ECLI:NL:RBROT:2022:12012

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
C/10/647605 / JE RK 22-2588 en C/10/647578 / JE RK 22-2584
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen in complexe gezinssituatie

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 23 december 2022, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], behandeld. De zaak betreft de verzoeken van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) om de ondertoezichtstelling van beide kinderen te verlengen. De kinderen zijn onder toezicht gesteld sinds 8 januari 2019, en deze maatregel is steeds verlengd. De kinderrechter heeft eerder de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] verlengd tot 8 januari 2023.

Tijdens de mondelinge behandeling op 23 december 2022 zijn de kinderen, de moeder en haar advocaat verschenen. De vader was niet aanwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de volwassenen rondom de kinderen verbeterd is, wat positief is voor de ontwikkeling van de kinderen. De moeder en de grootouders van de vaderszijde steunen de verzoeken van de GI. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, gezien de complexe gezinssituatie.

De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 8 juli 2023 en die van [naam kind02] tot 8 januari 2024. Tevens is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] verlengd tot 8 januari 2024. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na betekening.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/647605 / JE RK 22-2588 en C/10/647578 / JE RK 22-2584
Datum uitspraak: 23 december 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaken van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2012 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden ten aanzien van [naam kind01] en [naam kind02] aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. W.J.J. Trooster, te Vlaardingen,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden ten aanzien van [naam kind02] aan:

[naam03] en [naam04] ,

hierna te noemen: de grootouders vaderszijde (vz.), wonende te [woonplaats03] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI (C/10/647578) van 9 november 2022, ingekomen bij de griffie op 10 november 2022;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI (C/10/647605) van 10 november 2022, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 23 december 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaken met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de grootouders vz;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam05] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij de vader. [naam kind02] verblijft bij de grootouders vz..
Bij beschikking van 8 januari 2019 zijn [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 8 januari 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 21 juni 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 8 januari 2023.

De verzoeken

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen met zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Daarnaast verzoekt de GI de ondertoezichtstelling van [naam kind02] te verlengen met een jaar.
Ook wordt verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] in een voorziening voor pleegzorg te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De GI heeft de verzoeken ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De communicatie tussen de volwassenen is lange tijd niet goed geweest. Twee weken geleden heeft er een gesprek plaatsgevonden met alle volwassenen en sindsdien is het contact tussen hen verbeterd. [naam kind01] woont bij de vader, maar is gemiddeld twee dagen per week bij de grootouders vz.. [naam kind01] zit in de puberteit en wil zijn eigen gang gaan. Dit veroorzaakt onrust. Ook heeft [naam kind01] weinig contact met de moeder. De moeder wil [naam kind01] het liefst vaak zien, maar [naam kind01] vindt het contact moeilijk. De GI is van mening dat [naam kind01] tijd nodig heeft en het contact dan vanzelf herstelt. Als er duidelijke afspraken zijn gemaakt over waar [naam kind01] verblijft, kan de ondertoezichtstelling binnen een half jaar worden afgesloten.
[naam kind02] verblijft bij de grootouders vz.. Hij staat op de wachtlijst voor Mentaal Beter om te gaan werken aan zijn zelfvertrouwen. Er was lange tijd weinig structuur in de omgang van [naam kind02] met de ouders. Nu de communicatie tussen de volwassenen beter wordt, komt er ook meer structuur in de omgangsregeling. Het is voor [naam kind02] belangrijk dat hij duidelijkheid heeft over waar hij verblijft.

De standpunten

De moeder stemt in met de verzoeken. Er is sprake van een positieve ontwikkeling. Na een lange tijd hebben de ouders en de grootouders een fijn gesprek met elkaar gehad. Het is belangrijk dat de volwassenen met elkaar communiceren en één lijn trekken, zodat de kinderen niet te veel ruimte voelen. De moeder zou graag meer contact willen met [naam kind01] , maar begrijpt dat zij geduld moet hebben. Voor [naam kind02] is nog niet duidelijk waar hij gaat wonen. Het is prettig als de GI dit nog kan begeleiden.
De grootouders vz. zijn het eens met het verzoek van [naam kind02] . Het gaat goed met [naam kind02] . Voor [naam kind02] is structuur belangrijk. [naam kind02] gaat graag naar zijn moeder en zijn vader toe. Het is prettig dat de communicatie nu beter verloopt.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).
De kinderen groeien op in een complexe situatie. [naam kind01] woont bij de vader, maar verblijft ook regelmatig bij de grootouders vz.. [naam kind02] verblijft sinds september 2021 bij de grootouders vz.. Lange tijd waren de volwassenen om de kinderen heen het niet met elkaar eens en werd er door hen niet op een goede wijze gecommuniceerd over de kinderen. Onlangs heeft er een prettig gesprek plaatsgevonden tussen de ouders en de grootouders vz.. Sindsdien is de communicatie tussen hen verbeterd. Het is belangrijk dat de volwassenen deze positieve ontwikkeling volhouden, zodat de kinderen duidelijkheid, rust en structuur ervaren. De inzet van de jeugdbeschermer is noodzakelijk om de communicatie te begeleiden en de ontwikkeling van [naam kind01] en [naam kind02] te volgen. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van zes maanden en de ondertoezichtstelling van [naam kind02] verlengen voor de duur van een jaar. Ook zal de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] verlengen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 8 juli 2023;
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind02] tot 8 januari 2024;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] in een voorziening voor pleegzorg tot 8 januari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2022 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 17 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.