Bij de beoordeling van de vraag of een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst moet worden toe- of afgewezen, kunnen naast de bijzondere aard en/of geringe betekenis van de tekortkoming, alle overige omstandigheden van het geval van belang zijn. Het is aan degene die zich beroept op de afwijzing van de ontbinding van de huurovereenkomst om feiten en omstandigheden te stellen (en zo nodig te bewijzen) die dat beroep ondersteunen.
Voor het antwoord op het beroep van GNG Bewindvoering q.q. dat de tekortkoming, gezien haar geringe betekenis, een gerechtelijke ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt, dienen alle relevante omstandigheden in aanmerking te worden genomen en een belangenafweging gemaakt te worden.
Aan de zijde van De Merwelanden neemt de kantonrechter in aanmerking dat De Merwelanden in het belang van de overige bewoners de rust en het woongenot in het wooncomplex wil waarborgen en behouden en dat omwonenden van De Merwelanden huurprijsvermindering vorderen zolang ‘het gebrek’ (de overlast) voortduurt.
Tegenover het belang van De Merwelanden staat het belang van [persoon A] bij behoud van het gehuurde. [persoon A] is een oudere, alleenstaande man, die na een periode van dakloosheid via het Leger des Heils in het wooncomplex is komen wonen. Hoewel een ontbinding en ontruiming impact zal hebben op [persoon A] , is zijn leeftijd en geestelijke en lichamelijke situatie op zichzelf geen bijzondere omstandigheid.
Dat een ontbinding en ontruiming in een situatie als deze geen maatschappelijk bevredigende oplossing is, zoals alle betrokkenen ook hebben erkend, en het belang van [persoon A] bij het voortgezette gebruik van het gehuurde, gelet op zijn leeftijd en geestelijke en lichamelijke situatie, groot is, wordt toch geoordeeld dat het belang van De Merwelanden in dit geval zwaarder moet wegen. De Merwelanden heeft als verhuurder niet alleen een verantwoordelijkheid ten opzichte van [persoon A] , maar ook ten opzichte van de andere bewoners van het wooncomplex. Een van de taken van De Merwelanden als verhuurder is het zorgen voor een rustig en veilig woongenot van al haar huurders. Omdat De Merwelanden veelvuldig is geconfronteerd met ernstige klachten van omwonenden, zij stappen heeft ondernomen om aan die situatie een einde te maken en dit niet heeft geholpen, is nu sprake van een onhoudbare situatie voor omwonenden.
Bij deze afweging is de ernst en duur van de overlast in aanmerking genomen, en ook de omstandigheid dat De Merwelanden [persoon A] meerdere kansen heeft geboden om zijn gedrag te verbeteren. De Merwelanden en de hulpverlening hebben hun uiterste best gedaan om [persoon A] te begeleiden naar goed huurderschap. Dit alles heeft niet geleid tot een gedragsverandering. De gevorderde ontbinding en ontruiming zal daarom worden toegewezen.
In dit oordeel heeft de kantonrechter laten meewegen dat [persoon A] tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2021, ondanks aansporingen daartoe, geen enkele toezegging voor een wijziging van zijn woon- en leefgedrag heeft willen doen.