Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
donderdag 25 augustus 2022 om 14.30 uurvia een videoverbinding, voor de rechters mr. B.A. Cnossen, mr. R.P. van Eerde en mr. J. Schreurs-van de Langemheen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 augustus 2022 een beschikking gegeven in het kader van een verzoekschrift ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. De verzoekster heeft op 16 augustus 2022 een verklaring ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Tevens heeft zij een verzoek ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode van vier maanden. Dit verzoek is gedaan in het licht van een aanstaande behandeling van een faillissementsverzoek door een derde partij, genaamd [Z], op 23 augustus 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat er spoedeisendheid is en heeft bij wijze van tussenbeslissing de gevraagde afkoelingsperiode voorlopig verleend. De rechtbank heeft ook bepaald dat de behandeling van het verzoek tot afkondiging van de afkoelingsperiode zal plaatsvinden via een videoverbinding, waarbij de rechters B.A. Cnossen, R.P. van Eerde en J. Schreurs-van de Langemheen aanwezig zullen zijn. De rechtbank heeft de verzoekster opgedragen om [Z] onverwijld van de beschikking op de hoogte te stellen en haar de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan de zitting. De beschikking houdt in dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van de verzoekster niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank, en dat de behandeling van het faillissementsverzoek door [Z] wordt geschorst tot de eindbeslissing is genomen.