In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode op basis van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Verzoekster, een besloten vennootschap die zich bezighoudt met het drukken van verpakkingen en reclamematerialen, had eerder een afkoelingsperiode van twee maanden toegewezen gekregen. Op 20 december 2021 diende verzoekster een nieuw verzoek in voor een verlenging van deze periode met drie maanden, omdat zij belangrijke stappen had gezet in de voorbereiding van een akkoord met haar schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster voldoende voortgang had geboekt en dat de verlenging noodzakelijk was om de onderneming te kunnen voortzetten tijdens de onderhandelingen over het akkoord. De rechtbank heeft het verzoek tot verlenging toegewezen, waarbij zij ook rekening hield met de belangen van de schuldeisers en de mogelijkheid dat derden, zoals Boost, niet wezenlijk in hun belangen zouden worden geschaad. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.