Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 29 augustus 2022, met producties 1 tot en met 11;
- de conclusie van antwoord van 5 september 2022, met producties 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling gehouden op 6 september 2022.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
het eerste verzoek wordt altijd toegestaan voor een termijn van maximaal vier weken;
ten aanzien van de volgende verzoeken geldt:
zij moeten met redenen zijn omkleed;
de advocaat van een belanghebbende die uitstel verzoekt deelt daarbij mede of verzoeker instemt;
wanneer verzoeker schriftelijk bezwaar maakt tegen de verlenging, zal het verzoek worden afgewezen, tenzij sprake is van klemmende redenen. Bij toewijzing zal een termijn van maximaal vier weken worden gegeven;
wanneer verzoeker schriftelijk instemt met de verlenging, wordt het verzoek toegewezen, ook als de gevraagde termijn langer is dan vier weken, tenzij daardoor de procedure onredelijk wordt vertraagd. Van onredelijke vertraging is in het algemeen sprake als sinds de inschrijving van het inleidend verzoekschrift één jaar is verstreken. Voor zover het gevraagde uitstel deze termijn van één jaar overschrijdt, wordt het afgewezen. Als voor afloop van deze termijn geen verweerschrift is ingediend, wordt de zaak als verstekzaak afgedaan.
dat een verweerschrift alléén door tussenkomst van een advocaat kan worden ingediend en
dat, indien geen verweerschrift wordt ingediend, mondelinge behandeling achterwege blijft, tenzij de rechter anders bepaalt.
verweerder een schriftelijke verklaring van verzoeker overlegt, waaruit blijkt dat deze geen bezwaar heeft of
verweerder schriftelijk klemmende redenen aanvoert, die de te late indiening rechtvaardigen. (…)”