ECLI:NL:RBROT:2022:12032

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 april 2022
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
KTN-9134213_01042022
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbeidszaak over loonvordering en toepasselijkheid cao-bepaling

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert eiser, aangeduid als [eiser01], een verklaring voor recht dat hij geen functie heeft met onregelmatige werktijden zoals bedoeld in de cao Metaal en Techniek. Eiser heeft van 17 september 2018 tot 6 januari 2021 gewerkt bij VETkanaal B.V., waar hij als productie assistent was aangesteld. Tijdens zijn dienstverband heeft eiser vragen gesteld over de verloning van zijn gewerkte uren, die door VETkanaal zijn beantwoord. Eiser is op 6 januari 2021 arbeidsongeschikt geraakt en heeft zijn bedrijfsauto moeten inleveren. VETkanaal heeft vervolgens bedragen van zijn loon ingehouden in verband met schade aan de bestelbus, wat eiser betwist. Eiser vordert onder andere betaling van achterstallig loon en een bruto/netto-specificatie van de gevorderde bedragen. VETkanaal betwist de vordering en concludeert tot afwijzing. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor een mondelinge behandeling om de stellingen van partijen verder te bespreken en te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een schikking. De mondelinge behandeling is gepland na het indienen van verhinderdata door partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9134213 CV EXPL 21-12638
uitspraak: 1 april 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. G.L. Gijsberts,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VETkanaal B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.N. van den Heuvel.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser01] ” en “VETkanaal”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 17 maart 2021, met producties 1 tot en met 14;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 11;
  • het tussenvonnis van 14 juni 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het extract van het proces-verbaal van de op 19 juli 2021 gehouden mondelinge behandeling;
  • de akte van VETkanaal met producties 12 tot en met 14;
  • de conclusie van repliek, met producties 21 tot en met 33;
  • de conclusie van dupliek.
1.2
De datum van de uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

2.1
VETkanaal is een bedrijf dat zich bezig houdt met het reinigen en onderhouden
van onder meer vetkanalen, luchtkanalen en afzuigventilatoren en bedient voornamelijk
horecaondernemingen in het hele land.
2.2
Op grond van tussen partijen gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomsten heeft [eiser01] bij VETkanaal gewerkt vanaf 17 september 2018, aanvankelijk voor de duur van 7 maanden en vanaf 1 maart 2019 voor onbepaalde tijd. In de laatste arbeidsovereenkomst is – verkort weergegeven – het volgende bepaald:
“Artikel 1. Indiensttreding en duur.
(…)
1.1
Werknemer is met ingang van 01-03-2019 met Werkgever een arbeidsovereenkomst aangegaan in de zin van artikel 7:610 BW voor 38 uur per week voor onbepaalde tijd.
(…)
Artikel 3. Functieomschrijving en werkzaamheden.
3.1
Werknemer wordt aangenomen in de functie van productie assistent. (…) Hiertoe behoren in elk geval alle werkzaamheden die binnen een normale uitoefening van de functie passen alsmede die in redelijkheid van werknemer kunnen worden verlangd.
(…)
3.3
Werkgever behoudt zich het recht voor om de functie van werknemer in redelijkheid, in elk geval tijdelijk, te wijzigen indien daartoe op enig moment valide redenen bestaan.
(…)
Artikel 4. Standplaats.
4.1
De standplaats van Werknemer waaruit deze zijn werkzaamheden uitvoert, is het volgende adres: [adres01] , [postcode01] te [plaats01] .
4.2
Werkgever is bevoegd de standplaats te wijzigen indien Werknemer bij een andere klant te werk zal worden gesteld of daartoe omstandigheden zijn. Werkgever mag Werknemer tijdelijk overal in Europa te werk stellen om werkzaamheden te verrichtten die onder zijn of haar functieomschrijving vallen mits er sprake is van een buitendienst functie of incidenteel dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie.
Artikel 5. Arbeidstijden.
5.1
De gebruikelijke werktijden zijn in principe van maandag tot en met vrijdag gedurende gemiddeld 8 uur per dag gelegen tussen 6.00 uur tot 18.00 uur. De lunchpauze is verplicht en wordt in principe genoten van 12.30 tot 13.00. (…)
5.2
De werktijden van werknemer kunnen in onderling overleg met de direct leidinggevende op afwijkende tijden worden vastgesteld.
Artikel 6. Overwerk.
6.1
Overwerk wordt vergoed conform de bepalingen in de CAO van de vakraad metaal en techniek. Onder overwerk wordt niet verstaan de tijd die Werknemer nodig heeft als woon-werkverkeer met een maximum van 2 uur reistijd per dag. Er zullen alleen financiële vergoedingen worden uitgekeerd indien er met toestemming van werkgever overwerk wordt verricht.
Artikel 7.
7.1
Consignatie.
Werkgever is gerechtigd de werknemer consignatie (storingsdienst) op leggen conform de wettelijke bepalingen .
7.2
Werknemer dient zijn werkuren te verantwoorden (tijd te schrijven) op de daarvoor namens Werkgever beschikbaar gestelde tijdschrijftools, te weten: de weekstaten registratie, digitaal in Excel aan te leveren.
Artikel 8. Salaris.
8.1
Het salaris van werknemer bedraagt thans € 2.300,00 bruto per maand gebaseerd op een 38-urige werkweek, welk salaris onder aftrek van de wettelijke inhoudingen bij achterafbetaling bij het eind van iedere maand (28ste) zal worden uitbetaald (…)
Artikel 13. Loondoorbetaling arbeidsongeschiktheid.
Voor loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid zie de cao (artikel 67 (…))
(…)”
2.3
Ten behoeve van de uitoefening van zijn werkzaamheden heeft VETkanaal aan [eiser01] een bedrijfsauto, een bestelbus, ter beschikking gesteld. Daarvoor is VETkanaal een separate overeenkomst met [eiser01] aangegaan.
2.4
[eiser01] heeft hoofdzakelijk werkzaamheden in de buitendienst uitgevoerd als reiniger van vetkanalen van de keukens van klanten van VETkanaal.
2.5
Over de gewerkte uren en de wijze van verloning daarvan heeft [eiser01] vragen voorgelegd aan VETkanaal, waarbij hij de juistheid van de verloning in twijfel heeft getrokken. VETkanaal heeft hierover uitleg gegeven en met [eiser01] overleg gevoerd. Ook is hierover tussen partijen gecorrespondeerd via e-mail en per brief.
2.6
Op 6 januari 2021 is [eiser01] uitgevallen in verband met arbeidsongeschiktheid door ziekte.
2.7
[eiser01] heeft de bestelbus van VETkanaal moeten inleveren.
2.8
Bij e-mailbericht van 13 januari 2021 heeft VETkanaal aan [eiser01] laten weten dat er diverse schades aan de bestelbus zitten en dat zij hiervoor ingevulde schadeformulieren nodig heeft. [eiser01] is verzocht om ingevulde schadeformulieren te retourneren. In reactie hierop heeft [eiser01] meegedeeld dat schades die niet door hem zijn gemaakt niet onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Daarbij heeft hij erop gewezen dat de bestelbus tijdens zijn afwezigheid gebruikt is door meerdere collega’s. Daarop heeft VETkanaal te kennen gegeven dat de bestelbus de verantwoordelijkheid is van [eiser01] en dat hij schade zo spoedig mogelijk dient te melden, ook als collega’s schade hebben gereden, maar dat dat nooit is gebeurd. Nogmaals is verzocht schadeformulieren in te vullen. Bij e-mailbericht van 13 januari 2021 heeft [eiser01] meegedeeld dat geen schades aan de bestelbus zijn ontstaan in de tijd dat hij met de bus gereden heeft en dat, zodra hij de bestelbus bij VETkanaal inlevert, niet aansprakelijk is voor schades die een ander maakt.
2.9
In verband met de schades aan de bestelbus heeft VETkanaal in januari en februari 2021 bedragen van € 550,- respectievelijk € 825,- op het loon van [eiser01] in mindering gebracht.

3..Het geschil

3.1
[eiser01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht te verklaren dat hij geen functie heeft waar onregelmatige werktijden bij horen als bedoeld in art. 2 lid 3 van de cao Metaal en Techniek alsmede voor recht te verklaren dat de artikelen 17,18, 18a, 21, 33, 33a, 33b, 34, 35, 42, 43, 44 en 45 op de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst van toepassing zijn;
VETkanaal te veroordelen tot betaling aan hem, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van:
1. € 19.475,11 bruto aan achterstallig loon over de periode van 17 september 2018 tot en met 31 december 2020;
2. € 1.929,12 bruto aan te weinig uitbetaald loon over de maanden januari en februari 2021;
3. € 2.742,- bruto aan basisloon per maand vanaf 1 maart 2021, te vermeerderen met € 1.098,84 bruto aan toeslag per maand, alsmede met toekomstige cao-verhogingen, zolang hij arbeidsongeschikt is;
4. € 1.375,- netto aan ten onrechte ingehouden bedragen op het loon over de maanden januari en februari 2021;
5. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en verhoogd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening;
VETkanaal te veroordelen tot verstrekking aan hem van een bruto/netto-specificatie over het onder 1 tot en met 5 gevorderde;
VETkanaal te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2
Aan zijn vordering legt [eiser01] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat VETkanaal ten onrechte zijn functie heeft aangemerkt als een functie waar onregelmatige werktijden bij horen als bedoeld in artikel 2 lid 3 van de cao Metaal en Techniek. Daardoor heeft VETkanaal ten onrechte de hierboven onder A vermelde artikelen buiten toepassing gelaten, althans niet juist toegepast. Hierdoor is over de periode van 17 september 2018 tot en met 31 december 2020 te weinig loon uitbetaald ten belope van € 19.475,11 bruto. Daarnaast stelt [eiser01] dat hij gedurende zijn arbeidsongeschiktheid vanaf januari 2021 op grond van de cao aanspraak heeft op uitbetaling van (een percentage van) het (per nieuw functiejaar te verhogen) loon dat hij verdiend zou hebben als hij arbeidsgeschikt was geweest, de eerste 6 maanden 100% en de volgende 18 maanden 90% van het loon, en dat de toeslagen die hij heeft verdiend en had kunnen verdienen daarbij moeten worden opgeteld. De hoogte van de toeslag die hij had kunnen verdienen baseert [eiser01] op wat hem in 2020 gemiddeld aan toeslag betaald had moeten worden op grond van de arbeidsovereenkomst en cao. Voorts stelt [eiser01] dat VETkanaal in januari en februari 2021 ten onrechte bedragen van € 550,- respectievelijk € 825,- op zijn loon in mindering heeft gebracht in verband met schade aan de door hem ingeleverde bestelbus, omdat hij betwist die schade te hebben veroorzaakt.
3.3
VETkanaal betwist de vordering en concludeert - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - tot afwijzing althans tot matiging daarvan, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [eiser01] in de proceskosten.
3.4
De stellingen van partijen worden hierna, voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de vordering, nader besproken.

4..De beoordeling

4.1
Uit de arbeidsovereenkomst blijkt het niet met zoveel woorden, maar partijen zijn het erover eens dat de cao Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf (hierna: de cao) erop van toepassing is.
4.2
In artikel 2 lid 3 onder a van de cao is bepaald dat ten aanzien van de werknemer wiens functie onregelmatige werktijden meebrengt niet van toepassing zijn de artikelen 17, 18, 18a, 21, 33, 33a, 33b, 34, 35, 42, 43, 44 en 45. Indien er een geschil is over de betekenis van dit artikel, dan kan dit aan de Vakraad worden voorgelegd, zo volgt uit lid 4 van dit artikel.
4.3
Over het op de voet van artikel 2 lid 3 onder a van de cao buiten toepassing laten van genoemde artikelen hebben partijen geen afspraken gemaakt, maar over het buiten toepassing laten van artikel 2 lid 3 onder a van de cao evenmin.
4.4
VETkanaal stelt zich op het standpunt dat artikel 2 lid 3 onder a van de cao van toepassing is. Zij heeft deels niet, althans niet onverkort toepassing gegeven aan daarin genoemde artikelen.
4.5
[eiser01] stelt zich op het standpunt dat artikel 2 lid 3 onder a van de cao niet van toepassing is, omdat hij naar eigen zeggen geen functie heeft waar onregelmatige werktijden bij horen, en dat de artikelen 17,18, 18a, 21, 33, 33a, 33b, 34, 35, 42, 43, 44 en 45 daarom op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijn. Zijn vorderingen zijn grotendeels daarop gebaseerd.
4.6
Het partijdebat, ook bij de mondelinge behandeling op 19 juli 2021, heeft ertoe geleid dat de zaak toen is aangehouden, zodat VETKanaal zich na onderzoek erover zou kunnen uitlaten of zij bereid is om samen met [eiser01] advies in te winnen bij de Vakraad over artikel 2 lid 3 onder a van de cao, in het bijzonder over de vraag wanneer sprake is van “een functie waar onregelmatige werktijden bij horen”.
4.7
Bij de nadien genomen akte heeft Vetkanaal laten weten dat informatie ingewonnen is bij de Vakraad en dat de Vakraad te kennen heeft gegeven dat zij geen advies geeft in een geschil tussen individuele partijen over de uitleg of de toepassing van een cao-bepaling. Daarbij is erop gewezen dat het onderwerp van geschil ook geen onderdeel uitmaakt van de bezwaar- en beroepsprocedure als bedoeld in bijlage 3 (bijlagen 3A t/m 3D) van de cao. Tevens is erop gewezen dat dat de Commissie Uitleg CAO zoals genoemd in artikel 7a van de cao er niet is om in individuele gevallen een uitspraak te doen, maar er is om de Vakraad te adviseren bij vragen van cao-partijen in geval van een geschil over de betekenis van bepalingen van de cao.
4.8
Partijen hebben vervolgens conclusies genomen.
4.9
De kantonrechter ziet zich thans gesteld voor de vraag of artikel 2 lid 3 onder a van de cao al dan niet van toepassing is op de arbeidsovereenkomst tussen partijen.
4.1
Ter beantwoording van die vraag is onder meer uitleg van bedoeld artikel uit de cao nodig. Volgens vaste jurisprudentie [1] zijn bij die uitleg in beginsel van doorslaggevende betekenis de bewoordingen van de betreffende bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao. De reden hiervoor is gelegen in bescherming van derden die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst betrokken waren, zoals in dit geval VETkanaal, van wie gesteld noch gebleken is dat zij cao-partij is, en [eiser01] . In dit kader komt geen betekenis toe aan de bedoelingen van de partijen die de cao tot stand hebben gebracht of (indirect) betrokkenen daarbij, voor zover deze bedoelingen niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn.
4.11
Ook is de kenbaarheid van de toepasselijkheid van bedoeld artikel, althans de kenbaarheid van afwijking van daarin genoemde artikelen, van belang.
4.12
Hierover wil de kantonrechter nader het gesprek aangaan met partijen, want bij de vorige mondelinge behandeling is de zaak onvoldoende uitvoerig besproken, mede omdat de insteek was om de Vakraad zich te laten uitlaten over de uitleg van genoemde cao-bepaling, en ook na re- en dupliek zijn er zaken die de kantonrechter wenst te bespreken met het oog op de te verrichten beoordeling. Daarom wordt wederom een mondelinge behandeling bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling kunnen partijen hun stellingen verder toelichten. Ook kan aan hen worden gevraagd om inlichtingen te geven of stellingen nader te onderbouwen. Tijdens de mondelinge behandeling zal tot slot worden onderzocht of partijen tot een schikking kunnen komen.
Partijen dienen hun verhinderdata voor de komende drie maanden op te geven. De kantonrechter zal daarna een dag en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen.
Alle stukken die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, dienen door de partij die deze ter sprake wil brengen aan de kantonrechter en aan de wederpartij te worden toegezonden. Deze stukken dienen uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit te zijn van de kantonrechter en de wederpartij.
Partijen dienen zelf aan de mondelinge behandeling deel te nemen of te worden vertegenwoordigd door een persoon die op de hoogte is van het geschil. Deze vertegenwoordiger moet schriftelijk gemachtigd zijn, eventueel ook tot het treffen van een minnelijke regeling.

5..De beslissing

De kantonrechter, alvorens verder te beslissen,
bepaalt dat een mondelinge behandeling zal worden gehouden;
stelt partijen in de gelegenheid om uiterlijk woensdag 20 april 2022 hun verhinderdata voor de komende drie maanden op te geven, waarna op maandag 25 april 2022 de datum voor de mondelinge behandeling zal worden bepaald;
wijst partijen erop dat zij tijdelijk ook een e-mailbericht mogen sturen aan kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nl.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld HR 17 september 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1059, HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9889, en HR 25 november 2016 ECLI:NL:HR:2016:2687.