Uitspraak
RechtbankROTTERDAM
Team 1
Parketnummer: 10/750196-18
Datum uitspraak: 23 februari 2022
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
De gemachtigd advocaat van de verdachte is mr. G.R. Stolk, advocaat te Rotterdam. De officieren van justitie zijn mrs. N.J.P. Coenen en R.S. Dhoen (hierna gezamenlijk aangeduid als de officier van justitie).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zittingen van 25 en
31 januari 2022 en 2 en 7 februari 2022. Het onderzoek is gesloten op de zitting van 9 februari 2022.
Kern van het vonnis
De verdachte wordt voor het samen met anderen invoeren van 29,95 kilo cocaïne en het voorbereiden van de invoer van twee zendingen cocaïne veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar.
Inhoudsopgave van dit vonnis
De verdachte wordt in de megazaak Caos, kort samengevat, beschuldigd van het volgende.
- Feit 1: het samen met anderen invoeren van 40 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak La Macchinista).
- Feit 2: het samen met anderen invoeren van 1.727 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak Fuoco).
- Feit 3: het samen met anderen invoeren van 29,95 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak Spiegel).
De volledige tekst van de beschuldiging zoals deze door de officier van justitie is opgeschreven in de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte in de zaken La Macchinista en Fuoco cocaïne heeft ingevoerd, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken. Wel vindt de rechtbank in die zaken bewezen dat de verdachte de invoer van hoeveelheden cocaïne heeft voorbereid. Ook vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte in de zaak Spiegel 29,95 kilo cocaïne heeft ingevoerd. De argumenten die tot vrijspraak hebben geleid, de bewezenverklaring en de motivering daarvan zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet.
Een overzicht van de bewijsmiddelen is in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen.
De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen waar straf op staat. Welke verboden gedragingen dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf op van drie jaar. Hoofdstuk 5 van dit vonnis vermeldt alle onderdelen van de straf en de motivering daarvan.
Hoofdstuk 6 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffiers.
Hoofdstuk 1: de beschuldiging in de tenlastelegging
Feit 1: zaak La Macchinista
Primair
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2018 tot en met 5 mei 2018 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 40 kilogram (2 maal 20 kilogram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2018 tot en met 5 mei 2018 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 40 kilogram (2 maal 20 kilogram), althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte's mededader(s),
- (vanuit het bronland) contact gelegd met de afnemer(s) van verdovende middelen in Nederland en/of
- contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
- contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en)en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
- telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);
1.
feit 2: zaak Fuoco
Primair
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 1727 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 1727 kilogram, althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte's mededader(s),
- (vanuit het bronland) contact gelegd met de afnemer(s) van verdovende middelen in Nederland en/of
- contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/ofcontact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
- telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);
Feit 3: zaak Spiegel
Primair
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2019 tot en met 12 juni 2019 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 29,95 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2019 tot en met 12 juni 2019 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 29,95 kilogram, althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte's mededader(s),
- (vanuit het bronland) contact gelegd met de afnemer(s) van verdovende middelen in Nederland en/of
- contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
- contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
- telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);
- geldbedrag(en) ter beschikking gesteld en/of overgemaakt/over laten maken voor de financiering van (de invoer van) verdovende middelen en/of
- perso(o)n(en) in de buurt van het containerterrein afgezet en/of naar toe vervoert en/of
- zich (onbevoegd) op het terrein van [naam bedrijf 1] (gelegen aan de [adres bedrijf 1]) begeven, en/of
- op dat terrein de deuren van de container [containernummer 1] (afkomstig uit Guayaquil, Ecuador) geopend en die container binnen gegaan, en/of
- een doosje blindklinknagels en/of diverse maten boortjes en/of een bit schroevendraaier met verschillende bitjes en/of een steeksleutel en/of nieuwe metaal boren en/of een bundel tie-wraps en/of een zwarte sporttas met daarin boodschappentassen en/of een schroevendraaier met platte kop met zwart handvat met een rode dop en/of een kleiene zwarte zaklamp van het merk Würth en/of een zwart zaklampje van het merk IProtec en/of een grote schroevendraaier met een platte kop met oranje zwart handvat en/of een accu boormachine en/of kleine kniptangen, voorhanden gehad.
Hoofdstuk 2: de beslissingen over het bewijs
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair,
2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en vindt bewezen dat:
Feit 1 subsidiair:
hij in de periode van 6 maart 2018 tot en met 5 mei 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, voor te bereiden,
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen
nu verdachte of zijn mededaders het volgende heeft/hebben gedaan:
- contact gelegd met de afnemer(s) van verdovende middelen in Nederland en
- contact gelegd of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in het bronland en
- contact onderhouden, informatie uitgewisseld, afspraken gemaakt en besprekingen en ontmoetingen gehad met mededaders met betrekking tot het invoeren van die cocaïne en
- per chatbericht contact gehouden met mededaders.
Feit 2 subsidiair:
hij in de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, voor te bereiden,
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen
nu verdachte of zijn mededaders het volgende heeft/hebben gedaan:
- contact gelegd met de afnemer(s) van verdovende middelen in Nederland en
- contact gelegd of laten leggen met de leveranciers van verdovende middelen in het bronland en
- contact onderhouden, informatie uitgewisseld, afspraken gemaakt en besprekingen en ontmoetingen gehad met mededaders met betrekking tot het invoeren van die cocaïne en
- per chatbericht contact gehouden met mededaders.
Feit 3 primair:
hij op 4 juni 2019 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 29,95 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring steunt op de in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen redengevende inhoud van de bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen vormen ook de basis voor de overwegingen die bij de bewezenverklaring zijn betrokken.
Overwegingen
Identificatie verdachte
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat hij niet de persoon is die onder de namen ‘[bijnaam 1], [bijnaam 2], [bijnaam 3] en [bijnaam 4]’ deelneemt aan de chatgesprekken.
In het strafdossier zijn processen-verbaal [1] van identificatie opgenomen. In deze processen-verbaal wordt de link gelegd tussen de verdachten in het onderzoek Caos en hun chatidentiteiten. Om tot die link te komen, heeft de politie geobserveerde ontmoetingen tussen de diverse verdachten gekoppeld aan chatgesprekken tussen dezelfde verdachten. Anders gezegd: de verdachten maken onderling afspraken via de chat en verschijnen dan vervolgens ook op die afspraken. Dit betreft een zeer sterke aanwijzing dat de gemaakte identificatie juist is. Zeker omdat sommige van de medeverdachten [2] helemaal niet ontkennen te hebben deelgenomen aan de chats en de ontmoetingen. In de op de verdachte toegesneden processen-verbaal van identificatie worden (ook) andere overeenkomsten tussen de inhoud van de chatgesprekken en eigenschappen en/of omstandigheden die kleven aan de verdachte gekoppeld. Dit ondersteunt de identificatie. Ten slotte wordt de identificatie sterker doordat de medeverdachte [naam medeverdachte 1] de chatnamen [bijnaam 2], [bijnaam 1] en [bijnaam 3] in zijn verhoor aan de verdachte heeft toegeschreven.
Conclusie
De verdachte is de persoon die in de chatgesprekken deelneemt onder de namen [bijnaam 1], [bijnaam 2], [bijnaam 3] en [bijnaam 4].
Betrokkenheid bij de zaken La Macchinista (feit 1) en Fuoco (feit 2)
De officier van justitie ziet de betrokkenheid van de verdachte bij de cocaïnetransporten in de zaken La Macchinista en Fuoco als het medeplegen van de invoer van cocaïne en vindt daarmee iedere keer het primair ten laste gelegde bewezen. De verdediging ziet dat anders en heeft vrijspraak bepleit van al het primair (en subsidiair) ten laste gelegde.
De rechtbank duidt het handelen van de verdachte bij deze zaken als het medeplegen van voorbereidingshandelingen van de invoer van cocaïne. De betrokkenheid van de verdachte blijkt hoofdzakelijk uit chatgesprekken, observaties van ontmoetingen en afgeluisterde
(ovc-)gesprekken. Hieruit blijkt steeds onmiskenbaar dat de verdachten bezig waren met het voorbereiden van cocaïnetransporten. Dat tussen de verdachte en andere betrokkenen ook sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking bij de invoer van de cocaïne is echter niet of onvoldoende komen vast te staan. De verdachte is niet betrokken geweest bij de daadwerkelijke invoer van de cocaïne en zijn rol bij de voorbereidingen is van onvoldoende gewicht om hem als medepleger van de invoer aan te merken. De verdachte moet een onderdeel zijn geweest van een veel groter geheel, waarbij vele anderen (moeten) zijn betrokken. Concreet zicht op dat grotere geheel ontbreekt. Daar komt bij dat niet kan worden vastgesteld dat het opzet van de verdachte steeds was gericht op de concrete hoeveelheden cocaïne die zijn onderschept. In de (chat)gesprekken worden wel hoeveelheden genoemd, maar dit zijn andere hoeveelheden dan die zijn aangetroffen.
Conclusie
De verdachte wordt vrijgesproken van de primair ten laste gelegde invoer van de verschillende partijen cocaïne. Wel vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte die invoer heeft voorbereid, zoals steeds subsidiair ten laste is gelegd.
Hoofdstuk 3: de bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen in de zaak La Macchinista [3]
- Onderdeel a: Verklaringen van de medeverdachten
- Onderdeel b: Container en GPS-baken
- Onderdeel c: BlackBerry-chats
- Onderdeel d: Observaties en identificatie
a.
Verklaringen van de medeverdachten
Verklaringen van de medeverdachten
Ik noem [naam medeverdachte 2] als ik met hem chat [bijnaam 5]. Op de chat noem ik [naam verdachte]: [bijnaam 2], [bijnaam 1], [bijnaam 3]. Ik had contact met [bijnaam 3] over een werk van 20 kilo. Met werk bedoel ik cocaïne. Ik zou tussen de 5 en 10 duizend euro krijgen om te vertalen.
Op 3 mei 2018 was er een bijeenkomt bij ‘De Machinist’. [bijnaam 3] had mij gevraagd de ontmoeting te regelen. Toen ik daar aankwam, zaten er zo’n acht personen. Ik had contact met [bijnaam 3]. Die mensen wilden dat ik een afspraak met hem zou maken zodat hij uitleg kon geven over de mislukking en omdat de mensen hun geld terug wilden. Hij had de verantwoordelijkheid om het er uit te halen. Ik weet dat [bijnaam 3] de gegevens van die containers had. [bijnaam 3] gaf mij de data en namen van schepen. Ik gaf de informatie altijd direct door aan [bijnaam 5] via BlackBerry Messenger.
Op 2 mei 2018 heb ik [naam verdachte] ([bijnaam 2]) van het vliegveld in Rotterdam gehaald. Ik was hiervoor benaderd door [naam medeverdachte 1] en kreeg hiervoor een vergoeding van [naam medeverdachte 1]. Op 3 mei 2018 werd ik door [naam medeverdachte 1] benaderd om aanwezig te zijn bij een ontmoeting bij ‘De Machinist’ in Rotterdam en was ik daar ook bij aanwezig. Er werd gesproken over 20 kilogram dat in de vloer van een koelcontainer zou zitten. Op 9 mei 2018 kwam [naam verdachte] met een tolk langs in de omgeving van mijn woning. Op 9 mei 2018 om 21:00 uur was ik aanwezig bij een ontmoeting aan de [adres 1].
Container en GPS-baken
De container met nummer [containernummer 2] is vervoerd met het schip [naam schip 1]. Het schip met daarop deze container is op 15 april 2018 vertrokken vanuit Ecuador en op 3 mei 2018 gearriveerd in de haven van Rotterdam.
In de bodem van de container [containernummer 2] werden 20 pakketten en een GPS-baken aangetroffen met IMEI-nummer [nummer 1].
[bijnaam 6] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1].
6 maart 2018
[bijnaam 2]: om jouw GPS te zetten en zo controleren jullie het
[bijnaam 6]: ja dat heeft de man mij gisteren gezegd
[bijnaam 2]: hij heeft hem zijn pin al door gegeven
8 maart 2018
[bijnaam 6]: en de GPS zou voor hem gezet moeten worden
[bijnaam 6]: toen zei hij me dat ik het aan jou moest vragen van de bestemming van de dozen
[bijnaam 6]: ze zeggen me dat dat goed vacuüm verpakt moet zijn
[bijnaam 6]: en dat er een GPS op moet worden gezet
[bijnaam 2]: natuurlijk dat wordt goed verpakt en met anti-honden plus de GPS
[bijnaam 6]: ze vragen me hier of je me alsjeblieft de foto's wilt sturen van de stickers die de GPS-en hebben alsjeblieft
18 maart 2018
[bijnaam 2]: dus kijk of de GPS goed gaat
[bijnaam 2]: hij heeft er nu één aangezet
[bijnaam 6]: oké laten ze hem aanzetten ik laat het zo meteen nakijken
[bijnaam 2]: kijk het na en geef me de locatie door
[bijnaam 6]: daarom zei hij me dat hij me iedere dag een foto zou doorgeven van het etiket met de gegevens
19 maart 2018
[bijnaam 2]: ze staan allebei aan sinds gisteren
[bijnaam 6]: ze zijn degene waarvan we het nummer hebben al aan het nakijken
[bijnaam 2]: degene die eindigt op [nummer 2] is degene die signaal geeft?
[bijnaam 2]: dus het is degene die eindigt op [nummer 2]
[bijnaam 6]: ja vriend de 'pinner' die we hebben nagekeken
26 maart 2018
[bijnaam 2]: de bus vertrekt uit Machal en hij stapt over in Panama en vanuit daar gaat hij rechtstreeks naar u
[bijnaam 6]: ja zo is die, maar hoe heet hij?
[bijnaam 2]: bevestig mij de GPS
[bijnaam 2]: ik zeg je zo zet die van [nummer 2] aan dat eindigt op de ene die ik jou gaf
27 maart 2018
[bijnaam 6]: zeggen ze mij hoeveel ze uiteindelijk vertrekken
[bijnaam 2]: 20
[bijnaam 2]: de ene die werkt is de ene die op [nummer 2] eindigt
BlackBerry-chats
[bijnaam 6] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1].
Verzonden berichten
Op 14 maart 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 2]
[bijnaam 6]: vriend goedemorgen ik ben hier bij de mensen
[bijnaam 6]: ze zeggen dat je het moet vragen aan je vriend
[bijnaam 6]: of ze 20 accepteren
[bijnaam 6]: en of het zou zijn 10/10 zetten + GPS
[bijnaam 2]: u zegt om twee meisjes te doen
[bijnaam 6]: ja dat is wat ze me voorstellen
[bijnaam 6]: en of jouw vriend 20 accepteert
Op 18 maart 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 2]
: hier aan het praten met de vriend die zegt dat hij het zal inladen
[bijnaam 2]: heb jij het geld daar in Ecua? Het geld van het vertrek?
(…)
[bijnaam 6]: zij hebben het geld klaar.
26 maart 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 2]
: bevestig mij de gps
[bijnaam 2]: ik zeg je zo zet die van [nummer 2] aan
Op 27 maart 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 2]
: zeg me vriend in welke van de twee bussen doen we het
(…)
Opmerking verbalisant: [bijnaam 6] stuurt een foto waarop te zien is: IMEI [nummer 1].
[bijnaam 6] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1].
Verzonden berichten tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 2]
Op 8 en 9 april 2018
: de bus Nijmegen
[bijnaam 6]: met welke is de bus?
Opmerking verbalisant: [bijnaam 2] stuurt screenshots van Maersk Line betreffende de motorschepen [naam schip 2] en de [naam schip 1].
(…)
[bijnaam 6]: hij vertrekt pas op 15 april
Op 15 april 2018
[bijnaam 2]: de bus is vetrokken
Op 4 mei 2018
[bijnaam 2]: gisteren om 6pm is de bus al geparkeerd
[bijnaam 6] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1].
Verzonden berichten
Op 13 mei 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 1]
: http://barendrechtnu.nl/incidenten/25566/40-kilo-cocaineonderweg-naar-barendrecht-onderschept-door-douane.
Observaties en identificatie
Op 3 mei 2018 zaten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] samen met nog zes anderen op het terras bij het restaurant De Machinist in Rotterdam.
Op 3 mei 2018 heeft er een ontmoeting plaats gevonden tussen acht personen waaronder [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2]. Er waren zes NNmannen. NN-man 4 is geïdentificeerd als [naam verdachte]
Op 9 mei 2018 in Rotterdam is [bijnaam 2] gezien met [naam medeverdachte 2] en met nog vier andere personen.
Bewijsmiddelen in de zaak Fuoco [15]
- onderdeel a: Verklaringen van de medeverdachten
- onderdeel b: Chatberichten
- onderdeel c: Observaties
a.
Verklaringen van de medeverdachten
Verklaringen van de medeverdachten
[bijnaam 3] zei dat er iets onderweg was. Hij zei dat het nodig was om deze klus te doen om het andere probleem op te lossen. Hij vertelde mij dat er ongeveer 300 kilo cocaïne onderweg was. Hij vroeg mij te helpen met mensen te vinden om dat er uit te halen, want de man die het oorspronkelijk zou doen die kon niet meer. Dit was in juli of augustus 2018.
[bijnaam 3] vertelde mij dat er kerels uit Spanje zouden komen om te spreken over de 300 kilo. Ik heb ze op dinsdag gesproken in Den Haag, er was ook iemand bij die ik ken, hij spreekt ook Spaans, hij heet [naam 1]. De Spanjaarden vertelden daar dat er 400 kilo in de container zou zitten in koffers en dat ze op zoek waren naar dieven om de koffers uit de container te halen.
De dag erna was er een afspraak in Roosendaal of Bergen op Zoom ofzo. Daar ging ik heen met [naam 1]. Ik bedoel daarmee [naam medeverdachte 3]. De Spanjaarden hadden daar een afspraak. Zij vroegen mij om te vertalen tijdens die afspraak in Roosendaal. Ik ben daar naartoe gegaan met [naam 1] en daar hebben we met de twee Spanjaarden en nog twee mensen aan tafel gezeten. [naam 1] spreekt beter Nederlands dan ik dus hij heeft vooral vertaald. Ik hoorde de Spanjaard, de vriend van [bijnaam 3], opeens zeggen dat het om 650 kilo ging en dat het verstopt zat in pallets.
Ik heb met [naam 1], [bijnaam 5] en de Spanjaarden een ontmoeting gehad op de woensdagavond erna in Delft omdat ze mij maar bleven vragen om te helpen.
[naam 1] heeft een afspraak met ze gemaakt voor de volgende dag.
De volgende dag heb ik weer een afspraak gehad met de Spanjaarden en [naam 1]. Zij vroegen mij weer of ik niemand had om te helpen en boden 50 % aan.
[naam 1] is wel verder gegaan met ze.
Ik werd via BlackBerry gevraagd om te komen naar een snackbar in Rotterdam, ik weet niet meer wie mij daar naar toe vroeg. Ik was daar met [naam 1] en de twee Spanjaarden. Ze vroegen mij of ik geld had om aan hen te lenen om de vrachtwagenchauffeur te betalen.
Enkele dagen later vroeg [bijnaam 7] mij of ik aan [bijnaam 3] kon vragen of het de partij van
1700 kilo was die de politie had onderschept die in het nieuws was.
Ik heb [bijnaam 7] en [bijnaam 3] met elkaar in contact gebracht, maar [bijnaam 7] vroeg mij elke keer om het contact te zoeken. Ze gebruikten mij als een soort brug om de vragen te kunnen stellen.
Op 30 juli 2018 werd ik benaderd door [naam medeverdachte 1] ([bijnaam 6]) met de vraag of ik meer informatie kon opzoeken over het schip [naam schip 3]. Deze informatie stuurde ik vervolgens door naar [naam medeverdachte 1].
Op 31 juli 2018 had ik een ontmoeting met [naam medeverdachte 1]. Hij vertelde dat er mensen uit Spanje waren gekomen en dat zij op zoek waren naar twee versleutelde telefoons. [naam 2] kon aan mij twee versleutelde telefoons (PGP) leveren. Ik vertelde aan [naam medeverdachte 1] dat ik twee telefoons kon leveren. Ik zei tegen [naam medeverdachte 1] dat ik de locatie en tijd zou duursturen om de versleutelde telefoons op te halen. Op 1 augustus 2018 had ik een ontmoeting met [naam medeverdachte 1] in Oud-Gastel. [naam medeverdachte 1] kwam met een vriend en met twee mannen uit Spanje.
BlackBerry-chats [18]
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 8]’ is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 4].
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 5] nw’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 2].
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 6]’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1].
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 7]’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 3].
Verzonden berichten
Op 19 juli 2018 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 5]
[bijnaam 8]: nog een 350, MSc, naar belg, onw
[bijnaam 5]: achter de deur
[bijnaam 5]: ik heb 1 man, hij staat daar sterk in antw, ik ga voor je vragen, vraag of die bij 1742 komt
[bijnaam 8]: K ken je die naam van die bus geven
[bijnaam 8]: [naam schip 3]
[bijnaam 8]: Al onw
Op 21 juli 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 5]
: Amigo kan je vragen of die wel zeker in Rotterdam komt. Want ik volg die bus nu en hij gaat rechtstreeks naar Rotterdam, misschien daarna naar Antwerpen maar ik kan het niet zien.
Opmerking verbalisant: [bijnaam 5] stuurt een screenshot van het vaarschema van het motorschip “[naam schip 3]” met als bestemming Rotterdam.
[bijnaam 5]: Kan je ook gelijk vragen voor die Maersk want ik heb mensen die kunnen pakken in Antwerpen
[bijnaam 6]: Welke is deze amigo?
[bijnaam 5]: deze is van MSC achter deur
[bijnaam 5]: Vraag aan die mensen of ze willen doen Maersk dan ga ik maandag met die mensen praten want ze zeggen dat ze kunnen doen
Op 30 juli 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 5]
[bijnaam 6]: Amigo je kan kijken wanner aankomst die bus??
[bijnaam 5]: hij is morgen in rdam
Op 1 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 7]
[bijnaam 6]: [bijnaam 9], schrijf naar die man van de afspraak van gisteren, kijken of we snel kunnen regelen
[bijnaam 7]: Ik ben onderweg, waar zien we elkaar?
[bijnaam 6]: Weet het niet, ik moet naar die mannen van gisteren en naar die [bijnaam 10] ([bijnaam 11]/[bijnaam 12]) om het te regelen
Op 1 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 5]
[bijnaam 6]: Amigo en deze bus is nu daar, praat aub met jouw mensen en regelen snel (…) Ok amigo maar deze bus is nu naast, daarom wij moeten snel actie
[bijnaam 5]: om 5 uur moeten we daar zijn in Roosendaal (…) Subway?
Op 2 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 7]
: zien we elkaar om te praten
[bijnaam 6]: is goed. (…) Zij komen al hierheen, naar de Mac van gisteravond
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 6]’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1].
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 7]’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 3].
Verzonden berichten
Op 3 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 7]
: praat met hem, volgens hem (derde) heeft hij ([bijnaam 5]) de locatie van dat
Op 4 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 7]
: kijken of ze ons informatie geven. Over de kar, of die ziek is.
[bijnaam 7]: Hoe kunnen ze bevelen geven dat het vrijgegeven is als dat niet zo is
Op 7 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 1]
: Heeft uw vriend van de vrachtwagen niets gezegd? Is er geen probleem?
[bijnaam 6]: Ze zijn hier verontwaardigd en verrast want ze hadden een hoeveelheid gezegd en het was een andere.
[bijnaam 1]: Is dat al ziek geworden?
[bijnaam 1]: [naam 3] (vriend) heeft me net geschreven dat de eigenaren het al gepakt hebben
[bijnaam 6]: https://www.crimesite.nl/1700-kilo-cocaine-in-antwerpengepakt/
(…)
[bijnaam 6]: Je weet wel waar ik het over heb!!!!
(…)
[bijnaam 6]: Waar is datgene wat van hun is???
[bijnaam 1]: Hallo, vertel
[bijnaam 6]: Of dat eruit is gehaald, zij willen hun deel
[bijnaam 6]: Ze zijn hier woest omdat dat eruit is gehaald en ze hebben hen gebruikt
(…)
[bijnaam 1]: Het probleem nu is dat dat niet ziek is geworden en nog een probleem omdat dat eruit is gehaald
[bijnaam 6]: Dat heeft vandaag de chauffeur opgehaald en er zat niets in en het was een andere slot.
[bijnaam 1]: Dan liegen ze tegen me want dat was daar, en het is zeker dat het gevallen is.
[bijnaam 1]: Hoe kan het zijn dat die chauffeur er vandaag op af is gegaan als die kist gisteren al weg is gegaan? Kunt u me dat uitleggen?
[bijnaam 1]: U moet het nummer van het meisje intoetsen en dan zie je dat het gisteren al is bewogen
[bijnaam 6]: Dus als die “[bijnaam 13]’ via een andere kant is gegaan of heeft geprobeerd dat eruit te halen, want die kist is door die mensen eruit gehaald, dat bevestigen ze hier.
[bijnaam 6]: Dat er iets inzat en dat de zegel verwisseld is.
[bijnaam 1]: Ik trek mijn conclusies, dat is ziek geworden
[bijnaam 1]: Want als dat ziek is en de mensen gaan informeren, dan wel, wordt je opgepakt
[bijnaam 6]: informeer welke zegel het was
Op 9 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 1]
[bijnaam 6]: Broer, er is hier een groot probleem, want ze zeggen dat dat niet gevallen is, maar dat ze het ergens anders eruit hebben gehaald. Ze moeten weten wat het logo was van het eten
[bijnaam 1]: Geef bijna geen antwoord, hij zegt dat hij ziek is
[bijnaam 6]: Nou, hier zeggen ze iets anders, dat die ‘[bijnaam 13]’ het eruit heeft gehaald, zijn naam is [naam 4], want hij heeft extra % aangeboden aan die het eruit gingen halen
[bijnaam 6]: Daarom moeten zijn het merk van het eten weten, want het lijkt erop dat er een op straat is
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 6]’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1].
De gebruiker van de bijnaam ‘[bijnaam 7]’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 3].
Verzonden berichten
Op 9 augustus 2018 tussen [bijnaam 6] en [bijnaam 7]
: Ve, vraag welke zegel dat binnen had
[bijnaam 7]: Ze moeten ons alleen zeggen welk zegel aan de binnenkant alstublieft
[bijnaam 6]: Welke zegel? Bedoel je logo?
[bijnaam 6]: Die man zegt dat er iemand beneden in de gevangenis is. Dat dat gevallen is
Observaties
Op 31 juli 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2], [naam medeverdachte 5] en [naam medeverdachte 3] met elkaar op een terras zaten bij De Donner Company in Den Haag.
Op 1 augustus 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 2], [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 3], [naam 2], NN1 en NN2 aan een tafel zaten in de Delifrance in Oud Gastel. Bij de parkeerplaats stond een auto met kenteken [kentekennummer 1].
Op 2 augustus 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 3] met [naam medeverdachte 1], [naam 5] en [naam 6] aan een tafel zat bij de McDonald’s in Delft. Zij verlieten de McDonald’s. Later op de avond kwam [naam medeverdachte 3] nogmaals naar de betreffende McDonald’s met [naam 5] en [naam 6]. [naam medeverdachte 3] maakte contact met [naam medeverdachte 4] en twee andere personen. [naam medeverdachte 3], [naam medeverdachte 4] en de vier andere personen gingen met elkaar in gesprek. [naam medeverdachte 4] ging weg. Vervolgens reden [naam medeverdachte 3], [naam 5], [naam 6], NN1 en NN3 met de auto naar het bedrijventerrein [adres 2] (hierna: de loods). Er stond een witte vrachtwagentrekker voor de loods. [naam medeverdachte 3] en de anderen liepen meerdere rondjes om de trekker en er werd verschillende keren gebukt aan de rechterzijde van de trekker. [naam medeverdachte 4] stopte kort bij de loods, waarna hij weer wegreed. Ik zag dat de trekker voorzien was van kenteken [kentekennummer 2]. [naam medeverdachte 1] kwam ook naar de loods. De Scania [kentekennummer 2] reed weg bij de loods. [naam medeverdachte 1] reed als bestuurder van de Clio [kentekennummer 3] weg bij de loods. [naam medeverdachte 3] reed als bestuurder van de A3, [kentekennummer 4] weg bij de loods. Tussen 00:20 uur en 02:58 uur hebben de 5-serie, [kentekennummer 5], en A3, [kentekennummer 4], constant achter elkaar aangereden in dezelfde samensteling.
Container [containernummer 3] is vervoerd door het schip [naam schip 3] en afkomstig uit Ecuador. Op 3 augustus 2018 is geprobeerd om de container [containernummer 3] op te halen bij terminal 1700 DP World door een trekker met kenteken [kentekennummer 2]. De container was niet bekend bij deze terminal. Gebleken is dat de container [containernummer 3] op MPET Terminal 1742 stond. De verzegeling is gecontroleerd. Het nummer op de verzegeling is niet conform het nummer op de B/L met nummer [nummer 3]. In de container zijn 75 dozen met elk 20 pakketten aangetroffen. In die dozen/pakketten zijn geen bananen aangetroffen, maar wit poeder.
Bewijsmiddelen in de zaak Spiegel [26]
- Onderdeel a: Aantreffen en onderzoek drugs
- Onderdeel b: Geprepareerde container
- Onderdeel c: Observaties
- Onderdeel d: BlackBerry-chats
a.
Aantreffen en onderzoek drugs
Aantreffen en onderzoek drugs
Aan de hand van een verstrekking informatie ter operationele afdoening van 3 juni 2019 heeft de Douane een selectie gemaakt van containers die aan de in dat proces-verbaal gestelde criteria voldeed, te weten:
- Vertrek container per schip rond 15 mei vanuit Guayaquil Ecuador;
- Schip vaart mogelijk via Buenaventura Colombia;
- Bestemming Rotterdam;
- De container na lossing van de inhoud vervoerd worden naar een Empty Depot in Rotterdam van [naam bedrijf 2] (Empty Depot is een plaats waar lege containers worden opgeslagen);
- De verdovende middelen verstopt zouden zitten in de bodem nabij de “spiegel” van de container.
Container [containernummer 4] afkomstig van het schip [naam schip 4] is gecontroleerd. Er werden afwijkingen geconstateerd aan de motorzijde van de container. Deze ruimte werd vervolgens nader onderzocht waarbij in een ruimte tegen de achterwand aan de onderzijde achter de spiegel een hoeveelheid van circa 30 blokken met vermoedelijk cocaïne werd aangetroffen.
Wij onderzochten het kopschot van container [containernummer 4]. Wij zagen dat het kopschot bestond uit 2 grote witte platen, met daaronder een gebogen aluminium plaat (hierna te noemen baffle plate). Wij zagen dat er achter de baffle plate een grijze aluminiumplaat was bevestigd. Na het verwijderen van de platen zagen wij in de koelluchtkanalen aan de onderzijde, achter het kopschot, pakketten met vermoedelijk verdovende middelen zitten. Wij zagen en telden in totaal 30 pakketten met vermoedelijk verdovende middelen. Hiervan zijn 4 willekeurige pakketten geselecteerd voor monstername, testen en wegen.
Herrekening netto gewicht
Gemiddeld netto gewicht = 2.995,5 gram / 3 = 998.5 gram
Netto gewicht 30 pakketten = 998,5 gram x 30 = 29.95 kilogram
Bijlage
Aanvraagformulier monsteronderzoek
1. gram vermoedelijk cocaïne [SIN-nummer 1]
2. +/- 3 gram vermoedelijk cocaïne [SIN-nummer 2]
3. +/- 3 gram vermoedelijk cocaïne [SIN-nummer 3]
Op 11-06-2019 ontving ik een verzegelde plastic zak met daarin:
[SIN-nummer 1] een plastic zakje met wit, korrelig materiaal
[SIN-nummer 2] een plastic zakje met wit, korrelig materiaal
[SIN-nummer 3] een plastic zakje met wit, korrelig materiaal
Conclusie:
Het materiaal van alle bovenvermelde SIN-nummers bevat cocaïne.
Deze substantie is vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Ik zag met betrekking tot de vervoersbewegingen van de container [containernummer 4] onder andere het volgende.
- Op 15 mei 2019 omstreeks 07:31 uur was de container geladen op de [naam schip 5] in Guayaquil;
- Op 17 mei 2019 omstreeks 23:26 uur was de container gelost van de [naam schip 5] in Buenaventura;
- Op 19 mei 2019 omstreeks 18:47 uur was de container geladen op de [naam schip 4] in Buenaventura;
- Op 4 juni 2019 omstreeks 07:30 uur kwam de [naam schip 4] aan in Rotterdam;
- Op 5 juni 2019 omstreeks 05:06 uur werd de container gelost van de [naam schip 4] in Rotterdam.
Geprepareerde container
Om verdachten bij de vermoedelijke cocaïnesmokkel op te sporen en aan te kunnen houden, is de container met nummer [containernummer 4] met technische hulpmiddelen geprepareerd en teruggebracht naar de ECT Delta terminal teneinde zijn normale logistieke route te volgen.
De container met nummer [containernummer 4] is geplaatst op het terrein van [naam bedrijf 1] aan de [adres bedrijf 1].
Op 12 juni 2019 werd waargenomen dat de deuren van de container werden geopend en twee mannen de container binnenkwamen. Aansluitend werden zogenaamde ‘breekgeluiden’ alsmede geluiden van een boormachine gehoord.
De schade die bij de aanhouding van de mannen in de container met nummer [containernummer 4] is vastgelegd, zat op dezelfde plaats als waar de cocaïne is aangetroffen.
Observaties
Op 11 juni 2019 is gezien dat [naam medeverdachte 4] als bijrijder in de Polo met kenteken [kentekennummer 6] zat.
Op 12 juni 2019 is gezien dat twee onbekend gebleven mannen op de vluchtstrook van de N15 uit de Polo met kenteken [kentekennummer 6] stapten en naar het hek renden, behorende bij het bedrijf [naam bedrijf 1], gevestigd aan de [adres bedrijf 1]. Zij zijn samen over het hek geklommen en liepen tussen de containers door het terrein verder op. [naam medeverdachte 4] stond op de vluchtstrook van de N15 en keek in de richting van de plek waar de twee mannen over het hek klommen. Vier minuten later is gezien dat [naam medeverdachte 4] de Polo met kenteken [kentekennummer 6] voorzag van brandstof en deze auto heeft geparkeerd.
BlackBerry-chats
[bijnaam 8] is geïdentificeerd als Francklin Junior [naam medeverdachte 4].
Bijlage
Op 30 januari 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 1]
[bijnaam 8]: Ik ben hier
[bijnaam 8]: bij de
[bijnaam 8]: Marokkaanse vriend
[bijnaam 8]: Degene die jij kent
[bijnaam 8]: Hij zegt me dat hij een “hapag” wil doen
[bijnaam 8]: Hij wil investeren voor 10
[bijnaam 1]: [naam 7]?
[bijnaam 8]: Ja
(…)
Op 24 februari 2019 tussen leo [bijnaam 8] en [bijnaam 1]
leo [bijnaam 8]: Doe het, en ik stuur u het geld als dat contact maakt met het water
(…)
Op 6 maart 2019 tussen leo [bijnaam 8] en [bijnaam 1]
leo [bijnaam 8]: 3 alleen het eten?
leo [bijnaam 8]: Ik moet weten wat ik tegen [naam 7] zeg
[bijnaam 1]: Ja eerst voor het eten en zodra het water raakt, sturen ze voor
[bijnaam 1]: Maakt niet uit of 'uw oog' wel of niet hier is, eerst voor het eten en zodra hij te water gaat, het geld voor vertrek
Op 12 maart 2019 tussen leo [bijnaam 8] en [bijnaam 1]
: Excelbestand [bestandsnaam 1]
Opmerking verbalisant:
In dit Excel-bestand staat een laadlijst van het motorschip “[naam schip 5]” met daarin o.a. containernummers, goederen omschrijvingen, laad- en loshavens en zegelnummers.
Op 12 april 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 4]
[bijnaam 8]: Vriend kijk “[naam 7]” zegt tegen me
[bijnaam 8]: Dat hij liever ‘spiegel’ wil
[bijnaam 8]: Dat is zekerder
Op 25 april 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 4]
[bijnaam 8]: De Hapag
[bijnaam 8]: Bestemming Rotterdam
[bijnaam 8]: Blijft spiegel hetzelfde?
[bijnaam 4]: voice chat: [bestandsnaam 2]
Vertaling:
NN Man zegt: Vriend ze hebben aan de neef van jou persoonlijk uitgelegd ze hebben hem gezegd voor de meeste zekerheid gaan we praktisch bijna onder de spiegel in de WAFER[fon.] dat heet plaat/blad (…), met geluk gaan daar wel zes MANOS in maar meer dan zes MANOS passen daar niet in.
[bijnaam 8] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 4].
Bijlage
Op 3 mei 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 4]
: we zijn al in beweging, vriend
[bijnaam 4]: afbeelding
Opmerking verbalisant:
Afbeelding van de binnenzijde van een reefercontainer waarop te zien is dat een plaat van het kopschot is verwijderd en waar losse stukken materiaal op de vloer liggen.
Op 4 mei 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 4]
[bijnaam 8]: ik tel 31
[bijnaam 8]: in de video
[bijnaam 4]: 30, niet meer
In de chat wordt op 3 mei 2019 omstreeks 18.16 uur een foto verzonden door [bijnaam 4] aan [bijnaam 8] waarop de verstopplaats van de verdovende middelen is te zien.
Op 7 juni 2019 is in Rotterdam een container gecontroleerd met het containernummer [containernummer 4]. De locatie van het aantreffen van de cocaïne komt sterk overeen met de locatie op foto van de chat. Er zijn een aantal overeenkomsten zichtbaar zoals
- Condens strepen;
- Uitsteeksel;
- Sporen van roestvorming dan wel corrosievorming;
- Boorgaatje in balk.
Gezien de overeenkomsten kan worden gesteld dat het zeer aannemelijk is dat de container op beide foto’s een en dezelfde container betreft.
[bijnaam 8] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 4].
Bijlage
Op 15 mei 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 4]
: voice chat: [bestandsnaam 3]
Vertaling:
NNM: amigo, dat is daar binnen, met de zegen van God vertrekt dat vanavond. Die mensen zitten op mij nek, dat ze hun geld willen hebben, dat zij hun werk al hebben gedaan.
Op 16 mei 2019 tussen [bijnaam 8] en [bijnaam 4]
[bijnaam 8]: En nu is dat vannacht vertrokken, zo'n 15 uur geleden dat dat vertrokken is vriend
[bijnaam 8]: Geef ons de kans om het geld op te halen en het op te sturen
Hoofdstuk 4: de verboden gedragingen en de strafbaarheid
De kwalificatie
De bewezen feiten zijn in de wet verboden gedragingen en leveren de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 subsidiair:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Feit 2 subsidiair:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Feit 3 primair:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
De strafbaarheid van de feiten en van de verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.
Hoofdstuk 5: de onderbouwing van de straf
De feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft samen met anderen een hoeveelheid van bijna 30 kilo cocaïne in Nederland ingevoerd. Ook heeft de verdachte de invoer van twee andere cocaïnetransporten voorbereid. Op basis van de tussen de verdachten gevoerde chats gaat de rechtbank ervan uit dat deze voorbereidingen gericht waren op de invoer van in totaal zo’n 370 kilo cocaïne. De betrokkenheid van de verdachte duidt zich met name als tussenpersoon, waarbij hij de juiste informatie van de ene persoon naar de andere persoon verstuurde. Het doorspelen van belangrijke informatie over (op handen zijnde) cocaïnetransporten is noodzakelijk om cocaïne te kunnen invoeren. De verdachte is daarmee een belangrijke schakel in de keten geweest om cocaïne in te voeren of dat voor te bereiden.
Vanuit Zuid-Amerika worden grote hoeveelheden cocaïne Nederland ingevoerd. Het op de markt brengen van harddrugs vormt een ernstige bedreiging van de volksgezondheid. Daarnaast wordt met de handel in cocaïne veel geld verdiend en deze handel gaat gepaard met vele vormen van criminaliteit. Ter bestrijding van harddrugsverslaving en ter voorkoming en bestrijding van illegale harddrugshandel wordt de (voorbereiding van de) invoer van cocaïne streng bestraft.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van negen jaar geëist. Deze strafeis is gebaseerd op betrokkenheid van de verdacht bij de invoer van in totaal 1.797 kilo cocaïne middels drie verschillende transporten. De officier van justitie heeft de verdachte getypeerd als een onmisbare schakel tussen de verzenders van de cocaïne en de ontvangers daarvan.
Beoordeling
De verdachte heeft zich bezig gehouden met het invoeren van een partij cocaïne en het voorbereiden van twee andere partijen cocaïne. Bij dit soort feiten past geen andere straf dan een lange gevangenisstraf. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank niet alleen naar de ernst van de feiten gekeken, maar ook gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast heeft zij de volgende drie punten meegewogen:
de bewezenverklaring en het strafmaximum;
de persoonlijke omstandigheden van de verdachte;
de overschrijding van de redelijke termijn.
1.
De bewezenverklaring en het strafmaximum
De bewezenverklaring en het strafmaximum
De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie. De verdachte wordt vrijgesproken van de invoer van 40 kilo cocaïne en van de invoer van 1.727 kilo cocaïne. De rechtbank vindt in die zaken wel de voorbereidingshandelingen bewezen, maar gaat er daarbij vanuit dat deze waren gericht op de invoer van zo’n 370 kilo cocaïne en niet op de ten laste gelegde hoeveelheden. Ook vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte bijna 30 kilo cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank vindt hiermee aanzienlijk minder bewezen dan de invoer van 1.797 kilo cocaïne, waarvan de officier van justitie is uitgegaan bij het bepalen van de strafeis. Gelet op de bewezenverklaring heeft de verdachte weliswaar 30 kilo cocaïne ingevoerd, waarmee strikt genomen een strafmaximum van 16 jaar van toepassing is. De rechtbank is echter van oordeel dat het zwaartepunt ligt in de zaken van de voorbereidingshandelingen en zij neemt daarom in de verhouding tussen de maximale en de op te leggen gevangenisstraf een strafmaximum van acht jaar als uitgangspunt.
2.
De persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van 16 december 2021 blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die op de zitting door zijn raadsman naar voren zijn gebracht.
3.
De overschrijding van de redelijke termijn
De overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn, waarbinnen een strafzaak dient te zijn afgerond, is overschreden en compenseert dit door strafvermindering.
Conclusie
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om een aanzienlijk lagere gevangenisstraf op te leggen dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden en zal dit aan de verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Voortduring van de voorlopige hechtenis
De schorsing van de voorlopige hechtenis liep af met het aanvangen van de zitting op
25 januari 2022. De voorlopige hechtenis is vanaf dat moment weer herleefd.
De wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Hoofdstuk 6: de beslissingen in het kort en ondertekening
De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de in hoofdstuk 4 vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J. Soeteman en V.C. Wennekes, griffiers,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 23 februari 2022.