ECLI:NL:RBROT:2022:12159
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Definitieve vaststelling salaris en verschotten observator in WHOA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 oktober 2022 een beschikking gegeven in het kader van een besloten akkoordprocedure, zoals geregeld in de Faillissementswet. Verzoekster, een besloten vennootschap, had op 15 oktober 2021 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Op 8 april 2022 verzocht verzoekster om de aanstelling van een observator, wat resulteerde in de aanstelling van mr. R. Slotboom op 26 april 2022. De rechtbank had eerder de kosten van de werkzaamheden van de observator vastgesteld op € 17.050, exclusief BTW. Echter, na een e-mail van mr. Slotboom op 4 augustus 2022, waarin hij aanvullende werkzaamheden aankondigde, werd een bedrag van € 6.600, exclusief BTW, goedgekeurd voor deze extra werkzaamheden op 16 augustus 2022.
Verzoekster diende op 19 augustus 2022 een verzoekschrift voor eigen aangifte faillissement in, maar trok dit op 23 augustus 2022 in. Desondanks werd op dezelfde dag het faillissement van verzoekster uitgesproken, met mr. C. van den Bergh als curator. De aanstelling van mr. Slotboom als observator werd op 31 augustus 2022 ingetrokken, waarna hij verantwoording moest afleggen over zijn werkzaamheden. Op 9 september 2022 diende hij een rekening en verantwoording in, waarin hij een salaris van € 14.603,15 en € 5.000,00 aan verschotten vroeg.
De rechtbank heeft de rekening en verantwoording van mr. Slotboom beoordeeld en goedgekeurd. Aangezien er geen bezwaren zijn ingediend door verzoekster of de curator, heeft de rechtbank besloten het salaris en de verschotten van de observator definitief vast te stellen. De rechtbank heeft het salaris van mr. Slotboom vastgesteld op € 14.603,15 en de verschotten op € 5.000, beide bedragen te vermeerderen met BTW, en deze ten laste van verzoekster gebracht.