ECLI:NL:RBROT:2022:12158
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking aanstelling observator in WHOA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 augustus 2022 een beschikking gegeven in het kader van een besloten akkoordprocedure van een besloten vennootschap. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Besseling, had op 15 oktober 2021 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Op 8 april 2022 verzocht verzoekster om de aanstelling van een observator ex artikel 379 lid 1 juncto artikel 380 lid 1 Fw. De rechtbank heeft mr. R. Slotboom aangesteld als observator en hem verzocht om een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden op te stellen.
De rechtbank heeft op 12 mei 2022 de kosten van de observator vastgesteld op € 17.050,-- (exclusief BTW). Later, op 4 augustus 2022, heeft mr. Slotboom aanvullende werkzaamheden aangevraagd, die hij begrootte op € 6.600,-- (exclusief BTW). Verzoekster heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze begrotingen.
Echter, op 19 augustus 2022 heeft verzoekster een verzoekschrift tot eigen aangifte faillissement ingediend, waarna op 23 augustus 2022 het faillissement is uitgesproken. De rechtbank oordeelt dat de aanstelling van de observator vervalt zodra een verzoekschrift tot eigen aangifte faillissement is ingediend en het faillissement is uitgesproken. De rechtbank heeft daarom de aanstelling van mr. R. Slotboom als observator ingetrokken en hem opgedragen verantwoording af te leggen van zijn werkzaamheden. Verzoekster en de curator zijn in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven over het definitieve loon en de verschotten van de voormalig observator.