ECLI:NL:RBROT:2022:11998

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
KTN-9011237_280122
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot bewijs van overeenkomst van opdracht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 28 januari 2022, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres01], h.o.d.n. [handelsnaam01], en MKB Belangen B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door [naam01] van Belker Services, vorderde een verklaring voor recht dat zij recht heeft op betaling voor werkzaamheden die zij zou hebben verricht in opdracht van MKB Belangen. De gedaagde, MKB Belangen, vertegenwoordigd door mr. R.P. Zieltjens, betwistte de vordering en stelde dat er geen overeenkomst van opdracht was gesloten.

De procedure omvatte een tussenvonnis van 1 oktober 2021, waarin [eiseres01] werd toegelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden die de vordering zouden onderbouwen. [eiseres01] diende twaalf producties in, maar de kantonrechter oordeelde dat de ingediende stukken onvoldoende bewijs boden voor de gestelde opdracht. MKB Belangen betwistte gemotiveerd dat er een opdracht was gegeven, en de kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was dat [eiseres01] de werkzaamheden daadwerkelijk in opdracht van MKB Belangen had verricht.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van [eiseres01] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 777,50 aan salaris voor de gemachtigde. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de wettelijke rente is van toepassing op de toegewezen bedragen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting door mr. S.H. Poiesz.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9011237 CV EXPL 21-5219
uitspraak: 28 januari 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres01] h.o.d.n. [handelsnaam01],
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: [naam01] , werkzaam bij Belker Services te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MKB Belangen B.V.,
gevestigd te Schiedam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.P. Zieltjens, advocaat te Amsterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres01] ” en “MKB Belangen”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 1 oktober 2021;
  • de akte van [eiseres01] met producties;
  • de antwoordakte van MKB Belangen met productie.
1.2
Omdat de laatste productie van MKB Belangen niet van belang is voor de te nemen beslissing in deze zaak, is [eiseres01] niet in de gelegenheid gesteld erop te reageren.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De beoordeling

2.1
In het tussenvonnis is [eiseres01] toegelaten tot het bewijs van feiten en/of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden:
  • dat [naam02] in opdracht en voor rekening van MKB Belangen werk heeft verricht;
  • dat daarbij is overeengekomen dat de beloning daarvoor alsmede te maken reiskosten via facturering door [eiseres01] in rekening zou worden gebracht op basis van haar “normale” tarief;
  • wat haar “normale” tarief is;
  • dat MKB Belangen van dat tarief mededeling is gedaan;
  • hoeveel declarabele uren werk is verricht.
2.2
Bij akte heeft [eiseres01] twaalf producties in het geding gebracht en daarbij een toelichting gegeven met het oog op het te leveren bewijs. MKB Belangen heeft hierop gereageerd.
2.3
Over de opdracht aan [eiseres01] / [naam02] levert de akte met producties geen uitsluitsel, terwijl MKB Belangen gemotiveerd heeft betwist dat opdracht is gegeven.
2.4
[naam02] stelt in opdracht van [naam03] , werkzaamheden te hebben verricht voor MKB Belangen inzake de campagne voor [naam04] . De facturen in kwestie zouden op deze werkzaamheden betrekking hebben. [naam03] , die in scheiding ligt met de directeur van MKB Belangen, is echter niet bereid gebleken dit in rechte te bevestigen.
2.5
Gelet hierop staat niet vast dat [eiseres01] / [naam02] in opdracht en voor rekening van MKB Belangen deze werkzaamheden heeft verricht. Daarom wordt haar vordering afgewezen. Dat lot treft ook de nevenvorderingen.
2.6
[eiseres01] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten veroordeeld, aan de zijde van MKB Belangen vastgesteld op € 777,50 aan salaris voor de gemachtigde. De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskosten-veroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten. Een en ander met rente.

3..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres01] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van
[eiseres01] € 777,50 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening, en indien [eiseres01] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 124,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening. Ook is [eiseres01] de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over al deze bedragen verschuldigd vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465