ECLI:NL:RBROT:2022:12205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 maart 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/634983 FT HO 22/110
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van een herstructureringsdeskundige in een WHOA-zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2022 een beschikking gegeven in het kader van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). De rechtbank heeft een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige behandeld, ingediend door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als verzoekster. De procedure begon met een afkoelingsperiode van vier maanden, die op 7 februari 2022 werd afgekondigd, waarbij mr. Le Grand als observator werd aangewezen. Op 11 maart 2022 diende verzoekster een verzoekschrift in op basis van artikel 379 jo 373 van de Faillissementswet (Fw). De behandeling van dit verzoek vond plaats op 18 maart 2022, waarbij verschillende partijen, waaronder de advocaat van verzoekster en vertegenwoordigers van schuldeisers, aanwezig waren.

Tijdens de zitting trok de advocaat van verzoekster het oorspronkelijke verzoek in en diende een nieuw verzoek in tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster zich in een toestand bevindt zoals bedoeld in artikel 370 lid 1 Fw, wat de toewijzing van het verzoek rechtvaardigt. De rechtbank heeft mr. Le Grand, die eerder als observator fungeerde, aangewezen als herstructureringsdeskundige. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van de herstructureringsdeskundige voor rekening van verzoekster komen en dat zij zekerheid moet stellen voor de betaling van deze kosten.

De rechtbank heeft de aanstelling van de observator ingetrokken en mr. Le Grand opgedragen om binnen een week een plan van aanpak en begroting van de kosten op te stellen. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Insolventies – meervoudige kamer
aanwijzen herstructureringsdeskundige
rekestnummer: 634983 FT HO 22/110
uitspraakdatum: 21 maart 2022
beschikking op het ingekomen verzoekschrift met bijlagen van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster]
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
advocaat: mr. B. Besseling,
hierna: [verzoekster] .

1.De procedure

1.1.
Bij beschikking van 7 februari 2022 is een afkoelingsperiode afgekondigd van vier maanden en is mr. Le Grand aangewezen als observator.
1.2.
Verzoekster heeft op 11 maart 2022 een verzoekschrift ex artikel 379 jo 373 Fw ingediend.
1.3.
De rechtbank heeft de behandeling van dat verzoek bepaald op 18 maart 2022 te 15:15 uur. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling zijn zienswijzen ingediend door Sabroesco Vastgoed & Beleggingen B.V. en de observator.
1.4.
Het verzoek is op 18 maart 2022 ter zitting behandeld en nader toegelicht. Ter zitting zijn, door middel van een video-verbinding, gehoord:
- mr. B. Besseling, advocaat van verzoekster;
- mr. D. Kok, kantoorgenoot van mr. Besseling;
- de heer [naam] , middellijk bestuurder van verzoekster;
- mr. E. van Gruijthuijsen, advocaat van Sabroesco Vastgoed & Beleggingen B.V.;
- de heer [naam] , bestuurder van Sabroesco Vastgoed & Beleggingen B.V.
- mr. R. Le Grand, observator, en
- mr. M. Mouthaan, kantoorgenoot van de observator.
1.5.
Het verzoek ex artikel 379 jo 373 Fw is door de advocaat van verzoekster ter zitting ingetrokken onder gelijktijdige indiening van een verzoek tot aanwijzing van een
herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 Fw.
1.6.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft haar bevoegdheid vastgesteld in de beschikking van 7 februari 2022.
2.2.
Een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige wordt, nu het is ingediend door de schuldenaar zelf, toegewezen als de schuldenaar verkeert in de toestand als bedoeld in artikel 370 lid 1 Fw. Op dit moment is voldoende aannemelijk dat verzoekster in die toestand verkeert. Verwezen wordt naar de beschikking van 7 februari 2022 en het verzoekschrift dat daaraan ten grondslag ligt. Het verzoek is derhalve toewijsbaar.
2.3.
De rechtbank zal de huidige observator, mr. Le Grand, aanwijzen als herstructureringsdeskundige. De werkzaamheden die mr. Le Grand tot nu toe als observator heeft uitgevoerd staan er niet aan in de weg dat hij zijn taak als herstructureringsdeskundige doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk zal kunnen uitvoeren. Dit is ter zitting ook besproken met partijen, dat wil zeggen verzoekster zelf en één van de grotere schuldeisers, die tegen de aanwijzing van mr. Le Grand geen bezwaar hebben. De kosten van de herstructureringsdeskundige komen ten laste van verzoekster.
2.4.
Conform het bepaalde in artikel 380 lid 3 Fw wordt de aanstelling van de observator ingetrokken. Bij separate beschikking zal het salaris van de observator worden vastgesteld.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst aan tot herstructureringsdeskundige:
De heer mr. R. Le Grand,
kantoorhoudende te Windt Le Grand Leeuwenburg Advocaten,
Coolsingel 104,
3011 AG Rotterdam;
- draagt de herstructureringsdeskundige op om binnen een week na de datum van deze aanwijzingsbeschikking een plan van aanpak en een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden en die van de derden die door hem worden geraadpleegd te maken en deze aan de rechtbank toe te zenden en houdt de vaststelling van het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van de derden die door hem worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten aan;
- bepaalt dat voornoemde kosten ten laste van verzoekster komen en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de herstructureringsdeskundige voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
- trekt in de aanstelling van mr. R. Le Grand als observator, draagt mr. Le Grand op om binnen een week na de datum van deze beschikking een overzicht van zijn als observator gemaakte kosten op te stellen en dit aan verzoekster en de rechtbank toe te zenden en houdt de definitieve vaststelling van het salaris van de observator aan.
Deze beslissing is gegeven door mr. F. Damsteegt, voorzitter, mr. M.D.E. Leppens en
mr. J.H. Steverink, rechters, en in aanwezigheid van J. Hillen-Huizer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2022.
de griffier is buiten staat deze
beschikking mede te ondertekenen