ECLI:NL:RBROT:2022:12206

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/634983/ FT RK 22/110
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling budget herstructureringsdeskundige in WHOA-zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2022 een beschikking gegeven in het kader van de WHOA-procedure (Wet homologatie onderhands akkoord). De rechtbank was belast met de vaststelling van het budget voor de herstructureringsdeskundige, mr. R. Le Grand, die op 21 maart 2022 was aangewezen. De herstructureringsdeskundige diende een plan van aanpak en een begroting van zijn kosten op te stellen en deze aan de rechtbank te zenden. Op 28 maart 2022 ontving de rechtbank de begroting van € 10.000, exclusief btw en 4% kantooropslag, die door de herstructureringsdeskundige was ingediend. De rechtbank heeft de begroting beoordeeld en kwam tot de conclusie dat deze niet onredelijk was, mede gezien het bijbehorende plan van aanpak. De kosten zijn voor rekening van de verzoekster, die ook zekerheid moet stellen voor de betaling van deze kosten voordat de herstructureringsdeskundige aan zijn werkzaamheden begint. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 10.000, exclusief btw, en de beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank ROTterdam

Team insolventie
vaststelling budget herstructureringsdeskundige
rekestnummer: 634983/ FT RK 22/110
uitspraakdatum: 4 april 2022
beschikking in de openbare akkoordprocedure van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster]
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
advocaat: mr. B. Besseling,
hierna: [verzoekster] .

1.De procedure

1.1.
Bij beschikking van 21 maart 2022 is mr. R. Le Grand als herstructureringsdeskundige aangewezen en is mr. Le Grand opgedragen om een week na de datum van de aanwijzingsbeschikking een plan van aanpak en een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden en die van de derden die door hem worden geraadpleegd te maken en deze aan de rechtbank toe te zenden. De vaststelling van het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van de derden die door hem worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten, is aangehouden.
1.2.
Op 28 maart 2022 is ter griffie van deze rechtbank een brief met bijlagen van mr. Le Grand ontvangen met daarin een plan van aanpak en een begroting van de kosten zoals verzocht.
1.3.
Op 29 maart 2022 is aan mr. Besseling een kopie van de brief d.d. 28 maart 2022, met bijlagen, van mr. Le Grand toegezonden en is [verzoekster] in de gelegenheid gesteld haar zienswijze te geven.
1.4.
Bij brief van 31 maart 2022 heeft mr. Besseling namens [verzoekster] bericht dat [verzoekster] geen opmerkingen heeft over de begroting van de herstructureringsdeskundige.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank dient op grond van artikel 371 lid 10 Fw het bedrag vast te stellen dat de
werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van de derden die door hem
worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten. De door de herstructureringsdeskundige gegeven begroting van € 10.000,--, exclusief btw en 4 % kantooropslag, komt de rechtbank, mede in het licht van het daaraan gekoppelde plan van aanpak, niet onredelijk voor. De rechtbank zal die kosten dienovereenkomstig vaststellen. In de beschikking van 21 maart 2022 is reeds bepaald dat deze kosten voor rekening van [verzoekster] komen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en die van
de derden die door hem worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten vast op
€ 10.000.00.-- te vermeerderen met 4 % kantooropslag, beide bedragen exclusief BTW;
- bepaalt dat [verzoekster] voor de betaling daarvan ten genoegen van de herstructureringsdeskundige voor de aanvang van zijn werkzaamheden zekerheid dient te stellen.
Deze beslissing is gegeven door mr. F. Damsteegt, voorzitter, mr. M.D.E. Leppens en
mr. J.H. Steverink, rechters, en in aanwezigheid van J. Hillen-Huizer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 4 april 2022.
De griffier is buiten staat om deze
beslissing te ondertekenen