw [naam persoon 2] is op 30 juli 1994 verzoekster geboren. Onbekend is of er afstammelingen zijn uit het huwelijk van erflater met mevrouw [naam persoon 1] .
2.3.
Uit het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister d.d. 11 januari 2022 blijkt dat erflater geen testament heeft opgesteld. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen met betrekking tot het erfrecht bij versterf heeft erflater zijn dochter [voornaam verzoekster] (verzoekster), als zijn erfgenaam achtergelaten.
2.4.
De nalatenschap is door verzoekster op 23 november 2021 beneficiair aanvaard.
2.5.
Erflater was bij leven onder bewind gesteld in verband met het bestaan van schulden. De bewindvoerder was mevrouw [naam bewindvoerder] .

3..Het verzoek en de beoordeling

3.1.
Erflater woonde op het moment dat hij overleed in [woonplaats] . Gelet op deze woonplaats is de rechtbank Rotterdam, op grond van artikel 268 lid 1 Rv, bevoegd om van de zaak kennis te nemen.
3.2.
Het feit dat de nalatenschap beneficiair is aanvaard, brengt mee dat de erfgenaam gehouden is de nalatenschap op de wettelijk voorgeschreven wijze te vereffenen. Op grond van artikel 4:204 lid 1 sub a BW kan de rechtbank evenwel op verzoek van een erfgenaam een vereffenaar benoemen. De wet stelt geen inhoudelijke eisen aan dit verzoek.
3.3.
Verzocht wordt om mr. B.H. Knoop-Bergsma, kantoorhoudende bij de Erfrechtmeesters te Delft, te benoemen tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater.
3.4.
Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat verzoekster zelf niet in staat is om tot vereffening van de, volgens haar informatie negatieve, nalatenschap over te gaan. De nalatenschap is te ingewikkeld om door haarzelf te worden vereffend. Ook zal verder moeten worden uitgezocht of erflater nog andere afstammelingen heeft achtergelaten.
3.5.
De rechtbank stelt vast dat voldoende is komen vast te staan dat - gelet op de door verzoekster gestelde feiten en omstandigheden - gebleken is van een belang bij de benoeming van een professionele vereffenaar. Een door de rechtbank benoemde professionele vereffenaar kan de rechten van de nalatenschap waarborgen en een nader erfgenamenonderzoek doen. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
De rechtbank zal mr. Knoop-Bergsma, die volgens de bereidverklaring d.d. 5 januari 2022 bereid is om als vereffenaar op te treden, benoemen tot vereffenaar. Mr. Knoop-Bergsma dient de benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant.
Zij zal ook een nader erfgenamenonderzoek moeten instellen.

4..De beslissing

De rechtbank:
4.1.
benoemt met onmiddellijke ingang tot vereffenaar van de nalatenschap van de heer [naam erflater] , geboren te [geboorteplaats] (Belgisch-Congo) op [geboortedatum] en overleden op 10 oktober 2021:
mevrouw mr. Bjoke Hanke Knoop-Bergsma, kantoorhoudende bij de Erfrechtmeesters aan de Westvest 149, 2611 AZ Delft (Postbus: 1041, 2600 BA Delft);
4.2.
draagt de vereffenaar op een nader erfgenamenonderzoek uit te voeren;
4.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op de voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
4.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam op de hoogte te stellen van deze benoeming;
4.6.
bepaalt dat de benoeming vanwege de vereffenaar zal worden bekendgemaakt in de (digitale) Staatscourant.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.
3092
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.