Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
M. WINDT, in zijn hoedanigheid van herstructureringsdeskundige van [de schuldenarengroep] ,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juli 2022 een beschikking gegeven in het kader van een WHOA-procedure (Wet homologatie onderhands akkoord). De rechtbank heeft de verzoeken van de schuldenarengroep, bestaande uit meerdere besloten vennootschappen, behandeld. De schuldenarengroep had verzocht om afkondiging van een afkoelingsperiode en opheffing van beslagen die door Rabobank waren gelegd op hun bankrekeningen. De rechtbank had eerder al een herstructureringsdeskundige benoemd om de haalbaarheid van een akkoord te onderzoeken. De rechtbank overwoog dat er grote aarzelingen waren over de mogelijkheid van een akkoord, maar dat er ook niet kon worden uitgesloten dat een akkoordprocedure meer zou opleveren dan faillissementen. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om een afkoelingsperiode van zes weken te gelasten en de beslagen op te heffen, onder de voorwaarde dat de schuldenarengroep een bedrag van € 35.000,- in depot moest storten bij Rabobank. De rechtbank oordeelde dat de belangen van Rabobank niet wezenlijk geschaad werden door de opheffing van de beslagen, aangezien er voldoende dekking was voor de vorderingen die aan Rabobank waren verpand. De overige verzoeken van de schuldenarengroep en de verzoeken van Rabobank werden afgewezen. De beslissing werd mondeling aan partijen gegeven door de rechters en op schrift gesteld op 9 september 2022.