ECLI:NL:RBROT:2022:1349

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
10/750275-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in de megazaak Caos voor het invoeren van cocaïne en MDMA

In de strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de megazaak Caos, heeft de rechtbank Rotterdam op 23 februari 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen invoeren van 29,95 kilo cocaïne, het voorbereiden van het invoeren van drie zendingen cocaïne en het aanwezig hebben van cocaïne en MDMA. De rechtbank heeft na onderzoek op de zittingen van 25 en 31 januari en 1, 2 en 3 februari 2022, en de sluiting van het onderzoek op 9 februari 2022, geoordeeld dat de verdachte voor het samen met anderen invoeren van 29,95 kilo cocaïne en het voorbereiden van de invoer van drie zendingen cocaïne schuldig is. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen in de zaak La Macchinista, maar vond hem wel schuldig aan de andere feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank overwoog dat de verdachte een belangrijke rol speelde in de voorbereidingen van de invoer van cocaïne, wat een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormt. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn, wat leidde tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie.

Uitspraak

RechtbankROTTERDAM
Team 1
Parketnummer: 10/750275-18
Datum uitspraak: 23 februari 2022
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] .
De advocaat van de verdachte is mr. K.C. van de Wijngaart, advocaat te Rotterdam. De officieren van justitie zijn mrs. N.J.P. Coenen en R.S. Dhoen (hierna gezamenlijk aangeduid als de officier van justitie).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zittingen van 25 en
31 januari 2022 en 1, 2 en 3 februari 2022. Het onderzoek is gesloten op de zitting van 9 februari 2022.

Kern van het vonnis

De verdachte wordt voor het samen met anderen invoeren van 29,95 kilo cocaïne, het voorbereiden van het invoeren van drie zendingen cocaïne en het aanwezig hebben van cocaïne en MDMA veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar.

Inhoudsopgave van dit vonnis

De verdachte wordt in de megazaak Caos, kort samengevat, beschuldigd van het volgende.
  • Feit 1: het samen met anderen invoeren van 40 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak La Macchinista).
  • Feit 2: het samen met anderen invoeren van 1.727 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak Fuoco).
  • Feit 3: het samen met anderen invoeren van 29,95 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak Spiegel).
  • Feit 4: het samen met anderen invoeren van 185 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak Lawaai).
  • Feit 5: het aanwezig hebben van 117,7 gram cocaïne en 0,9 gram MDMA (zaak Fruit).
  • Feit 6: het samen met anderen invoeren van 13 kilo cocaïne of de voorbereiding daarvan (zaak Tredici).
De volledige tekst van de beschuldiging zoals deze door de officier van justitie is opgeschreven in de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte in de zaak La Macchinista cocaïne heeft ingevoerd of voorbereidingshandelingen daartoe heeft verricht, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken. Wel vindt de rechtbank in de zaak Spiegel bewezen dat de verdachte 29,95 kilo cocaïne heeft ingevoerd. Ook vindt de rechtbank in de zaken Fuoco, Lawaai en Tredici bewezen dat de verdachte de invoer van hoeveelheden cocaïne heeft voorbereid. Verder vindt de rechtbank in de zaak Fruit bewezen dat de verdachte 92,8 gram cocaïne en 0,9 gram MDMA aanwezig heeft gehad. De argumenten die tot vrijspraak hebben geleid, de bewezenverklaring en de motivering daarvan zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet.
Een overzicht van de bewijsmiddelen is in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen.
De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen waar straf op staat. Welke verboden gedragingen dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf op van vier jaar. Hoofdstuk 5 van dit vonnis vermeldt alle onderdelen van de straf en de motivering daarvan.
Hoofdstuk 6 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffiers.

Hoofdstuk 1: de beschuldiging in de tenlastelegging

Feit 1: zaak La Macchinista

Primair
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2018 tot en met 5 mei 2018 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 40 kilogram (2 maal 20 kilogram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2018 tot en met 5 mei 2018 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 40 kilogram (2 maal 20 kilogram), althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte's mededader(s),
  • contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
  • contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
  • telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);
Feit 2: zaak Fuoco
1.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 1727 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 1727 kilogram, althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te .verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte’s mededader(s),
  • contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
  • contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
  • telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);

Feit 3: zaak Spiegel

Primair
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2019 tot en met 12 juni 2019 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 29,95 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 15 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 29,95 kilogram, althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte's mededader(s),
  • contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
  • contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
  • telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);
  • geldbedrag(en) ter beschikking gesteld en/of overgemaakt/over laten maken voor de financiering van (de invoer van) verdovende middelen en/of
  • perso(o)n(en) in de buurt van het containerterrein afgezet en/of naar toe vervoert en/of
  • zich (onbevoegd) op het terrein van [naam bedrijf 1] (gelegen aan de [adres bedrijf 1] ) begeven, en/of
  • op dat terrein de deuren van de container [containernummer 1] (afkomstig uit Guayaquil, Ecuador) geopend en die container binnen gegaan, en/of
  • een doosje blindklinknagels en/of diverse maten boortjes en/of een bit schroevendraaier met verschillende hitjes en/of een steeksleutel en/of nieuwe metaal boren en/of een bundel tie-wraps en/of een zwarte sporttas met daarin boodschappentassen en/of een schroevendraaier met platte kop met zwart handvat met een rode dop en/of een kleiene zwarte zaklamp van het merk Würth en/of een zwart zaklampje van het merk IProtec en/of een grote schroevendraaier met een platte kop met oranje zwart handvat en/of een accu boormachine en/of kleine kniptangen, voorhanden gehad;

Feit 4: zaak Lawaai

Primair
hij in of omstreeks de periode van 19 augustus 2018 tot en met 21 augustus 2018 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 185 kilogram (180 en 5 kilogram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet, behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiairhij in of omstreeks 19 augustus 2018 tot en met 21 augustus 2018 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 185 kilogram (180 en 5 kilogram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/af vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere btaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s),
  • contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
  • contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoeting(en) gehad met zijn/hun (mede)dader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
  • telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s);

Feit 5: zaak Fruit

hij op of omstreeks 25 juni 2019 in een pand aan de [adres 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijke aanwezig heeft gehad,
  • een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 117,7 gram cocaïne in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
  • een hoeveelheid van 0,9 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,
zijnde cocaïne en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 6: zaak Tredici
Primair
hij in of omstreeks de periode van 31 augustus 2018 tot en met 2 november 2018 te Rotterdam en/of Vlissingen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 13 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks 31 augustus 2018 tot en met 2 november 2018 te Rotterdam en/of Vlissingen althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 13 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere btaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s),
  • contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
  • contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoeting(en) gehad met zijn/hun (mede)dader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
  • telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s).

Hoofdstuk 2: de beslissingen over het bewijs

Vrijspraak van de zaak La Macchinista (feit 1)
De officier van justitie vindt bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde invoer van 40 kilo cocaïne.
De rechtbank is van oordeel dat het primair en subsidiair ten laste gelegde niet kan worden bewezen. De verdachte is aanwezig geweest bij ontmoetingen met medeverdachten op 3 en 9 mei 2018. Wat de verdachten bij deze ontmoetingen met elkaar hebben besproken, is onbekend gebleven. Daarnaast heeft de verdachte gechat met medeverdachten, waarbij hij gebruik maakte van de schermnaam ‘ [schermnaam] ’. De inhoud van deze chats duidt niet op concrete betrokkenheid bij of wetenschap van de invoer van een partij cocaïne. Voor zover de medeverdachten spreken over ‘ [schermnaam] ’ in hun gesprekken over een drugstransport, komt onvoldoende vast te staan dat het hierbij over de verdachte gaat. ‘ [schermnaam] ’ betekent immers ‘ [betekenis schermnaam] ’ en slaat dus niet per se op de verdachte.
Kortom, uit het dossier blijkt niet van voldoende concrete feitelijke betrokkenheid van de verdachte om hem te kunnen aanmerken als medepleger van de invoer van cocaïne dan wel van de voorbereiding daarvan. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van het onder feit 1 primair en subsidiair ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 2 subsidiair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 en 6 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en vindt bewezen dat:
Feit 2 subsidiair:
hij in de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, voor te bereiden,
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen
nu verdachte of zijn mededaders het volgende heeft/hebben gedaan:
  • contacten gelegd of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in het bronland en
  • contact onderhouden, informatie uitgewisseld, afspraken gemaakt en besprekingen en ontmoetingen gehad met hun mededaders met betrekking tot het invoeren van die cocaïne en
  • per chatbericht contact gehouden met mededaders.
Feit 3 primair:
hij op 4 juni 2019 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 29,95 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Feit 4 subsidiair:
hij in de periode van 19 augustus 2018 tot en met 21 augustus 2018 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, voor te bereiden,
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht, te verschaffen
nu verdachte of zijn mededaders het volgende heeft/hebben gedaan:
  • contacten gelegd of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in het bronland en
  • contact onderhouden, informatie uitgewisseld en afspraken gemaakt met zijn/hun mededaders met betrekking tot het invoeren van die cocaïne en
  • per chatbericht contact gehouden met mededaders.
Feit 5:
hij op 25 juni 2019 in een pand aan de [adres 1] opzettelijk aanwezig heeft gehad,
  • een hoeveelheid van 92,8 gram cocaïne en
  • een hoeveelheid van 0,9 gram MDMA,
middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Feit 6 subsidiair:
hij in de periode 31 augustus 2018 tot en met 2 november 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, voor te bereiden,
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen
nu verdachte of zijn mededaders het volgende heeft/hebben gedaan:
  • contacten gelegd of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in het bronland en
  • contact onderhouden, informatie uitgewisseld en afspraken gemaakt met zijn/hun mededaders met betrekking tot het invoeren en uithalen van die cocaïne en
  • per chatbericht contact gehouden met één of meer mededaders.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring steunt op de in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen redengevende inhoud van de bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen vormen ook de basis voor de overwegingen die bij de bewezenverklaring zijn betrokken.
Overwegingen in de zaken Fuoco (feit 2) en Lawaai (feit 4)
De officier van justitie ziet de betrokkenheid van de verdachte bij de cocaïnetransporten in de zaken Fuoco en Lawaai als het medeplegen van de invoer van cocaïne en vindt daarmee iedere keer het primair ten laste gelegde bewezen. De verdediging ziet dat anders en heeft vrijspraak bepleit van al het primair (en subsidiair) ten laste gelegde.
De rechtbank duidt het handelen van de verdachte bij deze zaken als het medeplegen van voorbereidingshandelingen van de invoer van cocaïne. De betrokkenheid van de verdachte blijkt hoofdzakelijk uit chatgesprekken, observaties van ontmoetingen en afgeluisterde
(ovc-)gesprekken. Hieruit blijkt steeds onmiskenbaar dat de verdachten bezig waren met het voorbereiden van cocaïnetransporten. Dat tussen de verdachte en andere betrokkenen ook sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking bij de invoer van de cocaïne is echter niet of onvoldoende komen vast te staan. De verdachte is niet betrokken geweest bij de daadwerkelijke invoer van de cocaïne en zijn rol bij de voorbereidingen is van onvoldoende gewicht om hem als medepleger van de invoer aan te merken. De verdachte moet een onderdeel zijn geweest van een veel groter geheel, waarbij vele anderen (moeten) zijn betrokken. Concreet zicht op dat grotere geheel ontbreekt. Daar komt bij dat niet kan worden vastgesteld dat het opzet van de verdachte steeds was gericht op de concrete hoeveelheden cocaïne die zijn onderschept. In de (chat)gesprekken worden wel hoeveelheden genoemd, maar dit zijn andere hoeveelheden dan die zijn aangetroffen.
Conclusie
De verdachte wordt vrijgesproken van de primair ten laste gelegde invoer van de verschillende partijen cocaïne. Wel vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte die invoer heeft voorbereid, zoals steeds subsidiair ten laste is gelegd.
Overwegingen in de zaak Tredici (feit 6)
De officier van justitie vindt bewezen dat de verdachte zich in de zaak Tredici schuldig heeft gemaakt aan de invoer van 13 kilo cocaïne, zoals primair ten laste is gelegd.
In de zaak Tredici zijn op het schip ‘ [naam schip 1] ’ pakketten aangetroffen met daarin wit poeder. Het witte poeder is indicatief getest en het resultaat daarvan is dat het cocaïne bevat. Er is geen nader onderzoek gedaan naar de samenstelling van het aangetroffen witte poeder door het NFI of een soortgelijk instituut.
Voor een veroordeling voor de invoer van cocaïne moet vast staan dat in de aangetroffen pakketten cocaïne heeft gezeten. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het bewijs dat sprake is van cocaïne niet uitsluitend kan worden gebaseerd op een indicatieve test en dat uit het dossier geen, althans onvoldoende, bijkomende omstandigheden blijken waaruit kan worden afgeleid dat het aangetroffen witte poeder cocaïne bevat. Om die reden kan niet worden vastgesteld dat het hier om cocaïne gaat.
De rechtbank spreekt de verdachte daarom vrij van het primair ten laste gelegde.
Wel voorbereidingshandelingen
Voor een bewezenverklaring van de (subsidiair) ten laste gelegde voorbereidingshandelingen is niet vereist dat het aangetroffen poeder daadwerkelijk cocaïne betreft. De rechtbank is van oordeel dat er voldoende bewijs is (zie hoofdstuk 3) waaruit blijkt dat de verdachte voorbereidingshandelingen heeft verricht waarbij het opzet van de verdachte was gericht op de invoer van cocaïne en dat de verdachte daarbij nauw en bewust met de medeverdachten heeft samengewerkt.

Hoofdstuk 3: de bewijsmiddelen

Bewijsmiddelen in de zaak Fuoco [1]
  • onderdeel a: Verklaringen van de (mede)verdachte(n)
  • onderdeel b: Chatberichten
  • onderdeel c: Observaties
a.
Verklaringen van de (mede)verdachte(n)
1.
De verklaring van de verdachte op de zitting van 31 januari 2022
Ik ben de gebruiker van de BlackBerry-naam ‘ [bijnaam 1] ’ en ‘ [bijnaam 2] ’. U houdt mij de chatberichten voor van mij met [naam medeverdachte 1] . Ik antwoord dat ik iets heb doorgevraagd. Ik heb op 2 augustus 2018 twee Spaans sprekende mensen ontmoet in op de [adres 2] . Ik ben nabij het terrein van [naam bedrijf 2] in Berkel en Rodenrijs geweest op 2 augustus 2018.
2.
Brief van de verdachte [naam medeverdachte 1] [2]
Op 30 juli 2018 werd ik benaderd door [naam medeverdachte 2] ( [bijnaam 3] ) met de vraag of ik meer informatie kon opzoeken over het schip [naam schip 2] . Deze informatie stuurde ik vervolgens door naar [naam medeverdachte 2] ( [bijnaam 3] ).
Op 31 juli 2018 had ik een ontmoeting met [naam medeverdachte 2] . Hij vertelde dat er mensen uit Spanje waren gekomen en dat zij op zoek waren naar twee versleutelde telefoons. [naam 1] kon aan mij twee versleutelde telefoons (PGP) leveren. Ik vertelde aan [naam medeverdachte 2] dat ik twee telefoons kon leveren. Ik zei tegen [naam medeverdachte 2] dat ik de locatie en tijd zou duursturen om de versleutelde telefoons op te halen. Op 1 augustus 2018 had ik een ontmoeting met [naam medeverdachte 2] in Oud-Gastel. [naam medeverdachte 2] kwam met een vriend en met twee mannen uit Spanje.
3.
Politieverhoor van de verdachte [naam medeverdachte 2] [3]
[bijnaam 4] zei dat er iets onderweg was. Hij zei dat het nodig was om deze klus te doen om het andere probleem op te lossen. Hij vertelde mij dat er ongeveer 300 kilo cocaïne onderweg was. Hij vroeg mij te helpen met mensen te vinden om dat er uit te halen. Dit was in juli of augustus 2018.
[bijnaam 4] vertelde mij dat er kerels uit Spanje zouden komen om te spreken over de 300 kilo. Ik heb ze op dinsdag gesproken in Den Haag, er was ook iemand bij die ik ken, hij spreekt ook Spaans, hij heet [naam 2] . De Spanjaarden vertelden daar dat er 400 kilo in de container zou zitten in koffers en dat ze op zoek waren naar dieven om de koffers uit de container te halen.
De dag erna was er een afspraak in Roosendaal of Bergen op Zoom ofzo. Daar ging ik heen met [naam 2] . Ik bedoel daarmee [naam medeverdachte 3] . De Spanjaarden hadden daar een afspraak. Zij vroegen mij om te vertalen tijdens die afspraak in Roosendaal. Ik ben daar naartoe gegaan met [naam 2] en daar hebben we met de twee Spanjaarden en nog twee mensen aan tafel gezeten. [naam 2] spreekt beter Nederlands dan ik dus hij heeft vooral vertaald. Ik hoorde de Spanjaard, de vriend van [bijnaam 4] , opeens zeggen dat het om 650 kilo ging en dat het verstopt zat in pallets.
Ik heb met [naam 2] , [bijnaam 5] en de Spanjaarden een ontmoeting gehad op de woensdagavond erna in Delft omdat ze mij maar bleven vragen om te helpen.
[naam 2] heeft een afspraak met ze gemaakt voor de volgende dag.
De volgende dag heb ik weer een afspraak gehad met de Spanjaarden en [naam 2] . Zij vroegen mij weer of ik niemand had om te helpen en boden 50 % aan.
[naam 2] is wel verder gegaan met ze.
Ik werd via BlackBerry gevraagd om te komen naar een snackbar in Rotterdam, ik weet niet meer wie mij daar naar toe vroeg. Ik was daar met [naam 2] en de twee Spanjaarden. Ze vroegen mij of ik geld had om aan hen te lenen om de vrachtwagenchauffeur te betalen.
Enkele dagen later vroeg [bijnaam 6] mij of ik aan [bijnaam 4] kon vragen of het de partij van
1700 kilo was die de politie had onderschept die in het nieuws was.
Ik heb [bijnaam 6] en [bijnaam 4] met elkaar in contact gebracht, maar [bijnaam 6] vroeg mij elke keer om het contact te zoeken. Ze gebruikten mij als een soort brug om de vragen te kunnen stellen.
BlackBerry-chats [4]
4.
Chats [5]
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 2] ’ is geïdentificeerd als: [naam verdachte] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 5] nw’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 3] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 2] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 6] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 3] .
Verzonden berichten
Op 19 juli 2018 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 5]
[bijnaam 2] : nog een 350, MSc, naar belg, onw
[bijnaam 5] : achter de deur
[bijnaam 5] : ik heb 1 man, hij staat daar sterk in antw, ik ga voor je vragen, vraag of die bij 1742 komt
[bijnaam 2] : K ken je die naam van die bus geven
[bijnaam 2] : [naam schip 2]
[bijnaam 2] : Al onw
Op 21 juli 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 5]
: Amigo kan je vragen of die wel zeker in Rotterdam komt. Want ik volg die bus nu en hij gaat rechtstreeks naar Rotterdam, misschien daarna naar Antwerpen maar ik kan het niet zien.
Opmerking verbalisant: [bijnaam 5] stuurt een screenshot van het vaarschema van het motorschip “ [naam schip 2] ” met als bestemming Rotterdam.
[bijnaam 5] : Kan je ook gelijk vragen voor die Maersk want ik heb mensen die kunnen pakken in Antwerpen
[bijnaam 3] : Welke is deze amigo?
[bijnaam 5] : deze is van MSC achter deur
[bijnaam 5] : Vraag aan die mensen of ze willen doen Maersk dan ga ik maandag met die mensen praten want ze zeggen dat ze kunnen doen
Op 30 juli 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 5]
[bijnaam 3] : Amigo je kan kijken wanner aankomst die bus??
[bijnaam 5] : hij is morgen in rdam
Op 1 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 6]
[bijnaam 3] : [bijnaam 7] , schrijf naar die man van de afspreek van gisteren, kijken of we snel kunnen regelen
[bijnaam 6] : Ik ben onderweg, waar zien we elkaar?
[bijnaam 3] : Weet het niet, ik moet naar die mannen van gisteren en naar die [bijnaam 8] ( [bijnaam 9] / [bijnaam 10] ) om het te regelen
Op 1 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 5]
[bijnaam 3] : Amigo en deze bus is nu daar, praat aub met jouw mensen en regelen snel (…) Ok amigo maar deze bus is nu naast, daarom wij moeten snel actie
[bijnaam 5] : om 5 uur moeten we daar zijn in Roosendaal (…) Subway?
Op 2 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 6]
: zien we elkaar om te praten
[bijnaam 3] : is goed. (…) Zij komen al hierheen, naar de Mac van gisteravond
5.
Chats [6]
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 3] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 2] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 6] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 3] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 11] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 4] .
Verzonden berichten
Op 3 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 6]
: praat met hem, volgens hem (derde) heeft hij ( [bijnaam 5] ) de locatie van dat
Op 4 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 6]
: kijken of ze ons informatie geven. Over de kar, of die ziek is.
[bijnaam 6] : Hoe kunnen ze bevelen geven dat het vrijgegeven is als dat niet zo is
Op 7 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 11]
: Heeft uw vriend van de vrachtwagen niets gezegd? Is er geen probleem?
[bijnaam 3] : Ze zijn hier verontwaardigd en verrast want ze hadden een hoeveelheid gezegd en het was een andere.
[bijnaam 11] : Is dat al ziek geworden?
[bijnaam 11] : [naam 3] (vriend) heeft me net geschreven dat de eigenaren het al gepakt hebben
[bijnaam 3] : https://www.crimesite.nl/1700-kilo-cocaine-in-antwerpengepakt/
(…)
[bijnaam 3] : Je weet wel waar ik het over heb!!!!
(…)
[bijnaam 3] : Waar is datgene wat van hun is???
[bijnaam 11] : Hallo, vertel
[bijnaam 3] : Of dat eruit is gehaald, zij willen hun deel
[bijnaam 3] : Ze zijn hier woest omdat dat eruit is gehaald en ze hebben hen gebruikt
(…)
[bijnaam 11] : Het probleem nu is dat dat niet ziek is geworden en nog een probleem omdat dat eruit is gehaald
[bijnaam 3] : Dat heeft vandaag de chauffeur opgehaald en er zat niets in en het was een andere slot.
[bijnaam 11] : Dan liegen ze tegen me want dat was daar, en het is zeker dat het gevallen is.
[bijnaam 11] : Hoe kan het zijn dat die chauffeur er vandaag op af is gegaan als die kist gisteren al weg is gegaan? Kunt u me dat uitleggen?
[bijnaam 11] : U moet het nummer van het meisje intoetsen en dan zie je dat het gisteren al is bewogen
[bijnaam 3] : Dus als die “ [bijnaam 12] ’ via een andere kant is gegaan of heeft geprobeerd dat eruit te halen, want die kist is door die mensen eruit gehaald, dat bevestigen ze hier.
[bijnaam 3] : Dat er iets inzat en dat de zegel verwisseld is.
[bijnaam 11] : Ik trek mijn conclusies, dat is ziek geworden
[bijnaam 11] : Want als dat ziek is en de mensen gaan informeren, dan wel, wordt je opgepakt
[bijnaam 3] : informeer welke zegel het was
Op 9 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 11]
[bijnaam 3] : Broer, er is hier een groot probleem, want ze zeggen dat dat niet gevallen is, maar dat ze het ergens anders eruit hebben gehaald. Ze moeten weten wat het logo was van het eten
[bijnaam 11] : Geef bijna geen antwoord, hij zegt dat hij ziek is
[bijnaam 3] : Nou, hier zeggen ze iets anders, dat die ‘ [bijnaam 12] ’ het eruit heeft gehaald, zijn naam is [naam 6], want hij heeft extra % aangeboden aan die het eruit gingen halen
[bijnaam 3] : Daarom moeten zijn het merk van het eten weten, want het lijkt erop dat er een op straat is
6.
Chats [7]
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 3] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 2] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam 6] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 3] .
Verzonden berichten
Op 9 augustus 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 6]
: Ve, vraag welke zegel dat binnen had
[bijnaam 6] : Ze moeten ons alleen zeggen welk zegel aan de binnenkant alstublieft
[bijnaam 3] : Welke zegel? Bedoel je logo?
[bijnaam 3] : Die man zegt dat er iemand beneden in de gevangenis is. Dat dat gevallen is
Observaties
7.
Onderzoek van de politie [8]
Op 31 juli 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 5] en [naam medeverdachte 3] met elkaar op een terras zaten bij De Donner Company in Den Haag .
8.
Onderzoek van de politie [9]
Op 1 augustus 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 3] , [naam 1] , NN1 en NN2 aan een tafel zaten in de Delifrance in Oud Gastel . Bij de parkeerplaats stond een auto met kenteken [kentekennummer 1] .
9.
Onderzoek van de politie [10]
Op 2 augustus 2018 is gezien dat NN1 en NN2 rijden in de Ford, [kentekennummer 2] . NN1 en NN2 zijn dezelfde mannen, omschreven als NN1 en NN2 in het proces-verbaal [procesverbaalnummer 1]
[documentcode [code document 1] ]. NN1 en NN2 spreken met [naam verdachte] op de [adres 2] . NN1 en NN2 gaan weg. Zij parkeren de Ford, [kentekennummer 2] , met NN1 en NN2 respectievelijk als bestuurder en bijrijder en gaan het Ibis Hotel te Rotterdam binnen.
10.
Onderzoek van de politie [11]
Op 2 augustus 2018 werd de Ford, voorzien van kenteken [kentekennummer 2] , gecontroleerd. De bestuurder bleek [naam 4] . De passagiers bleek [naam 5] .
11.
Onderzoek van de politie [12]
Op 2 augustus 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 3] met [naam medeverdachte 2] , [naam 4] en [naam 5] aan een tafel zat bij de McDonald’s in Delft. Zij verlieten de McDonald’s. Later op de avond kwam [naam medeverdachte 3] nogmaals naar de betreffende McDonald’s met [naam 4] en [naam 5] . [naam medeverdachte 3] maakte contact met [naam verdachte] en twee andere personen. [naam medeverdachte 3] , [naam verdachte] en de vier andere personen gingen met elkaar in gesprek. [naam verdachte] ging weg. Vervolgens reden [naam medeverdachte 3] , [naam 4] , [naam 5] , NN1 en NN3 met de auto naar het bedrijventerrein [adres 3] (hierna: de loods). Er stond een witte vrachtwagentrekker voor de loods. [naam medeverdachte 3] en de anderen liepen meerdere rondjes om de trekker en er werd verschillende keren gebukt aan de rechterzijde van de trekker. [naam verdachte] stopte kort bij de loods, waarna hij weer wegreed. Ik zag dat de trekker voorzien was van kenteken [kentekennummer 3]. [naam medeverdachte 2] kwam ook naar de loods. De Scania [kentekennummer 3] reed weg bij de loods. [naam medeverdachte 2] reed als bestuurder van de Clio [kentekennummer 4] weg bij de loods. [naam medeverdachte 3] reed als bestuurder van de A3, [kentekennummer 5] weg bij de loods. Tussen 00:20 uur en 02:58 uur hebben de 5-serie, [kentekennummer 6], en A3, [kentekennummer 5], constant achter elkaar aangereden in dezelfde samensteling.
12.
Onderzoek van de Douane [13]
Container [containernummer 2] is vervoerd door het schip [naam schip 2] en afkomstig uit Ecuador. Op 3 augustus 2018 is geprobeerd om de container [containernummer 2] op te halen bij terminal 1700 DP World door een trekker met kenteken [kentekennummer 3]. De container was niet bekend bij deze terminal. Gebleken is dat de container [containernummer 2] op MPET Terminal 1742 stond. De verzegeling is gecontroleerd. Het nummer op de verzegeling is niet conform het nummer op de B/L met nummer [nummer 1]. In de container zijn 75 dozen met elk 20 pakketten aangetroffen. In die dozen/pakketten zijn geen bananen aangetroffen, maar wit poeder.
Bewijsmiddelen in de zaak Spiegel [14]
  • Onderdeel a: Verklaring van de verdachte
  • Onderdeel b: Aantreffen en onderzoek drugs
  • Onderdeel c: Geprepareerde container
  • Onderdeel d: Observaties
  • Onderdeel e: BlackBerry-chats
a.
Verklaring van de verdachte
1.
De verklaring van de verdachte op de zitting van 31 januari 2022
In zaaksdossier Spiegel neem ik mijn verantwoordelijkheid voor wat daar is gebeurd en de cocaïne die daar is aangetroffen. Aan de chatberichten kunt u zien dat ik bij dit transport een tussenpersoon ben geweest.
Aantreffen en onderzoek drugs
2.
Onderzoek van de politie [15]
Aan de hand van een verstrekking informatie ter operationele afdoening van 3 juni 2019 heeft de Douane een selectie gemaakt van containers die aan de in dat proces-verbaal gestelde criteria voldeed, te weten:
  • Vertrek container per schip rond 15 mei vanuit Guayaquil Ecuador;
  • Schip vaart mogelijk via Buenaventura Colombia;
  • Bestemming Rotterdam;
  • De container na lossing van de inhoud vervoerd worden naar een Empty Depot in Rotterdam van [naam bedrijf 3] (Empty Depot is een plaats waar lege containers worden opgeslagen);
  • De verdovende middelen verstopt zouden zitten in de bodem nabij de “spiegel” van de container.
Container [containernummer 1] afkomstig van het schip [naam schip 3] is gecontroleerd. Er werden afwijkingen geconstateerd aan de motorzijde van de container. Deze ruimte werd vervolgens nader onderzocht waarbij in een ruimte tegen de achterwand aan de onderzijde achter de spiegel een hoeveelheid van circa 30 blokken met vermoedelijk cocaïne werd aangetroffen.
3.
Onderzoek van de Douane [16]
Wij onderzochten het kopschot van container [containernummer 1]. Wij zagen dat het kopschot bestond uit 2 grote witte platen, met daaronder een gebogen aluminium plaat (hierna te noemen baffle plate). Wij zagen dat er achter de baffle plate een grijze aluminiumplaat was bevestigd. Na het verwijderen van de platen zagen wij in de koelluchtkanalen aan de onderzijde, achter het kopschot, pakketten met vermoedelijk verdovende middelen zitten. Wij zagen en telden in totaal 30 pakketten met vermoedelijk verdovende middelen. Hiervan zijn 4 willekeurige pakketten geselecteerd voor monstername, testen en wegen.
Herrekening netto gewicht
Gemiddeld netto gewicht = 2.995,5 gram / 3 = 998.5 gram
Netto gewicht 30 pakketten = 998,5 gram x 30 = 29.95 kilogram
Bijlage:
Aanvraagformulier monsteronderzoek
1. gram vermoedelijk cocaïne [SIN-nummer 1]
2. +/- 3 gram vermoedelijk cocaïne [SIN-nummer 2]
3. +/- 3 gram vermoedelijk cocaïne [SIN-nummer 3]
4.
Deskundigenverslag [17]
Op 11-06-2019 ontving ik een verzegelde plastic zak met daarin:
[SIN-nummer 1] een plastic zakje met wit, korrelig materiaal
[SIN-nummer 2] een plastic zakje met wit, korrelig materiaal
[SIN-nummer 3] een plastic zakje met wit, korrelig materiaal
Conclusie:
Het materiaal van alle bovenvermelde SIN-nummers bevat cocaïne.
Deze substantie is vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
5.
Onderzoek van de politie [18]
Ik zag met betrekking tot de vervoersbewegingen van de container [containernummer 1] onder andere het volgende.
  • Op 15 mei 2019 omstreeks 07:31 uur was de container geladen op de [naam schip 4] in Guayaquil;
  • Op 17 mei 2019 omstreeks 23:26 uur was de container gelost van de [naam schip 4] in Buenaventura;
  • Op 19 mei 2019 omstreeks 18:47 uur was de container geladen op de [naam schip 3] in Buenaventura;
  • Op 4 juni 2019 omstreeks 07:30 uur kwam de [naam schip 3] aan in Rotterdam;
- Op 5 juni 2019 omstreeks 05:06 uur werd de container gelost van de [naam schip 3] in Rotterdam.
Geprepareerde container
6.
Onderzoek van de politie [19]
Om verdachten bij de vermoedelijke cocaïnesmokkel op te sporen en aan te kunnen houden, is de container met nummer [containernummer 1] met technische hulpmiddelen geprepareerd en teruggebracht naar de ECT Delta terminal teneinde zijn normale logistieke route te volgen.
7.
Onderzoek van de politie [20]
De container met nummer [containernummer 1] is geplaatst op het terrein van [naam bedrijf 1] aan de [adres bedrijf 1].
Op 12 juni 2019 werd waargenomen dat de deuren van de container werden geopend en twee mannen de container binnenkwamen. Aansluitend werden zogenaamde ‘breekgeluiden’ alsmede geluiden van een boormachine gehoord.
8.
Onderzoek van de politie [21]
De schade die bij de aanhouding van de mannen in de container met nummer [containernummer 1] is vastgelegd, zat op dezelfde plaats als waar de cocaïne is aangetroffen.
Observaties
9.
Onderzoek van de politie, observatie [22]
Op 11 juni 2019 is gezien dat [naam verdachte] als bijrijder in de Polo met kenteken [kentekennummer 7] zat.
Op 12 juni 2019 is gezien dat twee onbekend gebleven mannen op de vluchtstrook van de N15 uit de Polo met kenteken [kentekennummer 7] stapten en naar het hek renden, behorende bij het bedrijf [naam bedrijf 1], gevestigd aan de [adres bedrijf 1] . Zij zijn samen over het hek geklommen en liepen tussen de containers door het terrein verder op. [naam verdachte] stond op de vluchtstrook van de N15 en keek in de richting van de plek waar de twee mannen over het hek klommen. Vier minuten later is gezien dat [naam verdachte] de Polo met kenteken [kentekennummer 7] voorzag van brandstof en deze auto heeft geparkeerd.
BlackBerry-chats
10.
Chats [23]
[bijnaam 2] / leo [bijnaam 2] geïdentificeerd als [naam verdachte] .
[bijnaam 11] / [bijnaam 13] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 4].
Bijlage
Op 30 januari 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 11]
[bijnaam 2] : Ik ben hier
[bijnaam 2] : bij de
[bijnaam 2] : Marokkaanse vriend
[bijnaam 2] : Degene die jij kent
[bijnaam 2] : Hij zeg me dat hij een “hapag” wil doen
[bijnaam 2] : Hij wil investeren voor 10
[bijnaam 11] : [naam 7]?
[bijnaam 2] : Ja
Op 24 februari 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 11]
[bijnaam 2] : Doe het, en ik stuur u het geld als dat contact maakt met het water
Op 6 maart 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 11]
[bijnaam 2] : 3 alleen het eten?
[bijnaam 2] : Ik moet weten wat ik tegen [naam 7] zeg
[bijnaam 11] : Ja eerst voor het eten en zodra het water raakt, sturen ze voor
[bijnaam 11] : Maakt niet uit of 'uw oog' wel of niet hier is, eerst voor het eten en zodra hij
te water gaat, het geld voor vertrek
Op 12 maart 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 11]
: Excelbestand [bestandsnaam 1]
Opmerking verbalisant:
In dit Excel-bestand staat een laadlijst van het motorschip “[naam schip 4]” met daarin o.a. containernummers, goederen omschrijvingen, laad- en loshavens en zegelnummers.
Op 12 april 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 13]
[bijnaam 2] : Vriend kijk “[naam 7]” zegt tegen me
[bijnaam 2] : Dat hij liever ‘spiegel’ wil
[bijnaam 2] : Dat is zekerder
Op 25 april 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 13]
[bijnaam 2] : [naam schip 5]
[bijnaam 2] : Bestemming Rotterdam
[bijnaam 2] : Blijft spiegel hetzelfde?
[bijnaam 13]: voice chat: [bestandsnaam 2]
Vertaling:
NN Man zegt: Vriend ze hebben aan de neef van jou persoonlijk uitgelegd ze hebben hem gezegd voor de meeste zekerheid gaan we praktisch bijna onder de spiegel in de WAFER[fon.] dat heet plaat/blad (…), met geluk gaan daar wel zes MANOS in maar meer dan zes MANOS passen daar niet in.
11.
Chats [24]
[bijnaam 2] / leo [bijnaam 2] geïdentificeerd als [naam verdachte] .
[bijnaam 11] / [bijnaam 13] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 4].
Bijlage
Op 3 mei 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 13]
: we zijn al in beweging, vriend
[bijnaam 13]: afbeelding
Opmerking verbalisant:
Afbeelding van de binnenzijde van een reefercontainer waarop te zien is dat een plaat van het kopschot is verwijderd en waar losse stukken materiaal op de vloer liggen.
Op 4 mei 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 13]
[bijnaam 2] : ik tel 31
[bijnaam 2] : in de video
[bijnaam 13]: 30, niet meer
12.
Onderzoek van de politie [25]
In de chat wordt op 3 mei 2019 omstreeks 18.16 uur een foto verzonden door [bijnaam 13] aan [bijnaam 2] waarop de verstopplaats van de verdovende middelen is te zien.
Op 7 juni 2019 is in Rotterdam een container gecontroleerd met het containernummer [containernummer 1]. De locatie van het aantreffen van de cocaïne komt sterk overeen met de locatie op foto van de chat. Er zijn een aantal overeenkomsten zichtbaar zoals
- Condens strepen;
- Uitsteeksel;
- Sporen van roestvorming dan wel corrosievorming;
- Boorgaatje in balk.
Gezien de overeenkomsten kan worden gesteld dat het zeer aannemelijk is dat de container op beide foto’s een en dezelfde container betreft.
13.
Chats [26]
Dicaprio / leo [bijnaam 2] geïdentificeerd als [naam verdachte] .
[bijnaam 11] / [bijnaam 13] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 4].
Bijlage
Op 15 mei 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 13]
: voice chat: [bestandsnaam 3]
Vertaling
NNM: amigo, dat is daar binnen, met de zegen van God vertrekt dat vanavond. Die mensen zitten op mij nek, dat ze hun geld willen hebben, dat zij hun werk al hebben gedaan.
Op 16 mei 2019 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 13]
[bijnaam 2] : En nu is dat vannacht vertrokken, zo'n 15 uur geleden dat dat vertrokken is vriend
[bijnaam 2] : Geef ons de kans om het geld op te halen en het op te sturen
Bewijsmiddelen in de zaak Lawaai [27]
  • Onderdeel a: Verklaring van de verdachte
  • Onderdeel b: BlackBerry-chats
  • Onderdeel c: Aantreffen en onderzoek drugs
  • Onderdeel d: Eigen waarneming rechtbank
a.
Verklaring van de verdachte
1.
Verklaring van de verdachte op de zitting van 31 januari 2022
In zaaksdossier Lawaai is mij iets gevraagd over een transport. Ik heb deze vraag aan [bijnaam 5] gesteld en het antwoord weer teruggekoppeld. In de chatgesprekken ben ik [bijnaam 2] .
a.
BlackBerry-chats [28]
2.
Chats [29]
[bijnaam 5] nw is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1] ,
[bijnaam 2] is geïdentificeerd als [naam verdachte] .
Op 19 augustus 2018 (14:22 uur – 22:22 uur) tussen [bijnaam 5] nw en [bijnaam 2]
vraagt aan [bijnaam 5] nw of hij een APL bak kan doen.
[bijnaam 5] nw geeft aan dat hij niet weet waar deze komen, maar denkt dat deze naast Medrep komen.
[bijnaam 2] geeft aan dat er een bijna hier is.
[bijnaam 5] nw geeft aan dat ze hem kunnen doen.
[bijnaam 2] zegt: structuur wel, maar dan moet het op depo en vraagt aan [bijnaam 5] nw of hij weet waar die komt.
[bijnaam 5] nw weet dat niet maar denkt bij APM.
[bijnaam 5] nw vraagt aan [bijnaam 2] of hij een busnaam heeft.
[bijnaam 2] geeft aan [naam 8] en iets met [naam 9] van [naam 8].
[bijnaam 5] nw zegt via Buana en komt op aan op Melta.
Opmerking verbalisant: Mij is via de website Lloydregister bekend geworden dat met [naam 8] en [naam 9] mogelijk het zeeschip [naam schip 6] wordt bedoeld die vanuit Zuid-Amerika naar Nederland onderweg was en onder andere Buenaventura heeft aangedaan.
Via het programma ZUIS van de politie is gebleken dat het motorschip [naam schip 6] op 21 augustus 2018 omstreeks 08:54 uur is afgemeerd bij de ECT DDE terminal op de Maasvlakte te Rotterdam (Delta Terminal).
Op 20 augustus 2018 (vanaf 22:29 uur) en 21 augustus 2018 (tot 00:12 uur) tussen [bijnaam 5] nw en [bijnaam 2]
vraagt aan [bijnaam 5] nw APL een eigen depo heeft.
[bijnaam 5] nw geeft aan [naam bedrijf 1] of UWT.
[bijnaam 2] geeft aan dat die man een zusterbak gaat geven en dat zij daarmee gaan kijken.
[bijnaam 5] nw vindt dit goed en geeft aan dat [bijnaam 2] om een lijst moet vragen.
[bijnaam 2] gaat daar achteraan en zegt dat de man hem zelfs een nummer wilde geven, maar dat hij dat niet wilde omdat zij dan een verantwoordelijke zouden hebben.
[bijnaam 5] nw vraagt of hij er morgen zou zijn, wat door [bijnaam 2] wordt bevestigd.
Op 21 augustus 2018 (13:57 uur – 17:49 uur) tussen [bijnaam 5] nw en [bijnaam 2]
geeft aan dat zij hem al hebben gelokaliseerd en dat de bestemming depot [naam bedrijf 4] in Antwerpen is en vraagt aan [bijnaam 5] nw of hij deze kent.
[bijnaam 5] nw vraagt aan [bijnaam 2] of er officieel eruit gehaald kan worden.
[bijnaam 2] heeft aan dat dat kan en dat [bijnaam 5] nw op google maps moet kijken of het makkelijk kan.
[bijnaam 5] nw heeft iemand in Antwerpen die kanker sterk staat en stuurt een URL van een website van [naam bedrijf 4].
[bijnaam 5] nw geeft aan dat je op search moet drukken en dat je dan kan zien of die binnen staat, maar dat ze moeten wachten tot hij op empty staat, maar dat ze nu niet moeten kijken.
Op 22 augustus 2018 [de rechtbank begrijpt: 23 augustus 2018] (11:02 uur – 15:47 uur) tussen [bijnaam 5] nw en [bijnaam 2]
geeft aan dat die mensen hem lastig vallen en dat dat ding (container) vandaag op depot is gekomen.
Opmerking verbalisant:
[bijnaam 2] geeft in de chat van 12:10 uur aan dat dat “ding” vandaag op depot is gekomen. Aan de hand van track en trace van [naam bedrijf 4] is gebleken dat de container [containernummer 3] op 23 augustus 2018 omstreeks 10:40 uur was afgeleverd bij het depot van [naam bedrijf 4].
Aantreffen en onderzoek drugs
3.
Onderzoek van de politie [30]
Voorafgaande aan de chats van 23 augustus 2018 werd door [naam medeverdachte 1] en [naam verdachte] gesproken over een container van APL waarin vermoedelijk verdovende middelen waren verstopt in de structuur van de container.
Aangezien er op 23 augustus 2018 gesproken werd over 'een ding’ dat was aangekomen bij het depot bestond het vermoeden dat de container waarover in de chats werd gesproken binnen was gekomen op het depot van [naam bedrijf 4] Antwerpen. Het vermoeden bestond dat dit de container [containernummer 3] betrof, gezien de wijze van verstoppen van de verdovende middelen en het aantal pakketten.
Hierop heb ik op 23 augustus 2018 om 16.01 uur onderzoek ingesteld via de website van [naam bedrijf 4] Antwerpen naar de aanwezigheid van bovengenoemde container. Ik zag daarbij dat de container met containernummer [containernummer 3] volgens de website op 23 augustus 2018 om 10.40 uur was ingeleverd op het depot door het bedrijf [naam bedrijf 5]
4.
Onderzoek van de Douane [31]
Op 21 augustus 2018 zagen wij een container staan met uniek nummer [containernummer 3] (verder te noemen: container). Na het verwijderen van de bodem zagen wij een onbekende hoeveelheid pakketten met vermoedelijk verdovende middelen zitten. Op 21 augustus 2018 werden door mij de aangetroffen pakketten in beslag genomen. Wij telden in totaal 183 pakketten. Van 18 pakketten nam ik een substantie voor analyse door het Douanelaboratorium.
Bijlage:
Aanvraagformulier monsteronderzoek
18 monsters genummerd: [SIN-nummer 4] tot en met [SIN-nummer 5]
5.
Deskundigenverslag [32]
Op 22-08-2018 ontving ik een verzegelde plastic zak met daarin:
18 monsters genummerd: [SIN-nummer 4] tot en met [SIN-nummer 5] plastic zakjes met wit, korrelig materiaal.
Conclusie:
Het materiaal van alle bovenvermelde SIN-nummers bevat cocaïne.
Deze substantie is vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Eigen waarneming rechtbank
6.
Eigen waarneming van de rechtbank [33]
Op 19 augustus 2018 tussen 14:22 uur en 22:22 uur stuurt [bijnaam 2] een print screen naar [bijnaam 5] nw. Op deze print screen lees ik dat het over het schip [naam schip 6] gaat. Het schip is op 4 augustus 2018 om 17:42 uur vertrokken vanuit Buenaventura en zal op 21 augustus 2018 om 06:00 uur arriveren in de haven van Rotterdam, de laatste loshaven.
Opgave van de bewijsmiddelen in de zaak Fruit [34]

1. De verklaring van de verdachte op de zitting van 31 januari 2022

2. Onderzoek van de politie [35]
3. Onderzoek van de politie [36]
4. Deskundigenverslag [37]
5. Deskundigenverslag [38]
6. Deskundigenverslag [39]
7. Deskundigenverslag [40]
Bewijsmiddelen in de zaak Tredici [41]
  • Onderdeel a: Het schip “ [naam schip 1] ”
  • Onderdeel b: Verklaringen van de (mede)verdachte(n)
  • Onderdeel c: BlackBerry-chats voor 2 november 2018
  • Onderdeel d: BlackBerry-chats m.b.t. de afloop “ [naam schip 1] ”
a.
Het schip “ [naam schip 1] ”
1.
Onderzoek van de politie [42]
Het schip “ [naam schip 1] vertrekt op 13 oktober 2018 uit Guayaguil, Ecuador en komt op 2 november 2018 aan in Vlissingen om vervolgens op 3 november 2018 te vertrekken uit Vlissingen met als eindbestemming Rotterdam.
2.
Onderzoek van de politie [43]
[naam medeverdachte 1] was op 3 november 2018 boven sterkte ingedeeld in de dagdienst om te werken op of rond het schip “ [naam schip 1] ”
3.
Onderzoek van de politie [44]
In het schip “ [naam schip 1] ” zijn onder de vloerplaten 13 getapete pakketten gevonden met daarin wit poeder.
Verklaringen van de (mede)verdachte(n)
4.
Verklaring van de verdachte op de zitting van 31 januari 2022
Ik ben de gebruiker van de BlackBerry-naam “ [bijnaam 2] ”.
5.
Verklaring van de verdachte op de zitting van 1 februari 2022
Over de zaak Tredici wil ik zeggen dat er aan mij via de chat is gevraagd naar de mogelijkheden en dat heb ik doorgevraagd en vervolgens weer teruggekoppeld. Ik wist dat er iets bezig was.
6.
Brief van de verdachte [naam medeverdachte 1] [45]
Ik werd benaderd om op 3 november 2018 een partij cocaïne van het motorschip [naam schip 1] ([naam rederij]) af te halen. Op 3 november 2018 ben ik aan boord gegaan van het motorschip [naam schip 1] om de partij cocaïne van boord af te halen. De partij cocaïne was niet meer aanwezig op het schip, waarop ik een filmpje heb gemaakt om aan te tonen dat de partij cocaïne niet meer op het schip was.
BlackBerry-chats voor 2 november 2018 [46]
7.
Chats [47]
[bijnaam 5] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1] .
[bijnaam 2]/Leonardo [bijnaam 2] geïdentificeerd als [bijnaam 2] .
[bijnaam 3] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 2] .
Verzonden berichten
Op 5 en 6 september 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 14]
[bijnaam 3] : het belangrijkste zal zijn om eten te bemachtigen dat ik regel met degene van de instap/het omhoog brengen
(…)
[bijnaam 14]: je moet dat bevestigen, is dat in de vloer (bodem) of in de vloer van de wand
(…)
[bijnaam 3] : hier zeggen ze dat het beter is in de vloer
(…)
[bijnaam 3] : het beste is in de vloer (bodem) maar goed vacuüm, dat er geen vocht bij kan
(…)
[bijnaam 3] stuurt een afbeelding.
Opmerking verbalisant: Afbeelding van een vaarschema van de rederij “[naam rederij]” van 6-8 tot en met 15-11 van onder andere de havens Puerto Bolivar, Guayaquil, Hamburg en Flushing (Vlissingen)
[bijnaam 3] : dat zijn de datums
[bijnaam 3] : van die bussen, het kan niet allemaal
[bijnaam 3] : ze hebben er maar drie in die route en waar zij het onderhoud doen
Op 13 september 2018 tussen [bijnaam 5] en [bijnaam 2]
[bijnaam 5] : [naam schip 1], [naam schip 7] en [naam schip 8]
[bijnaam 5] : die 3 kunnen ze pakken
[bijnaam 5] : daar kom ik altijd op
Van 21 tot en met 23 september 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 14]
: praat met je vriend van Machala om elkaar te ontmoeten en praten om te werken, als u kan praat dan met hen dat zij het inladen (naar boven) regelen
(…)
[bijnaam 3] : hij zei dat hij het inladen zonder problemen doet
[bijnaam 3] : zodra jullie het geregeld hebben
(…)
[bijnaam 14]: je moet weten dat nu alles van jou afhankelijk is, het enige dat gedaan moet worden om te starten, is daar boven een ontmoeting te hebben en dat [bijnaam 1] het verifieert.
(…)
[bijnaam 14]: Ik heb tegen je gezegd, de Nederlander die het eruit halen in Rtm heeft
(…)
[bijnaam 3] : u had toch tegen me gezegd dat u met die van Macha zou gaan praten om die holle ruimtes in de SEAT te maken, toch?
(…)
[bijnaam 3] : ze hebben me al gebeld, ik ga die persoon nu zien
[bijnaam 3] : die man van Macha zegt dat hij al klaar is met de applicatie
(…)
[bijnaam 14]: ze gaan (jullie gaan) elkaar ontmoeten maar heeft u uw mensen al klaar?
Op 23 en 24 september 2018 tussen [bijnaam 5] en [bijnaam 2]
: die [naam rederij]
[bijnaam 2] : kan oog naar binnen
[bijnaam 5] : nee man (…) Ja ik ga ook zelf
(…)
[bijnaam 5] : moet je video van seat
[bijnaam 2] : ja stuur
(…)
[bijnaam 5] : video [bestandsnaam 4]
Opmerking verbalisant: In dit videobestand is te zien dat een NNpersoon filmt hoe een andere NNpersoon een trap afdaalt achter een geopende toegangsdeur van een koelschip. Hierna daalt de filmende NNpersoon ook die zelfde trap af en filmt hierna de vloerplaten van een ruim van dat koelschip.
Op 27 september 2018 tussen [bijnaam 5] en [bijnaam 2]
: geef die bus namen
[bijnaam 5] : [naam schip 1], [naam schip 8] en [naam schip 7]
Op 1 oktober 2018 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 5]
: is de eerst volgende
[bijnaam 5] : [naam schip 1]
Op 11 oktober 2018 tussen [bijnaam 5] en [bijnaam 2]
: hij zegt me wnr die ding veilig is vertrokken
[bijnaam 5] : Guaya
(…)
[bijnaam 2]: die elvi s daar nu tog ?
[bijnaam 5] : neejoh hij blijft daar
[bijnaam 5] : ja
[bijnaam 5] : 1/2 dagen
[bijnaam 5] : hij is daar
[bijnaam 2]: 13 stuks
[bijnaam 2]: Oki
Op 24 oktober 2018 tussen [naam 10] en [bijnaam 2]
: Neefje ik heb je gezegd liever niet in de ‘p’.
BlackBerry-Chats m.b.t. de afloop van “ [naam schip 1] ”
8.
Chats [48]
[bijnaam 5] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 1] .
[bijnaam 2] geïdentificeerd als [naam verdachte] .
[bijnaam 3] is geïdentificeerd als [naam medeverdachte 2] .
Verzonden berichten
Op 30 oktober 2018 tussen [bijnaam 5] en [bijnaam 2]
: w8tende op die ding
[bijnaam 5] : Ja man
[bijnaam 5] : Bijna
Op 1 november 2018 tussen [bijnaam 5] en [bijnaam 2]
[bijnaam 5] : check crime-nieuws er is al 1 gevallen
(…)
[bijnaam 5] : die man gaat ons gelijk inplannen voor die ruim die nodig is van ons
(…)
[bijnaam 5] : ik hoop het man hij is nu ondw naar vlis
(…)
[bijnaam 2]: hoelaat begin je morgen of komt die bus aan, dan kan k hem zeggen
Op 1 november 2018 tussen [bijnaam 2] en [naam 10]
[bijnaam 2]: https://crime-nieuws.nl/blokken-cocaine-bestemd-voor-nederlandonderschept-bij-controle-in-engeland/
Opmerking verbalisant:
Op deze site van Crime nieuws was het navolgende bericht geplaatst/te lezen:
In Engeland heeft de douane een partij blokken cocaïne onderschept die onderweg waren naar Rotterdam. Tijdens een controle op maandag 29 oktober werd een partij cocaïne ontdekt in een schip aan de kade in Dover. Het schip was afkomstig uit Zuid-Amerika en met een lading fruit als eindbestemming Rotterdam. De douane vond de verdovende middelen onder de vloer van een ruim met fruit dat gelost moest worden in Vlissingen. Het gaat in totaal om 29 pakketten cocaïne van elk ongeveer een kilogram. De drugs zijn vernietigd en de autoriteiten hebben een onderzoek ingesteld. Er zijn geen aanhoudingen verricht.
(…)
[naam 10]: dat is niet van ons
[bijnaam 2]: nee maar dat is dezelfde autobus en in de “P”
(…)
[naam 10]: bus komt morgen aan
Op 2 november 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 5]
: amigo heb je gezien nieuws in Engeland staat op crime-nieuws.nl
[bijnaam 5] : [bestandsnaam 5]
[bijnaam 5] : deze is van andere mensen ook van mij
(…)
[bijnaam 5] : morgen is het pas
Op 3 november 2018 tussen [bijnaam 2] en [bijnaam 5]
[bijnaam 2]: hoelaat begin je
[bijnaam 5] : 7
(…)
[bijnaam 5] : ik weet niet of ze gaan controleren
[bijnaam 5] : hij staat ook lang in vlis
[bijnaam 5] : als ik wordt geklaard hebben ze geen bewijs
[bijnaam 2]: als die andere maar ken filmen
(…)
[bijnaam 5] : huilen bro
(…)
[bijnaam 2]: kk
[bijnaam 2]: heb je filmpje
(…)
[bijnaam 2]: k las net crimesite er s
[bijnaam 5] : ja man dat is hem
[bijnaam 2]: in vlis wat gepakt
Op 3 november 2018 tussen [bijnaam 3] en [bijnaam 5]
: amigo hij is leeg
(…)
[bijnaam 5] : kijk crimesite
Op 3 november 2018 tussen [bijnaam 2] en [naam 10]
[bijnaam 2]: die is leeg aangekomen
[bijnaam 2]: video [bestandsnaam 6]
Opmerking verbalisant:
In dit videobestand is te zien dat iemand in het ruim van een koelschip aan het filmen is. Deze persoon filmt specifiek de wanden en de vloerplaten van dat ruim. Op deze film is ook te zien dat één vloerplaat verwijderd is en dat de ruimte onder deze vloerplaat leeg is. Na het filmen in deze lege ruimte onder de vloer wordt de code “G8” gefilmd op de wand van dat ruim.
[bijnaam 2]: https://crime-nieuws.nl/man-opaepakt-voor-moaeliike-plannen-omcocaine-
van-boord-te-halen-in-haven-vlissingen/
Opmerking verbalisant:
Op deze site van Crime nieuws was het navolgende bericht geplaatst/te lezen:
“In de haven van Vlissingen is vrijdagavond een partij cocaïne aangetroffen op een schip. Een man is aangehouden die verdacht wordt van voorbereidingshandelingen om de drugs van boord te halen. De douane trof bij een controle in een loze ruimte van een schip een onbekende hoeveelheid cocaïne aan. De politie nam de drugs in beslag waarna agenten een onderzoek hebben ingesteld. In de omgeving van de haven werd een auto gecontroleerd waarin een 41-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats zat. De aanwezigheid van deze man en de omstandigheden waaronder hij werd aangetroffen waren volgens politie voldoende redenen om hem aan te houden. Hij wordt ervan verdacht dat hij mogelijk betrokken is met het van boord halen en aan land brengen van de drugs die eerder die avond door de douane in het schip was aangetroffen. De politie stelt een nader onderzoek in naar de drugssmokkel en mogelijke andere betrokkene(n).
[bijnaam 2]: en in die andere staat in de vloer
[naam 10]: er moet een andere manier worden gezocht
Op 20 november 2018 tussen [bijnaam 2] en [naam 10]
[bijnaam 2] : staat in het nieuws
Opmerking verbalisant: [bijnaam 2] stuurt een Screenshot van een nieuwsbericht waarin te lezen is dat op een vrachtboot in de Bijleveldhaven (Vlissingen) 13 kilogram cocaïne was gevonden en één Albanees was aangehouden. Opmerkelijk is dat de tekst "dertien kilogram cocaïne” rood omcirkeld is.
[bijnaam 2] : neeee
[bijnaam 2] : het werk

Hoofdstuk 4: de verboden gedragingen en de strafbaarheid

De kwalificatie
De bewezen feiten zijn in de wet verboden gedragingen en leveren de volgende strafbare feiten op:
Feit 2 subsidiair, zaak Fuoco:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Feit 3 primair, zaak Spiegel:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Feit 4 subsidiair, zaak Lawaai:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Feit 5, zaak Fruit:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Feit 6 subsidiair, zaak Tredici:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
De strafbaarheid van de feiten en van de verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

Hoofdstuk 5: de onderbouwing van de straf

De feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte is samen met anderen betrokken geweest bij de invoer van een voltooid cocaïnetransport van ongeveer 30 kilo cocaïne. Daarnaast is de verdachte betrokken geweest bij het voorbereiden van drie cocaïnetransporten. Op basis van de tussen de verdachten gevoerde chats gaat de rechtbank ervan uit dat deze voorbereidingen gericht waren op de invoer van in totaal ruim 400 kilo cocaïne. De rol van de verdachte bij de verschillende cocaïnetransporten bestond uit het onderhouden van contact met de medeverdachten en het uitwisselen van cruciale informatie over de cocaïnetransporten. Het doorspelen van belangrijke informatie over (op handen zijnde) cocaïnetransporten is noodzakelijk om cocaïne te kunnen invoeren. De verdachte is daarmee een belangrijke schakel in de keten geweest om cocaïne in te voeren of om dat voor te bereiden. Verder is in de woning van de verdachte cocaïne en MDMA aangetroffen.
Vanuit Zuid-Amerika worden grote hoeveelheden cocaïne Nederland ingevoerd. Het op de markt brengen van harddrugs vormt een ernstige bedreiging van de volksgezondheid. Daarnaast wordt met de handel in cocaïne veel geld verdiend en deze handel gaat gepaard met vele vormen van criminaliteit. Ter bestrijding van harddrugsverslaving en ter voorkoming en bestrijding van illegale harddrugshandel wordt (de voorbereiding van) de invoer van cocaïne streng bestraft.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van tien jaar geëist. Deze strafeis is met name gebaseerd op betrokkenheid van de verdachte bij de invoer van in totaal 1.995 kilo cocaïne bij vijf verschillende transporten. De officier van justitie vindt dat de verdachte een belangrijke rol heeft gehad, onder meer omdat hij in contact staat met de verzenders van de cocaïne en zij ziet de verdachte in enkele zaken ook als de initiator van een cocaïnetransport.
Beoordeling
De verdachte heeft zich ruim anderhalf jaar bezig gehouden met het invoeren van cocaïne en het voorbereiden daarvan. Bij dit soort feiten past geen andere straf dan een lange gevangenisstraf. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank niet alleen naar de ernst van de feiten gekeken, maar ook gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast heeft zij de volgende drie punten meegewogen:
de bewezenverklaring en het strafmaximum;
de persoonlijke omstandigheden van de verdachte;
de overschrijding van de redelijke termijn.
1.
De bewezenverklaring en het strafmaximum
De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie. De rechtbank vindt slechts in één zaak bewezen dat de verdachte cocaïne heeft ingevoerd. In die zaak ging het om 30 kilo cocaïne. In de andere bewezenverklaarde zaken vindt de rechtbank de voorbereiding van de invoer van cocaïne bewezen en niet de invoer zelf. De rechtbank gaat ervan uit dat deze voorbereidingen waren gericht op in totaal ruim 400 kilo cocaïne. De rechtbank vindt hiermee aanzienlijk minder bewezen dan de invoer van 1.995 kilo cocaïne, waarvan de officier van justitie bij het bepalen van de strafeis is uitgegaan. Gelet op de bewezenverklaring heeft de verdachte weliswaar 30 kilo cocaïne ingevoerd, waarmee strikt genomen een strafmaximum van 16 jaar van toepassing is. De rechtbank is echter van oordeel dat het zwaartepunt ligt in de zaken van de voorbereidingshandelingen en zij neemt daarom in de verhouding tussen de maximale en de op te leggen gevangenisstraf een strafmaximum van acht jaar als uitgangspunt.
2.
De persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van 3 december 2021 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die op de zitting naar voren zijn gebracht.
3.
De overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn, waarbinnen een strafzaak dient te zijn afgerond, is overschreden en compenseert dit door strafvermindering.
Conclusie
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om een aanzienlijk lagere gevangenisstraf op te leggen dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur vier jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden en zal dit aan de verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Opheffing van de voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst tot aan de uitspraak. Dit betekent dat op de dag van de uitspraak de schorsing afloopt en de voorlopige hechtenis herleeft, waardoor de verdachte weer voorlopig vast zou komen te zitten. De rechtbank is van oordeel dat de gronden, die tot het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte hebben geleid, nu niet meer aanwezig zijn. De 12-jaarsgrond is, mede gelet op de bewezenverklaring en de hiervoor opgenomen overwegingen over het strafmaximum, vervallen. Ook de recidivegrond is niet meer aan de orde, omdat de rechtbank vindt dat er op dit moment geen reëel gevaar voor herhaling is. De voorlopige hechtenis zal daarom worden opgeheven.
De wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

Hoofdstuk 6: de beslissingen in het kort en ondertekening

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en subsidiair, 2 primair,
4 primair en 6 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 2 subsidiair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 en 6 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de in hoofdstuk 4 vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J. Soeteman en V.C. Wennekes, griffiers,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 23 februari 2022.

Voetnoten

1.De paginanummers en de documentcode die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken in het zaaksdossier Fuoco.
2.Een ander geschrift, te weten een schriftelijke verklaring van verdachte [naam medeverdachte 1] , niet genummerd.
3.Documentcode [code document 2], pagina’s 294 t/m 303.
4.In de weergave van de chats zijn ook opmerkingen van de politie opgenomen indien dit het geval is, is het betreffende proces-verbaal enerzijds een weergave van de chats en anderzijds een proces-verbaal van bevindingen van de politie.
5.Documentcode [code document 3], pagina’s 1 t/m 9.
6.Documentcode [code document 4], pagina’s 164 t/m 177.
7.Documentcode [code document 5], pagina’s 178 t/m 182.
8.Documentcode [code document 6], pagina’s 11 t/m 15.
9.Documentcode [code document 7], pagina’s 20 t/m 27.
10.Documentcode [code document 8], pagina’s 33 t/m 36.
11.Documentcode [code document 9], pagina’s 37 t/m 40.
12.Documentcode [code document 10], pagina’s 50 t/m 61.
13.Documentcode [code document 11], pagina’s 90 t/m 94.
14.De paginanummers en de documentcode die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken opgenomen in het zaaksdossier Spiegel.
15.Documentcode [code document 12], pagina’s 105 en 106.
16.Documentcode [code document 13] met bijlage, pagina’s 123 t/m 131.
17.Documentcode [code document 14], pagina’s 133 t/m 134.
18.Documentcode [code document 15], pagina’s 191 t/m 194.
19.Documentcode [code document 16], pagina 160.
20.Documentcode [code document 17], pagina 161.
21.Documentcode [code document 18], pagina 204.
22.Documentcode [code document 19], pagina’s 111 t/m 118.
23.Documentcode [code document 20] met bijlage, pagina’s 3 t/m 28.
24.Documentcode [code document 21] met bijlage, pagina’s 47 t/m 55.
25.Documentcode [code document 22] met fotobijlage, pagina’s 108 t/m 110.
26.Documentcode [code document 23], pagina’s 56 t/m 85.
27.De paginanummers en de documentcode die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken opgenomen in het zaaksdossier Lawaai.
28.In de weergave van de chats zijn ook opmerkingen van de politie opgenomen. Het proces-verbaal betreft daarmee enerzijds een weergave van de chats en anderzijds een proces-verbaal van bevindingen van de politie.
29.Documentcode [code document 24], pagina’s 1 t/m 5.
30.Documentcode [code document 25] met bijlagen, pagina’s 11 t/m 14.
31.Documentcode [code document 26] met bijlagen, pagina’s 41 t/m 50.
32.Documentcode [code document 27] met bijlage, pagina’s 70 t/m 72.
33.Eigen waarneming van de rechtbank op de zitting van 31 januari 2022.
34.De paginanummers en de documentcode die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken opgenomen in het zaaksdossier Fruit.
35.Documentcode [code document 28] met bijlagen, pagina’s 1 t/m 7.
36.Proces-verbaalnummer [procesverbaalnummer 2], pagina’s 15 t/m 19.
37.Zaaknummer 2019.07.17.095 (aanvraag 009), pagina 27.
38.Zaaknummer 2019.07.17.095 (aanvraag 008), pagina 28.
39.Zaaknummer 2019.07.17.095 (aanvraag 007), pagina 29.
40.Zaaknummer 2019.07.17.095 (aanvraag 006), pagina 30.
41.De paginanummers en de documentcode die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken opgenomen in het zaaksdossier Tredici.
42.Documentcode [code document 29], pagina 54.
43.Documentcode [code document 30], pagina 55.
44.Documentcode [code document 31], pagina’s 71 t/m 73.
45.Een ander geschrift, te weten een schriftelijke verklaring van verdachte [naam medeverdachte 1] , niet genummerd.
46.In de weergave van de chats zijn ook opmerkingen van de politie opgenomen indien dit het geval is, is het betreffende proces-verbaal enerzijds een weergave van de chats en anderzijds een proces-verbaal van bevindingen van de politie
47.Documentcode [code document 32], pagina’s 2 t/m 23.
48.Documentcode [code document 33], pagina’s 36 t/m 50.