In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen [eiser01], een werknemer van VETkanaal B.V., en zijn werkgever. De werknemer vorderde loon en betwistte de inhoudingen op zijn salaris die VETkanaal had gedaan in verband met schade aan een bedrijfsbus. De werknemer was sinds 17 september 2018 in dienst bij VETkanaal en had voornamelijk werkzaamheden in de buitendienst verricht. Er ontstond een conflict over de gewerkte uren en de wijze van verloning, wat leidde tot een rechtszaak. De arbeidsovereenkomst was inmiddels ontbonden op 1 januari 2022.
De kern van het geschil was de vraag of artikel 2 lid 3 onder a van de cao Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf van toepassing was op de arbeidsovereenkomst van de werknemer. De kantonrechter oordeelde dat de cao-bepaling wel degelijk van toepassing was, omdat de werknemer onregelmatige werktijden had. De vorderingen van de werknemer met betrekking tot loon en toeslagen werden afgewezen, omdat de cao-artikelen niet van toepassing waren. Wel werd de vordering tot terugbetaling van een ingehouden bedrag voor schade aan de bedrijfsbus toegewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat de werknemer niet aansprakelijk was voor de schade, tenzij er sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid.
De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en bepaalde dat ieder van de partijen zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en is openbaar uitgesproken.