ECLI:NL:RBROT:2022:12082
Rechtbank Rotterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Vaststelling budget herstructureringsdeskundige in WHOA procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een beschikking in het kader van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De rechtbank heeft op 15 juli 2022 uitspraak gedaan over de vaststelling van het budget voor de herstructureringsdeskundige, mr. M. Windt, die op 6 juli 2022 was aangewezen. De herstructureringsdeskundige diende binnen een week na zijn aanwijzing een plan van aanpak en begroting van zijn kosten in te dienen. Op 12 juli 2022 heeft hij een begroting ingediend, waarin hij zijn kosten op € 40.000,-- exclusief 4% kantooropslag en BTW heeft begroot, en de kosten van derden op € 22.500,-- exclusief BTW. De schuldenarengroep, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S.W. van den Berg, heeft geen opmerkingen gemaakt over deze begroting.
De rechtbank heeft op basis van artikel 371 lid 10 van de Faillissementswet de begroting van de herstructureringsdeskundige beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de totale kosten van € 64.100,-- exclusief BTW, zoals voorgesteld door de herstructureringsdeskundige, niet onredelijk zijn. De rechtbank heeft bepaald dat deze kosten voor rekening van de schuldenarengroep komen en dat zij uiterlijk op 20 juli 2022 zekerheid moeten stellen voor de betaling van deze kosten. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.