In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 februari 2022 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot homologatie van een onderhands akkoord, ingediend door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] B.V. De procedure begon op 21 oktober 2021, toen verzoekster een startverklaring indiende bij de rechtbank. Op 28 januari 2022 werd een stemverslag en een verzoekschrift tot homologatie van het akkoord ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat alle klassen van schuldeisers hebben ingestemd met de homologatie van het akkoord, zoals vereist onder artikel 383 lid 4 van de Faillissementswet (Fw).
De rechtbank heeft vervolgens een videozitting bepaald voor de behandeling van het verzoek tot homologatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van Microsoft Teams. Verzoekster en de schuldeisers zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om deel te nemen aan deze zitting. De rechtbank heeft de zitting vastgesteld op 8 februari 2022 om 14.00 uur, waar de rechters F. Damsteegt, P.J. Neijt en J.H. Steverink de zaak zullen behandelen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 1 februari 2022, in aanwezigheid van de griffier E.J. van Gruijthuijsen.