ECLI:NL:RBROT:2022:12158

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 augustus 2022
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
C/10/636826 / HO RK 22/155
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking aanstelling observator in WHOA-zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 augustus 2022 een beschikking gegeven in het kader van een besloten akkoordprocedure van een besloten vennootschap. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Besseling, had op 15 oktober 2021 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Op 8 april 2022 verzocht verzoekster om de aanstelling van een observator ex artikel 379 lid 1 juncto artikel 380 lid 1 Fw. De rechtbank heeft mr. R. Slotboom aangesteld als observator en hem verzocht om een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden op te stellen.

De rechtbank heeft op 12 mei 2022 de kosten van de observator vastgesteld op € 17.050,-- (exclusief BTW). Later, op 4 augustus 2022, heeft mr. Slotboom aanvullende werkzaamheden aangevraagd, die hij begrootte op € 6.600,-- (exclusief BTW). Verzoekster heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze begrotingen.

Echter, op 19 augustus 2022 heeft verzoekster een verzoekschrift tot eigen aangifte faillissement ingediend, waarna op 23 augustus 2022 het faillissement is uitgesproken. De rechtbank oordeelt dat de aanstelling van de observator vervalt zodra een verzoekschrift tot eigen aangifte faillissement is ingediend en het faillissement is uitgesproken. De rechtbank heeft daarom de aanstelling van mr. R. Slotboom als observator ingetrokken en hem opgedragen verantwoording af te leggen van zijn werkzaamheden. Verzoekster en de curator zijn in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven over het definitieve loon en de verschotten van de voormalig observator.

Uitspraak

Beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Insolventies – meervoudige kamer
Beschikking intrekking aanstelling observator
rekestnummer: C/10/636826 / HO RK 22/155
uitspraakdatum: 31 augustus 2022
beschikking in de – geëindigde – besloten akkoordprocedure van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] en kantoorhoudende te [plaats] ,
verzoekster,
advocaat: mr. B. Besseling, kantoorhoudende te Apeldoorn.

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft op 15 oktober 2021 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd. Verzoekster heeft gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement.
1.2.
Bij verzoekschrift van 8 april 2022 is door verzoekster verzocht tot aanstelling van een observator ex artikel 379 lid 1 juncto artikel 380 lid 1 Fw.
1.3.
Bij beschikking van 26 april 2022 van deze rechtbank is mr. R. Slotboom aangesteld tot observator en is hem verzocht om binnen twee weken een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden en die van eventuele derden die door hem worden geraadpleegd te maken en deze aan de rechtbank toe te zenden en is voorts de vaststelling van het bedrag dat de werkzaamheden van de observator en van de derden die door hem worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten aangehouden.
1.4.
Bij e-mailbericht van 10 mei 2022 heeft de observator een begroting van zijn kosten aan de rechtbank toegezonden. De observator heeft daarbij vermeld dat hij de begroting tevens aan verzoekster heeft toegezonden.
1.5.
Mr. Besseling heeft bij e-mailbericht van 10 mei 2022 bericht dat verzoekster geen bezwaar heeft tegen de door de observator ingediende begroting.
1.6.
Bij beslissing van 12 mei 2022 heeft de rechtbank de kosten van de werkzaamheden van de observator vastgesteld op € 17.050,-- (exclusief BTW) en deze ten laste van verzoekster gebracht.
1.7.
Bij e-mailbericht van 4 augustus 2022 heeft mr. Slotboom de rechtbank bericht dat na de aspectenzitting en de daarop volgende uitspraak duidelijk is geworden dat aanvullende werkzaamheden dienen te worden verricht en dat het bij beschikking van 12 mei 2022 vastgestelde bedrag daarin niet voorziet. De nadere werkzaamheden van mr. Slotboom bestaan uit het houden van toezicht op de (verdere) totstandkoming van het door verzoekster aan te bieden akkoord, het voeren van overleg met de directie van verzoekster, haar adviseurs en derden, waaronder schuldeisers. Voorts moet door mr. Slotboom worden beoordeeld of de belangen van alle schuldeisers voldoende zijn gewaarborgd in de WHOA-procedure. Mr. Slotboom begroot de aanvullende werkzaamheden op een bedrag van € 6.600,-- (exclusief BTW).
1.8.
Op 8 augustus 2022 is het verzoek van de observator per e-mail aan mr. Besseling verzonden en is verzoekster tot 16 augustus 2022 in de gelegenheid gesteld om op genoemd verzoek te reageren.
1.9.
Op 16 augustus 2022, na het verstrijken van de onder 1.8. bedoelde termijn, is van mr. Besseling bericht ontvangen dat verzoekster geen opmerkingen heeft over de begroting van mr. Slotboom.
1.10.
Bij beschikking van 16 augustus 2022 heeft de rechtbank de kosten van de aanvullende werkzaamheden van de observator vastgesteld en daarbij bepaald dat de observator binnen twee weken nadat zijn taak is geëindigd aan de rechtbank verantwoording dient af te leggen waarna de rechtbank het loon en de verschotten definitief zal vaststellen.
1.11.
Op 19 augustus 2022 heeft verzoekster bij deze rechtbank een verzoekschrift eigen aangifte faillissement ingediend en op 23 augustus 2022 heeft verzoekster haar startverklaring met onmiddellijke ingang ingetrokken.
1.12.
Bj vonnis van deze rechtbank van 23 augustus 2022 is het faillissement van verzoekster uitgesproken.

2.De beoordeling

2.1.
De wetgever heeft voor een situatie als de onderhavige geen expliciete regeling getroffen. Uit het systeem van de wet volgt echter dat de aanstelling van de observator vervalt in de situatie dat een verzoekschrift eigen aangifte faillissement is ingediend, het faillissement daarop is uitgesproken en een curator is aangesteld. De aanstelling van de observator zal dan ook worden ingetrokken. Vanwege de geëindigde taak van de voormalig observator dient de voormalig observator verantwoording af te leggen van zijn werkzaamheden waarna de rechtbank het loon en de verschotten van de voormalig observator definitief zal vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- trekt in de aanstelling van mr. R. Slotboom als observator;
- draagt mr. R. Slotboom op om binnen twee weken na heden verantwoording van de werkzaamheden van de door hem en de door hem ingeschakelde derden aan de rechtbank, verzoekster alsmede mr. C. van den Bergh, curator in het faillissement van verzoekster, te doen toekomen;
- stelt verzoekster en mr. Van den Bergh in de gelegenheid om tot 26 september 2022 te 12:00 uur een zienswijze te geven aan de rechtbank, waarna de rechtbank het
definitieve loon en de verschotten van de voormalig observator zal vaststellen.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.A. Cnossen, voorzitter, mr. A.E. de Vos en
mr. V.G.T. van Emstede, rechters, en in aanwezigheid van E.J. van Gruijthuijsen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2022.