ECLI:NL:RBROT:2022:12295

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 april 2022
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
9599094
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van annuleringskosten van een reis

In deze zaak heeft eiseres, die een pelgrimstocht had geboekt bij gedaagde, een bedrag van € 5.450,- betaald. Na annulering van de reis, die door gedaagde werd geaccepteerd, heeft gedaagde echter nagelaten het betaalde bedrag terug te storten. Eiseres heeft daarom gedaagde aangeklaagd om het bedrag terug te vorderen, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde heeft de vordering erkend, maar gaf aan op dat moment niet in staat te zijn om te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de erkenning van de vordering door gedaagde betekent dat hij in deze zaak geen gelijk heeft gekregen. De rechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van het volledige bedrag aan eiseres, inclusief rente en kosten van de procedure. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres het vonnis kan afdwingen voordat er een uitspraak van een hogere rechter is. De kosten van de procedure zijn ook aan gedaagde opgelegd, inclusief de kosten voor de dagvaarding, griffierecht en het salaris van de gemachtigde van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9599094 CV EXPL 21-42430
uitspraak: 29 april 2022
vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[naam eiseres],
handelend onder de naam
[handelsnaam 1],
die woont in [woonplaats 1] (gemeente [gemeente] ),
eiseres,
gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
tegen
[naam gedaagde],
handelend onder de naam
[handelsnaam 2],
die woont in [woonplaats 2] ,
gedaagde,
die procedeert zonder juridische bijstand.
Partijen worden hierna ‘ [naam eiseres] ’ en ‘ [naam gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

In het dossier zitten deze stukken:
  • de dagvaarding met bijlagen van 20 december 2021;
  • de reactie daarop van [naam gedaagde] van 27 december 2021;
  • de conclusie van repliek van 1 maart 2022;
  • de reactie daarop van [naam gedaagde] van 27 maart 2022.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1
[naam eiseres] heeft een pelgrimstocht bij [naam gedaagde] geboekt. Zij heeft hier € 5.450,- voor betaald. [naam eiseres] heeft de reis moeten annuleren. Deze annulering is door [naam gedaagde] geaccepteerd. Hij zou de aanbetaling terugbetalen, maar dat is niet gebeurd. [naam eiseres] vordert daarom veroordeling van [naam gedaagde] tot terugbetaling van het door haar betaalde bedrag, met rente, met € 647,50 aan buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van [naam gedaagde] in de kosten van de procedure.
2.2
[naam gedaagde] erkent de vordering. De vordering wordt daarom toegewezen. Het feit dat [naam gedaagde] de vordering zoals hij stelt op dit moment niet kan betalen is geen reden om de vordering af te wijzen. Als [naam gedaagde] een betalingsregeling met [naam eiseres] wil treffen moet hij daarvoor contact opnemen met de gemachtigde van [naam eiseres] .
2.3
[naam gedaagde] erkent de vordering en moet daarom in deze zaak gezien worden als de partij die geen gelijk gekregen heeft. [naam gedaagde] wordt daarom veroordeeld in de kosten van de procedure.
2.4
Dit vonnis wordt zoals [naam eiseres] vordert ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat als deze zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd, [naam eiseres] in afwachting van de uitspraak van die hogere rechter, wel alvast kan afdwingen dat [naam gedaagde] voldoet aan waartoe hij wordt veroordeeld in dit vonnis.

3.De beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt [naam gedaagde] om € 5.450,- aan [naam eiseres] te betalen, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 1 oktober 2021 tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald;
- veroordeelt [naam gedaagde] om € 647,50 aan buitengerechtelijke incassokosten aan [naam eiseres] te betalen;
- veroordeelt [naam gedaagde] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de kant van [naam eiseres] vastgesteld op € 106,96 aan kosten voor de dagvaarding,
€ 240,- aan griffierecht en € 622,- aan salaris voor haar gemachtigde en voor het geval [naam gedaagde] niet binnen veertien dagen na hierover van [naam eiseres] een brief gekregen te hebben vrijwillig aan dit vonnis voldoet, begroot op € 124,- aan nasalaris, te vermeerderen met betekeningskosten als betekening van dit vonnis plaatsvindt;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
686