1. voor recht te verklaren dat [verweerders] de arbeidsovereenkomst onrechtmatig heeft opgezegd;
2. de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen;
3. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot nakoming van de arbeidsovereenkomst, met een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat zij dit niet doen, met een maximum van € 20.000,00;
4. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van zijn loon, inclusief reiskosten, over 22, 23 en 24 november 2021 van € 337,50 netto;
5. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van zijn loon van 25 november 2021 tot en met week 2 van 2022 van € 3.607,50 netto;
6. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van zijn loon van € 487,50 netto per week, met 8% vakantiegeld en reiskosten, vanaf week 3 van 2022 tot rechtsgeldig een einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst;
7. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging over het te laat betaalde loon;
8. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van rente over het achterstallige loon en de wettelijke verhoging;
9. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen tot het verstrekken van een loonspecificatie van de op basis van deze beschikking te betalen bedragen én wat [verweerders] over de periode van 10 augustus 2020 tot en met week 46 van 2021 aan hem betaald heeft, met een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat [verweerders] niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 10.000,00;
10. [verweerders] , [verweerder 2] en [verweerder 3] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.