ECLI:NL:RBROT:2022:12153
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging afkoelingsperiode in WHOA-zaak door Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode ex artikel 376 lid 5 van de Faillissementswet (Fw). Verzoekster, een besloten vennootschap, had op 15 oktober 2021 een verklaring ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. De rechtbank had eerder verzoeken tot afkondiging en verlenging van de afkoelingsperiode toegewezen. Op 8 april 2022 verzocht verzoekster om een verlenging van de afkoelingsperiode met drie maanden, omdat eerdere afkoelingsperiodes rust hadden gecreëerd en de onderneming zich kon richten op de totstandkoming van een akkoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster tijdig en bevoegd was om het verzoek in te dienen en dat er voldoende vooruitgang was geboekt in de totstandkoming van het akkoord. De rechtbank oordeelde dat de verlenging noodzakelijk was om de onderneming van verzoekster te kunnen voortzetten tijdens de voorbereidingen voor het akkoord. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en de afkoelingsperiode verlengd met drie maanden, te rekenen vanaf 9 april 2022.