ECLI:NL:RBROT:2022:12088
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en afrekening servicekosten met betrekking tot zonnepanelen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een geschil tussen [persoon A01] en [persoon B01] over de afrekening van servicekosten, specifiek met betrekking tot de opbrengst van zonnepanelen. [persoon A01] verhuurt sinds 15 juli 2009 een woning aan [persoon B01] en heeft over het jaar 2017 een bedrag van € 1.455,11 aan servicekosten in rekening gebracht. [persoon B01] heeft de huurcommissie verzocht om de afrekening te beoordelen, wat resulteerde in een vaststelling van € 1.052,41. [persoon A01] is het niet eens met deze uitspraak en heeft verzet ingesteld. De kantonrechter heeft de procedure op basis van verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 18 februari 2022 beoordeeld.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opbrengst van de zonnepanelen niet in mindering mag worden gebracht op de aan [persoon B01] in rekening te brengen servicekosten. De rechter oordeelt dat [persoon B01] moet betalen voor de energie die zij heeft verbruikt, en dat de opbrengst van de zonnepanelen een kwestie is tussen [persoon A01] en zijn energieleverancier. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de administratiekosten niet in mindering mogen worden gebracht, ondanks dat [persoon A01] de jaarafrekening te laat heeft verstrekt. Uiteindelijk is het bedrag van de door [persoon B01] verschuldigde servicekosten vastgesteld op € 1.438,17, en is de reconventionele vordering van [persoon B01] afgewezen. [persoon B01] is veroordeeld in de proceskosten.