Op 23 december 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van [naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2008, betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 24 november 2022 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden te verlengen en om de uithuisplaatsing voor zes maanden te verzoeken. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad en twee vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De vader was niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] een belaste voorgeschiedenis heeft en dringend behoefte heeft aan duidelijkheid en een veilige opvoedomgeving. De ouders zijn niet in staat om deze omgeving te bieden, wat heeft geleid tot onveiligheid en onduidelijkheid voor [naam kind01]. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing noodzakelijk zijn in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind01]. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.
De kinderrechter heeft [naam kind01] onder toezicht gesteld van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 23 december 2022 tot 23 december 2023 en heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 23 december 2022 tot 23 juni 2023. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier.