Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 maart 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- het vonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het antwoord in reconventie, met bijlagen;
- de brief van 15 juni 2022 van [persoon A] , met bijlagen;
- de brief van 26 juni 2022 van [persoon A] , met bijlagen;
- de pleitnota van de gemachtigde van SOR, met bijlagen;
- de rolbeslissing van 15 juli 2022;
- de akte, met bijlage, van SOR;
- de antwoordakte van [persoon A] .
2.De feiten
- De aan het verzoek ten grondslag liggende bezwaren van de huurder zijn kennelijk gegrond.
- De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over het jaar 2019 bedraagt € 966,69.
Vergoeding algemene ruimten (baropbrengsten recreatieruimte), stroomverbruik algemene ruimten, schoonmaak algemene ruimten (inclusief glasbewassing), algemene kosten, groenvoorziening, huismeester, inventaris en personeelskostenen
personele kosten.
€ 253,67
stookkosten woningen, gelijk over het aantal woonruimten in het complex. Het aandeel per woonruimte bedraagt daarom 1/228e deel van de totale kosten.
signaalleveringen kunnen aan de huurders worden doorberekend. (…)
€ 6,79(€ 5,00 + € 1,79).
€ 19,76.
€ 8.467,85
€ 77,99.
€ 0,00.
vetgedrukteposten onderzocht. De overige posten zijn ongewijzigd overgenomen van de afrekening van verhuurder.
- De aan het verzoek ten grondslag liggende bezwaren van de huurder zijn kennelijk gegrond.
- De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over het jaar 2020 bedraagt € 983,98.
[bedoeld zal zijn: 21 juni 2021; toevoeging kantonrechter]bezwaar gemaakt tegen de volgende kostenposten:
Vergoeding algemene ruimten (baropbrengsten recreatieruimte), stroomverbruik algemene ruimten, algemene kosten, groenvoorziening, huismeester en personeelskosten.
€ 229,48
stookkosten woningen, gelijk over het aantal woonruimten in het complex. Het aandeel per woonruimte bedraagt daarom 1/228e deel van de totale kosten.
signaalleveringen kunnen aan de huurders worden doorberekend. (…)
€ 6,94(€ 5,08 + € 1,86).
€ 17,16.
€ 8.513,91
€ 78,42.
€ 0,00.
vetgedrukteposten onderzocht. De overige posten zijn ongewijzigd overgenomen van de afrekening van verhuurder.
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat de door [persoon A] te betalen servicekosten voor de (service)kostenposten ‘algemene kosten’, ‘groenvoorziening’, ‘huismeester” en ‘personeel’ voor het gehuurde voor het servicekostentijdvak 1 januari tot en met 31 december 2019 redelijk worden geacht en worden vastgesteld op een bedrag van respectievelijk € 41,89, € 39,52, € 111,42 en € 253,67, en
- te verklaren voor recht dat de door [persoon A] te betalen servicekosten voor de (service)kostenposten ‘algemene kosten’, ‘groenvoorziening’, ‘huismeester’ en ‘personeel’ voor het gehuurde voor het servicekostentijdvak 1 januari tot en met 31 december 2020 redelijk worden geacht en worden vastgesteld op een bedrag van respectievelijk € 38,09, € 34,33, € 112,02 en € 229,48,
- [persoon A] te veroordelen in de proceskosten en nakosten, en
- het vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- SOR te veroordelen om over het jaar 2019, 2020 en de jaren daarna met [persoon A] af te rekenen overeenkomstig de bevindingen van de Huurcommissie,
- SOR te veroordelen tot het verstrekken van inzage in, en een afschrift van, haar kasboeken, inclusief het kasboek van de recreatiezaal, over de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022,
- SOR te veroordelen tot inzage in een werkurenregistratie van de huismeester in de Klapwiek ten behoeve van SOR en ten behoeve van de bewoners om te kunnen bepalen dat de huismeester inderdaad minder dan 25% van zijn tijd heeft besteed aan taken voor SOR,
- SOR te veroordelen tot het verstrekken van inzage in, en een afschrift van, de arbeidsovereenkomsten en salarisstroken van de huismeester ter zake van zijn dienstverbanden bij de Klapwiek en de Binnenhoftoren over de jaren 2019 tot en met 2022,
- SOR te veroordelen tot het verstrekken van inzage in, en een afschrift van, de arbeidsovereenkomsten en salarisstroken van de gastvrouwen over de jaren 2019 tot en met 2022,
- SOR te veroordelen in de proceskosten en nakosten met rente, en
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
‘algemene kosten’, ‘personeel’, ‘groenvoorziening’ en ‘huismeester’. Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, overweegt de kantonrechter ter zake als volgt.
totalekosten (€ 33.871,39 voor 2019 en € 34.055,66 voor 2020) zodat de betalingsverplichting van [persoon A] ter zake wordt vastgesteld op 1/228e deel van 70% van die bedragen, derhalve € 103,99 voor 2019 en € 104,56 voor 2020.