4.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10-099888-22 onder 1 primair en het onder parketnummer 10-183310-22 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10-099888-22 onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
onder parketnummer 10-099888-22
1.
primair
hij op meer tijdstippen in de periode van 1 juli 2014 tot 13 april 2022 te [plaats] ,
door feitelijkheden
zijn dochter [naam slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 2] ),
heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het meermalen telkens
- betasten van en/of wrijven over de vagina en/of borsten en/of billen van die [naam slachtoffer 3] en/of
- brengen en/of houden en bewegen van zijn vinger(s) in de vagina van die [naam slachtoffer 3] en/of
- brengen en houden van zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 3] en vervolgens zich door die [naam slachtoffer 3] laten pijpen en/of
- brengen/houden van zijn tong tussen de schaamlippen van die [naam slachtoffer 3] en/of
- brengen/houden van zijn penis in de vagina van die [naam slachtoffer 3] en/of
- brengen/houden van zijn penis in de anus van die [naam slachtoffer 3]
defeitelijkheden hebben bestaan uit het
- psychisch overwicht dat hij, verdachte, als zijnde de vader van die [naam slachtoffer 3] , op die [naam slachtoffer 3] had en
- aanwenden van zijn ouderlijk gezag jegens die [naam slachtoffer 3] , waardoor hij, verdachte, haar zijn wil heeft opgedrongen en haar aan zijn wil heeft onderworpen en de wil van haar heeft gemanipuleerd en
- feit dat er sprake was van een afhankelijkheids- en/of machtsrelatie en
- feit dat er sprake was van een geestelijk en een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op die [naam slachtoffer 3]
en aldus voor die [naam slachtoffer 3] een intimiderende situatie heeft doen ontstaan;
2.
primair
hij op meer tijdstippen in de periode van 25 januari 2022 tot 19 april 2022 te [plaats] ,
door feitelijkheden
zijn dochter [naam slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum 3] ),
heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het meermalen, telkens
- brengen en/of houden van zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 4] en vervolgens zich door die [naam slachtoffer 4] laten pijpen en
- zich doen en/of laten aftrekken door die [naam slachtoffer 4]
defeitelijkheden hebben bestaan uit het
- psychisch overwicht dat hij, verdachte, als zijnde de vader van die [naam slachtoffer 4] , op die [naam slachtoffer 4] had en
- aanwenden van zijn ouderlijk gezag jegens die [naam slachtoffer 4] , waardoor hij, verdachte, haar zijn wil heeft opgedrongen en haar aan zijn wil heeft onderworpen en de wil van haar heeft gemanipuleerd en
- feit dat er sprake was van een afhankelijkheids- en/of machtsrelatie en
- feit dat er sprake was van een geestelijk en een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op die [naam slachtoffer 4] en
- feit dat genoemde seksuele handelingen telkens, werden begaan tegen een persoon bij wie misbruik van een kwetsbare positie werd gemaakt
en aldus voor die [naam slachtoffer 4] een intimiderende situatie heeft doen ontstaan;
onder parketnummer 10-183310-22
hij op 18 april 2022 te [plaats]
opzettelijk en wederrechtelijk
een
goed,een glazen ruit van een portiekdeur van [adres 2] ,
dat aan Vestia Rotterdam toebehoorde
heeft vernield.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.