Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
H3 Hotel Rotterdam City Center B.V.,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert eiser, handelende onder de naam [handelsnaam], betaling van een bedrag van € 538,26 van gedaagde, H3 Hotel Rotterdam City Center B.V., wegens het niet voldoen van een factuur voor geleverde diensten. De procedure begon met een dagvaarding op 29 september 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 december 2021. Eiser heeft op 7 april 2021 een vuilwaterpomp geïnspecteerd, maar H3 Hotel heeft de factuur van eiser, die op 11 april 2021 werd verstuurd, tot op heden niet voldaan. H3 Hotel heeft na de inspectie een extra onderzoek laten uitvoeren door Pompwacht, waaruit bleek dat de schade aan de pomp niet onder de garantie viel. Eiser legt aan zijn vordering de nakoming van de verbintenissen uit de overeenkomst ten grondslag, terwijl H3 Hotel betwist dat eiser werkzaamheden heeft uitgevoerd en de hoogte van de gefactureerde uren. De kantonrechter oordeelt dat H3 Hotel loon verschuldigd is aan eiser, omdat deze voldoende heeft aangetoond dat hij de werkzaamheden heeft uitgevoerd zoals overeengekomen. Het verweer van H3 Hotel wordt als onvoldoende gemotiveerd verworpen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt H3 Hotel in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.